Campus

Geschiedenis is fictie

Een van mijn favoriete detectives is ‘Daughter of Time’ van Josephine Tey, waarin Scotland Yard-inspecteur Alan Grant een vijfhonderd jaar oude moordzaak onderzoekt.

De beschuldigde is koning Richard III van Engeland, bekend onder paardenhandelaars vanwege zijn uitroep “A horse, my kingdom for a horse.” De slachtoffers zijn twee verdwenen prinsjes. Inspecteur Grant komt erachter dat deze moordzaak pas na de dood van Richard III in elkaar is gezet, om legitimiteit te geven aan de nieuwe koning Hendrik VII. Zo gaat dat vaak. Geschiedschrijving is fictie, een beeld dat wij graag zien, maar dat de werkelijkheid net zo goed benadert als een Hollywoodfilm.

Toen Isaac Newton voorzitter werd van de Royal Society was zijn eerste actie het vernietigen van alle werktuigen, manuscripten en portretten van de zojuist overleden Robert Hooke. Het was Hooke die in een brief in 1679 had voorgesteld om planeetbeweging te verklaren via een gravitatiekracht die afneemt met het kwadraat van de afstand. Het was Newton die alle eer opeiste voor deze gedachte. De wetenschappelijke geschiedschrijvers oordelen niet erg gunstig over Hooke, die meestal wordt afgeschilderd als een hardwerkende, maar middelmatige en na-ijverige man. Het is het beeld dat is neergezet door Isaac Newton en wie daar meer over wil weten, moet maar ‘Huygens & Barrow, Newton & Hooke’ lezen van V.I. Arnold.

Eigen roem stinkt niet. Newton wordt door ons vereerd als een intellectuele gigant van bovenmenselijke afmetingen. Een andere gigant, Charles Darwin, presteerde min of meer hetzelfde. In 1858 kreeg hij een briefje uit de rimboe van ene Alfred Wallace, die voorstelde om biodiversiteit te verklaren via een competitieprincipe. Darwin claimde dit al lang voor Wallace te hebben bedacht en gooide binnen een jaar ‘On the origin of species’ op de markt. Volgens Darwin was het zijn levenswerk, maar het laat zich lezen als haastwerk.

Waarom maakt geschiedschrijving mensen groter dan ze zijn? Volgens mij omdat wij ons graag identificeren met een grootheid. Wij worden geregeerd door ons superego. Wat dat betreft zijn Freud en ik het met elkaar eens.

Robbert Fokkink

Een van mijn favoriete detectives is ‘Daughter of Time’ van Josephine Tey, waarin Scotland Yard-inspecteur Alan Grant een vijfhonderd jaar oude moordzaak onderzoekt. De beschuldigde is koning Richard III van Engeland, bekend onder paardenhandelaars vanwege zijn uitroep “A horse, my kingdom for a horse.” De slachtoffers zijn twee verdwenen prinsjes. Inspecteur Grant komt erachter dat deze moordzaak pas na de dood van Richard III in elkaar is gezet, om legitimiteit te geven aan de nieuwe koning Hendrik VII. Zo gaat dat vaak. Geschiedschrijving is fictie, een beeld dat wij graag zien, maar dat de werkelijkheid net zo goed benadert als een Hollywoodfilm.

Toen Isaac Newton voorzitter werd van de Royal Society was zijn eerste actie het vernietigen van alle werktuigen, manuscripten en portretten van de zojuist overleden Robert Hooke. Het was Hooke die in een brief in 1679 had voorgesteld om planeetbeweging te verklaren via een gravitatiekracht die afneemt met het kwadraat van de afstand. Het was Newton die alle eer opeiste voor deze gedachte. De wetenschappelijke geschiedschrijvers oordelen niet erg gunstig over Hooke, die meestal wordt afgeschilderd als een hardwerkende, maar middelmatige en na-ijverige man. Het is het beeld dat is neergezet door Isaac Newton en wie daar meer over wil weten, moet maar ‘Huygens & Barrow, Newton & Hooke’ lezen van V.I. Arnold.

Eigen roem stinkt niet. Newton wordt door ons vereerd als een intellectuele gigant van bovenmenselijke afmetingen. Een andere gigant, Charles Darwin, presteerde min of meer hetzelfde. In 1858 kreeg hij een briefje uit de rimboe van ene Alfred Wallace, die voorstelde om biodiversiteit te verklaren via een competitieprincipe. Darwin claimde dit al lang voor Wallace te hebben bedacht en gooide binnen een jaar ‘On the origin of species’ op de markt. Volgens Darwin was het zijn levenswerk, maar het laat zich lezen als haastwerk.

Waarom maakt geschiedschrijving mensen groter dan ze zijn? Volgens mij omdat wij ons graag identificeren met een grootheid. Wij worden geregeerd door ons superego. Wat dat betreft zijn Freud en ik het met elkaar eens.

Robbert Fokkink

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.