Onderwijs

Geen tekort aan bèta- en techniekstudenten

Het is onzinnig om miljoenen te pompen in de promotie van bèta- en techniekstudies, omdat er helemaal geen tekort is aan exacte wetenschappers. Dat vindt het Centraal Planbureau (CPB).

Een tekort aan exacte wetenschappers zou volgens het CPB in de statistieken zichtbaar moeten zijn. Zo zou je verwachten dat hun lonen gemiddeld hoger zijn; schaarste drijft immers de prijs omhoog. Maar hun lonen blijven onder het loon van andere academici. Ook zijn bèta’s vaker werkloos. Het aantal vacatures voor bèta’s is bovendien vergelijkbaar met vacatures voor andere academici, terwijl de vraag naar economen een stuk hoger is.

Waarom denken werkgevers en overheid dan dat er zo’n groot tekort aan bèta’s is? Het CPB zoekt het antwoord in de globalisering van het onderzoek. Zolang het internationale aanbod voldoende groot is, kunnen de lonen relatief laag blijven. En als het loon voor banen in de exacte hoek lager is dan in andere segmenten van de arbeidsmarkt, zullen exacte studenten sneller in die andere segmenten aan de slag gaan.

Een andere verklaring is dat de tekorten per studie verschillen. Zo is er misschien een tekort aan scheikundigen, naast een overschot aan wiskundigen. Maar dan heeft het geen zin om studenten te werven voor álle exacte studies, zegt het CPB.

Het planbureau van de overheid vraagt zich af hoe effectief de miljoenen zullen zijn die naar de promotie van exacte studies gaan. Een groot deel van de studenten komt immers niet in onderzoek en ontwikkeling terecht, terwijl dat nu juist het doel is van de promotiecampagne. De subsidies lekken dus grotendeels weg.

Het rapport van het CPB vloekt in de kerk. Onder meer het Platform Bèta Techniek, de overheid en het ROA (Researchcentrum voor onderwijs en arbeidsmarkt) reageerden als door een wesp gestoken. De vergrijzing en de ambities voor de kenniseconomie zullen de vraag naar exact geschoold personeel doen toenemen, meent bijvoorbeeld het platform. Het ROA levert kritiek op de onderzoeksmethode van het CPB en verwijt het CPB op een te globaal niveau naar het onderwerp te kijken.

De overheid geeft in 2006 zo’n dertig miljoen euro uit voor bètawerving. In de jaren daarna wordt dat bedrag nog eens verdubbeld tot zestig miljoen per jaar. De regering gaat die plannen niet bijstellen. Er is in het rapport niet gekeken naar de ‘politieke context’, zeggen de betrokken ministeries. De ambitie is nu juist ‘om research en development te stimuleren’.

Als de tendens van de vooraanmeldingen zich doorzet, verliezen de exacte studies dit jaar overigens weer terrein. In het hele hoger onderwijs zijn er vier procent extra studenten, bij technische studies is dat maar één procent extra.

Een tekort aan exacte wetenschappers zou volgens het CPB in de statistieken zichtbaar moeten zijn. Zo zou je verwachten dat hun lonen gemiddeld hoger zijn; schaarste drijft immers de prijs omhoog. Maar hun lonen blijven onder het loon van andere academici. Ook zijn bèta’s vaker werkloos. Het aantal vacatures voor bèta’s is bovendien vergelijkbaar met vacatures voor andere academici, terwijl de vraag naar economen een stuk hoger is.

Waarom denken werkgevers en overheid dan dat er zo’n groot tekort aan bèta’s is? Het CPB zoekt het antwoord in de globalisering van het onderzoek. Zolang het internationale aanbod voldoende groot is, kunnen de lonen relatief laag blijven. En als het loon voor banen in de exacte hoek lager is dan in andere segmenten van de arbeidsmarkt, zullen exacte studenten sneller in die andere segmenten aan de slag gaan.

Een andere verklaring is dat de tekorten per studie verschillen. Zo is er misschien een tekort aan scheikundigen, naast een overschot aan wiskundigen. Maar dan heeft het geen zin om studenten te werven voor álle exacte studies, zegt het CPB.

Het planbureau van de overheid vraagt zich af hoe effectief de miljoenen zullen zijn die naar de promotie van exacte studies gaan. Een groot deel van de studenten komt immers niet in onderzoek en ontwikkeling terecht, terwijl dat nu juist het doel is van de promotiecampagne. De subsidies lekken dus grotendeels weg.

Het rapport van het CPB vloekt in de kerk. Onder meer het Platform Bèta Techniek, de overheid en het ROA (Researchcentrum voor onderwijs en arbeidsmarkt) reageerden als door een wesp gestoken. De vergrijzing en de ambities voor de kenniseconomie zullen de vraag naar exact geschoold personeel doen toenemen, meent bijvoorbeeld het platform. Het ROA levert kritiek op de onderzoeksmethode van het CPB en verwijt het CPB op een te globaal niveau naar het onderwerp te kijken.

De overheid geeft in 2006 zo’n dertig miljoen euro uit voor bètawerving. In de jaren daarna wordt dat bedrag nog eens verdubbeld tot zestig miljoen per jaar. De regering gaat die plannen niet bijstellen. Er is in het rapport niet gekeken naar de ‘politieke context’, zeggen de betrokken ministeries. De ambitie is nu juist ‘om research en development te stimuleren’.

Als de tendens van de vooraanmeldingen zich doorzet, verliezen de exacte studies dit jaar overigens weer terrein. In het hele hoger onderwijs zijn er vier procent extra studenten, bij technische studies is dat maar één procent extra.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.