Campus

Geen bachelors voor materiaalwetenschappen

Bij de opleiding technische materiaalwetenschappen starten volgend jaar geen vwo’ers meer. De afdeling materiaalwetenschappen is enigszins verbitterd over het einde van hun bachelorsopleiding, maar er is ook optimisme over de toekomst.

/strong>

Het lage studentenaantal was dé reden om de opleiding niet te continueren. Technische materiaalkunde heeft in haar ruim vijftig jaar geschiedenis nooit hoge aantallen studenten gekend, maar de laatste jaren viel de instroom terug tot minder dan tien studenten per jaar. Dit jaar begonnen er slechts zes studenten hun opleiding.

,,Het is niet realistisch om voor zo weinig studenten een hele opleiding in stand te houden”, stelt prof.ir. Karel Luyben, decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen. (TNW) ,,De vaste kosten zijn daarvoor te hoog.”

,,De afgelopen tien jaar hebben we geprobeerd de instroom structureel te verhogen”, vertelt Luyben. ,,Tweeënhalf jaar geleden besloten we nog eens drie jaar met meer energie en mankracht te gaan werven. Daarna zouden we een besluit over de opleiding nemen.” Om meer studenten te verleiden in Delft technische materiaalwetenschappen te gaan studeren, schakelde de faculteit onder andere het reclamebureau in dat eerder succesvol de instroom bij Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (L&R) wist te verhogen. Het mocht niet baten.

De komst van de bachelor-masterstructuur versnelde het proces. ,,In juni moesten we de knoop doorhakken over de komst van een bachelor.” Luyben besloot alleen een master technische materiaalwetenschappen aan te vragen. ,,Een moeilijk besluit”, volgens de decaan, die hiermee het negatieve advies van de facultaire studentenraad negeerde.

Al eerder viel de optie van een gezamenlijke bachelor met technische natuurkunde weg. Volgens Erik Lagendijk, opleidingsdirecteur voor technische materiaalwetenschappen en natuurkunde, was de weerstand binnen de afdeling technische natuurkunde hiervoor te groot.

Bindende factor

Studenten met interesse in materiaalkunde kunnen er straks tijdens de eerste drie jaar van hun studie slechts voor kiezen om binnen hun bachelor technische natuurkunde materiaalkundige vakken te volgen. Deze zogenaamde minor krijgt een omvang van ongeveer 35 studiepunten. Na hun bachelor mogen deze studenten zowel een master natuurkunde als een master technische materiaalwetenschappen volgen.

De bestaande studenten kunnen hun programma afmaken. ,,Iedere ingeschreven student die nog serieus materiaalkundige wil worden, kan dat”, stelt Lagendijk. De studenten met grote studievertraging moeten zich dan wel ‘aan de individuele afspraken houden’.

Studenten en personeel zijn verbitterd over het besluit. Zij menen dat de pogingen de studentenaantallen te verhogen te vroeg zijn gestopt. ,,De afgelopen voorlichtingsdagen kwamen er twintig scholieren per dag. Dat is veel voor onze kleine opleiding”, meent Hiske Landheer, voorzitter van de studievereniging en lid van de facultaire studentenraad. Landheer vindt verder dat er ook meer aan de werving gedaan had kunnen worden. ,,Er zijn wel advertenties in de Kijk geplaatst, maar tegelijkertijd centraliseert de faculteit de voorlichting. Dat betekent dat kleine opleidingen zich bij sommige gelegenheden alleen om beurten mogen profileren. Dat steekt, want wij hebben de instroom zoveel harder nodig dan de grote.”

Dr. Barend Thijsse, lid van de opleidingscommissie, meent dat het te simpel is om alleen te kijken naar de kosten per student. ,,De basisopleiding is ook waardevol als een bindende factor tussen de verschillende onderzoeksgroepen binnen materiaalkunde.”

Afstudeerdispuut

De studievereniging Tubalkaïn beraadt zich zelf ook op zijn toekomst. ,,We hebben een speciale toekomstcommissie ingesteld”, legt Landheer uit. ,,We hopen op een nauwe samenwerking met de Vvtp (studievereniging van TN), vooral in de eerste drie jaar.” Toch lijkt het Landheer onwaarschijnlijk dat het tot een fusie komt. ,,Vooral in de laatste twee jaar willen we zelfstandig blijven, ongeveer zoals nu een afstudeerdispuut bij civiele techniek opereert. En ook in de eerste jaren willen we eigen activiteiten organiseren, die wel voor iedereen open zullen staan.”

Toch is er ook optimisme over het nu gevonden minor-alternatief en het behoud van de eigen master. ,,Het internationale masterprogramma loopt al heel goed, als we nu straks ook nog van andere Delftse bachelors mensen kunnen trekken gaat het zeker een succes worden”, meent Landheer.

Thijsse denkt ook dat de nu gevonden oplossing een goed alternatief is. ,,Het is een goede gelegenheid vernieuwingen door te voeren en bedrijven zoals Corus zullen ongetwijfeld onze alumni met veel plezier blijven afnemen.”

,,Materiaalkunde blijft toekomst houden”, vindt ook Lagendijk. Hij denkt dat de master technische materiaalwetenschappen in de toekomst wel voldoende studenten kan trekken. ,,De kritische grens voor een master is ongeveer twintig studenten per jaar. We trokken vorig jaar al twaalf studenten voor alleen de internationale master.”

,,Met materiaalkunde hebben wij iets unieks in Nederland in de aanbieding. Dat blijft ook zo in de nieuwe vorm. We moeten er gewoon voor zorgen dat we op de kaart blijven staan”, aldus Lagendijk.

Bij de opleiding technische materiaalwetenschappen starten volgend jaar geen vwo’ers meer. De afdeling materiaalwetenschappen is enigszins verbitterd over het einde van hun bachelorsopleiding, maar er is ook optimisme over de toekomst.

Het lage studentenaantal was dé reden om de opleiding niet te continueren. Technische materiaalkunde heeft in haar ruim vijftig jaar geschiedenis nooit hoge aantallen studenten gekend, maar de laatste jaren viel de instroom terug tot minder dan tien studenten per jaar. Dit jaar begonnen er slechts zes studenten hun opleiding.

,,Het is niet realistisch om voor zo weinig studenten een hele opleiding in stand te houden”, stelt prof.ir. Karel Luyben, decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen. (TNW) ,,De vaste kosten zijn daarvoor te hoog.”

,,De afgelopen tien jaar hebben we geprobeerd de instroom structureel te verhogen”, vertelt Luyben. ,,Tweeënhalf jaar geleden besloten we nog eens drie jaar met meer energie en mankracht te gaan werven. Daarna zouden we een besluit over de opleiding nemen.” Om meer studenten te verleiden in Delft technische materiaalwetenschappen te gaan studeren, schakelde de faculteit onder andere het reclamebureau in dat eerder succesvol de instroom bij Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (L&R) wist te verhogen. Het mocht niet baten.

De komst van de bachelor-masterstructuur versnelde het proces. ,,In juni moesten we de knoop doorhakken over de komst van een bachelor.” Luyben besloot alleen een master technische materiaalwetenschappen aan te vragen. ,,Een moeilijk besluit”, volgens de decaan, die hiermee het negatieve advies van de facultaire studentenraad negeerde.

Al eerder viel de optie van een gezamenlijke bachelor met technische natuurkunde weg. Volgens Erik Lagendijk, opleidingsdirecteur voor technische materiaalwetenschappen en natuurkunde, was de weerstand binnen de afdeling technische natuurkunde hiervoor te groot.

Bindende factor

Studenten met interesse in materiaalkunde kunnen er straks tijdens de eerste drie jaar van hun studie slechts voor kiezen om binnen hun bachelor technische natuurkunde materiaalkundige vakken te volgen. Deze zogenaamde minor krijgt een omvang van ongeveer 35 studiepunten. Na hun bachelor mogen deze studenten zowel een master natuurkunde als een master technische materiaalwetenschappen volgen.

De bestaande studenten kunnen hun programma afmaken. ,,Iedere ingeschreven student die nog serieus materiaalkundige wil worden, kan dat”, stelt Lagendijk. De studenten met grote studievertraging moeten zich dan wel ‘aan de individuele afspraken houden’.

Studenten en personeel zijn verbitterd over het besluit. Zij menen dat de pogingen de studentenaantallen te verhogen te vroeg zijn gestopt. ,,De afgelopen voorlichtingsdagen kwamen er twintig scholieren per dag. Dat is veel voor onze kleine opleiding”, meent Hiske Landheer, voorzitter van de studievereniging en lid van de facultaire studentenraad. Landheer vindt verder dat er ook meer aan de werving gedaan had kunnen worden. ,,Er zijn wel advertenties in de Kijk geplaatst, maar tegelijkertijd centraliseert de faculteit de voorlichting. Dat betekent dat kleine opleidingen zich bij sommige gelegenheden alleen om beurten mogen profileren. Dat steekt, want wij hebben de instroom zoveel harder nodig dan de grote.”

Dr. Barend Thijsse, lid van de opleidingscommissie, meent dat het te simpel is om alleen te kijken naar de kosten per student. ,,De basisopleiding is ook waardevol als een bindende factor tussen de verschillende onderzoeksgroepen binnen materiaalkunde.”

Afstudeerdispuut

De studievereniging Tubalkaïn beraadt zich zelf ook op zijn toekomst. ,,We hebben een speciale toekomstcommissie ingesteld”, legt Landheer uit. ,,We hopen op een nauwe samenwerking met de Vvtp (studievereniging van TN), vooral in de eerste drie jaar.” Toch lijkt het Landheer onwaarschijnlijk dat het tot een fusie komt. ,,Vooral in de laatste twee jaar willen we zelfstandig blijven, ongeveer zoals nu een afstudeerdispuut bij civiele techniek opereert. En ook in de eerste jaren willen we eigen activiteiten organiseren, die wel voor iedereen open zullen staan.”

Toch is er ook optimisme over het nu gevonden minor-alternatief en het behoud van de eigen master. ,,Het internationale masterprogramma loopt al heel goed, als we nu straks ook nog van andere Delftse bachelors mensen kunnen trekken gaat het zeker een succes worden”, meent Landheer.

Thijsse denkt ook dat de nu gevonden oplossing een goed alternatief is. ,,Het is een goede gelegenheid vernieuwingen door te voeren en bedrijven zoals Corus zullen ongetwijfeld onze alumni met veel plezier blijven afnemen.”

,,Materiaalkunde blijft toekomst houden”, vindt ook Lagendijk. Hij denkt dat de master technische materiaalwetenschappen in de toekomst wel voldoende studenten kan trekken. ,,De kritische grens voor een master is ongeveer twintig studenten per jaar. We trokken vorig jaar al twaalf studenten voor alleen de internationale master.”

,,Met materiaalkunde hebben wij iets unieks in Nederland in de aanbieding. Dat blijft ook zo in de nieuwe vorm. We moeten er gewoon voor zorgen dat we op de kaart blijven staan”, aldus Lagendijk.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.