Faculteiten willen hun collegezalen houden

De opsteller ervan, Vastgoedbeheer, had voorgesteld dat elke faculteit een aantal zalen beschikbaar zou stellen voor gezamenlijk gebruik. Het beheer en de logistiek zouden bij Vastgoed berusten.

Volgens Vastgoed is efficiënter gebruik van de bestaande ruimte noodzakelijk, omdat de benuttingsgraad van de collegezalen per jaar slechts 45 procent bedraagt. Faculteiten menen echter dat het voorgestelde systeem omslachtig is. Ze vrezen ook dat ze duurder uit zijn als ze ‘losse’ ruimten moeten gaan huren. Nu betalen ze een totaalprijs voor hun gebouwen. Verder hebben ze er problemen mee dat de prijs van de ruimtes onderling sterk verschilt, afhankelijk van de grootte en de aanwezige voorzieningen zoals video-apparatuur.

Natuurkunde-beheerder Van der Laan: ,,Men vroeg zich vooral af wat de noodzaak was voor het delen van de zalen. Faculteiten blijven liever baas in eigen huis.” De beheerders zijn bang dat ze niet meer het ‘eerste recht’ op de collegeruimte in hun eigen gebouw hebben. En ze vragen zich af wie zich verantwoordelijk zal voelen voor de algemene ruimtes.

,,De noodzaak op langere termijn werd wel duidelijk”, zegt Van der Laan. ,,Door het afstoten van TU-Noord zal veel collegeruimte verloren gaan. Maar het idee van de zalenpool moet met name in financiële zin aangepast worden.” Met het oog daarop hebben de beheerders nu een werkgroep samengesteld.

Volgens Vastgoedbeheer kan door gezamenlijk gebruik van collegeruimte de nieuwbouw worden beperkt. Dat past volgens een woordvoerder ,,in het beeld van een compacte universiteit”. Daarnaast is het in zijn ogen een handreiking naar faculteiten zonder collegezalen, zoals Technische Bestuurskunde en Industrieel Ontwerpen. Hij betreurt de afwijzing van het plan, maar vindt dat ‘de discussie die beoogd was, goed op gang is gekomen’.

Faculteiten vrezen dat een plan voor gemeenschappelijk gebruik van collegeruimte hen teveel zal kosten.

De secretarissen-beheerder hebben onlangs bereikt dat het plan voor een ‘zalenpool’ in de ijskast is geplaatst. De opsteller ervan, Vastgoedbeheer, had voorgesteld dat elke faculteit een aantal zalen beschikbaar zou stellen voor gezamenlijk gebruik. Het beheer en de logistiek zouden bij Vastgoed berusten.

Volgens Vastgoed is efficiënter gebruik van de bestaande ruimte noodzakelijk, omdat de benuttingsgraad van de collegezalen per jaar slechts 45 procent bedraagt. Faculteiten menen echter dat het voorgestelde systeem omslachtig is. Ze vrezen ook dat ze duurder uit zijn als ze ‘losse’ ruimten moeten gaan huren. Nu betalen ze een totaalprijs voor hun gebouwen. Verder hebben ze er problemen mee dat de prijs van de ruimtes onderling sterk verschilt, afhankelijk van de grootte en de aanwezige voorzieningen zoals video-apparatuur.

Natuurkunde-beheerder Van der Laan: ,,Men vroeg zich vooral af wat de noodzaak was voor het delen van de zalen. Faculteiten blijven liever baas in eigen huis.” De beheerders zijn bang dat ze niet meer het ‘eerste recht’ op de collegeruimte in hun eigen gebouw hebben. En ze vragen zich af wie zich verantwoordelijk zal voelen voor de algemene ruimtes.

,,De noodzaak op langere termijn werd wel duidelijk”, zegt Van der Laan. ,,Door het afstoten van TU-Noord zal veel collegeruimte verloren gaan. Maar het idee van de zalenpool moet met name in financiële zin aangepast worden.” Met het oog daarop hebben de beheerders nu een werkgroep samengesteld.

Volgens Vastgoedbeheer kan door gezamenlijk gebruik van collegeruimte de nieuwbouw worden beperkt. Dat past volgens een woordvoerder ,,in het beeld van een compacte universiteit”. Daarnaast is het in zijn ogen een handreiking naar faculteiten zonder collegezalen, zoals Technische Bestuurskunde en Industrieel Ontwerpen. Hij betreurt de afwijzing van het plan, maar vindt dat ‘de discussie die beoogd was, goed op gang is gekomen’.