Opinie

Expertise

De laatste tijd word ik steeds vaker gevraagd voor expertbijeenkomsten. De toekomst van voedselveiligheid, watermanagement, mobiliteit, binnenlandse veiligheid of de identiteit van gemeente Teylingen, al die onderwerpen schijnen niet zonder mijn goed geïnformeerde opvattingen te kunnen.

Dat wil zeggen: de organisatoren van deze meetings zeggen dat ze mijn aanwezigheid bijzonder op prijs stellen en danken mij bij voorbaat hartelijk voor ‘het vrijmaken van mijn kostbare tijd om hen te helpen in hun visievormingsproces’. Als ik dan tegensputter dat ik geen verstand heb van hun vakgebied en alleen geïnteresseerd ben in hoe ze naar toekomst kijken, volgt vaak een geruststellende opmerking, die gepaard gaat met een bescheiden glimlach, dat mijn gebrek aan expertise geen probleem is. Sterker nog, zo wordt er dan gezegd, mijn onkunde is juist goed, omdat ik dan fris en onbevangen naar het onderwerp kan kijken. “Wij zijn bedrijfsblind”, zo stelt men, “en u beziet ons en onze problematiek vast vanuit een heel ander perspectief.” Nu moet ik bekennen dat ik het betrekken van nieuwe invloeden van buiten vaak aanbeveel. Vreemde ogen dwingen niet alleen, maar tonen ook andere, zinnige vergezichten. Zo werd ik vorige week nog door de gemeente Teylingen (fusie van Warmond, Sassenheim en Voorhout) rondgereden in een luxe touringcar vol met, zo formuleerde de burgemeester van Teylingen, ‘frisdenkers’.
Het is lastig om een uitnodiging voor een optreden als niet-expert af te slaan. Je wordt met ‘u’ aangesproken, men luistert oprecht geïnteresseerd naar wat je te zeggen hebt, je komt nog eens ergens en, last but not least, de afsluitende diners op fraaie locaties zijn altijd copieus. Dit alles streelt het ego van deze hoogopgeleide domoor.
Maar ik ken mijn grenzen. Zo was ik blij dat ik niet inging op een vraag van Teleac-radio over de toekomst van kernenenergie. Hoogstverbaasd klonk het: “Maar u bent toch futuroloog? Dan weet u toch alles van de toekomst?”
Niet als een expert beschouwd worden heeft ook nadelen. Zo heb ik verscheidene goede opinieartikelen voor de Volkskrant geschreven over maatschappelijke issues maar die werden afgewezen omdat ik geen autoriteit ben op dat gebied. Een dr-titel gekoppeld aan een TU Delft-achtervoegsel legt het dan toch af tegen het voorzitterschap van een of andere schimmige maatschappelijke organisatie. Ook de misplaatste kritiek op mijn boekje ‘Tegen de geschiedenis’ was voornamelijk gestoeld op het feit dat ik geen historicus ben. En mijn gebrek aan specifieke kennis is niet voldoende om het kleren-van-de-keizer-argument te bestrijden waarmee architecten hun afzichtelijke bouwsels verdedigen. Volgens bouwexperts zijn expertise en esthetisch vermogen positief gecorreleerd: als je het niet mooi vindt dan heb je er blijkbaar geen verstand van.
Gerrit Komrij heeft gezegd: ‘Brainstormen is het privilege van mensen die zich niet kunnen veroorloven te denken.’ Ik heb lang nagedacht of ik me deze uitspraak moet aanrekenen. Moet ik me als niet-expert bescheidener opstellen in brainstorm- en andersoortige expertsessies? Of is, paradoxaal genoeg, mijn non-expertise juist een kenmerk van intellectueel vakmanschap? Ik heb besloten voorlopig nog te genieten van mijn goed ontwikkelde non-expertise. Al die uitstapjes en etentjes zijn toch wel leuk én leerzaam. Vind ik.

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.