‘Er is een verkeerd beeld ontstaan’

Het personeel had het college hierom gevraagd, omdat het twijfelde aan de juistheid van dit advies.

Het voornemen om uit te besteden komt voort uit de Modernisering van de ondersteunende diensten. Alleen de fotografische dienst blijft volgens dat plan onderdeel van de Facilitaire Dienst. De rest van de huisdrukkerij zou met het gehele personeels- en takenpakket overgedaan worden aan een externe drukkerij.

,,Het GEA-Adviesbureau, dat het advies gaf, heeft met de verkeerde mensen gepraat”, zegt H.J. Snabel namens het personeel van de huisdrukkerij. ,,Ze hadden moeten praten met de drukwerkreferenten op de faculteiten, en niet met de managers. Daardoor is er een verkeerd beeld ontstaan.”

Snabel, lid van de onderdeelscommissie van de ondernemingsraad, geeft toe dat de huisdrukkerij in het verleden niet altijd even efficiënt heeft gewerkt. ,,Er is wel geïnvesteerd in het machinepark, maar niet in personeel. Daardoor was er soms te weinig werk, misproductie of lange levertijden. Maar er is ook geen actief promotie- en marketingbeleid gevoerd. We zijn er nu bijna bovenop, maar net nu het schip bijna vlot is, houdt men op met trekken.”
Garanties

Een van de bedreigingen voor de huisdrukkerij is de wildgroei van drukwerk aan de faculteiten. ,,Valse concurrentie”, vindt een medewerker. ,,De faculteiten doen zelf het drukwerk, maar er wordt geen uurloon berekend als de prof zelf aan het kopieerapparaat staat.”

,,Bij uitbesteding zal een externe drukker garanties willen van de TU”, betoogt dezelfde medewerker. ,,Als de TU die kan geven, dan kunnen we toch ook zelfstandig voortbestaan?”

Uitbesteding betekent volgens hem dat het drukwerk duurder wordt voor studenten. ,,We moeten dan buitentarief berekenen. De helft van de studenten laat hier zijn proefschrift of scriptie drukken. Met onze kennis en ervaring kunnen we hen nu adviseren. Dat verdwijnt dan ook.”

Snabel ziet veel meer in samenwerken met een externe drukker. ,,We kunnen dan gebruik maken van elkaars capaciteiten en kennis. De huisdrukkerij kan de kleinere hoeveelheden drukwerk in zwart-wit blijven verzorgen, het printing-on-demand. Grote klussen in kleur zijn dan voor de externe partij. Het personeel blijft in dienst van de TU, waardoor ze niet hun pensioen of spaarloon kwijtraken. En we kunnen onze service aan studenten blijven verlenen. Dat zou de TU toch wat waard moeten zijn.”

Op korte termijn wordt beslist over de toekomst van de huisdrukkerij. Het personeel kreeg deze week zijn second opinion.

KPMG presenteerde dinsdag een second opinion op het voornemen om het Beeld en Grafisch Centrum (BGC) uit te besteden. Het personeel had het college hierom gevraagd, omdat het twijfelde aan de juistheid van dit advies.

Het voornemen om uit te besteden komt voort uit de Modernisering van de ondersteunende diensten. Alleen de fotografische dienst blijft volgens dat plan onderdeel van de Facilitaire Dienst. De rest van de huisdrukkerij zou met het gehele personeels- en takenpakket overgedaan worden aan een externe drukkerij.

,,Het GEA-Adviesbureau, dat het advies gaf, heeft met de verkeerde mensen gepraat”, zegt H.J. Snabel namens het personeel van de huisdrukkerij. ,,Ze hadden moeten praten met de drukwerkreferenten op de faculteiten, en niet met de managers. Daardoor is er een verkeerd beeld ontstaan.”

Snabel, lid van de onderdeelscommissie van de ondernemingsraad, geeft toe dat de huisdrukkerij in het verleden niet altijd even efficiënt heeft gewerkt. ,,Er is wel geïnvesteerd in het machinepark, maar niet in personeel. Daardoor was er soms te weinig werk, misproductie of lange levertijden. Maar er is ook geen actief promotie- en marketingbeleid gevoerd. We zijn er nu bijna bovenop, maar net nu het schip bijna vlot is, houdt men op met trekken.”
Garanties

Een van de bedreigingen voor de huisdrukkerij is de wildgroei van drukwerk aan de faculteiten. ,,Valse concurrentie”, vindt een medewerker. ,,De faculteiten doen zelf het drukwerk, maar er wordt geen uurloon berekend als de prof zelf aan het kopieerapparaat staat.”

,,Bij uitbesteding zal een externe drukker garanties willen van de TU”, betoogt dezelfde medewerker. ,,Als de TU die kan geven, dan kunnen we toch ook zelfstandig voortbestaan?”

Uitbesteding betekent volgens hem dat het drukwerk duurder wordt voor studenten. ,,We moeten dan buitentarief berekenen. De helft van de studenten laat hier zijn proefschrift of scriptie drukken. Met onze kennis en ervaring kunnen we hen nu adviseren. Dat verdwijnt dan ook.”

Snabel ziet veel meer in samenwerken met een externe drukker. ,,We kunnen dan gebruik maken van elkaars capaciteiten en kennis. De huisdrukkerij kan de kleinere hoeveelheden drukwerk in zwart-wit blijven verzorgen, het printing-on-demand. Grote klussen in kleur zijn dan voor de externe partij. Het personeel blijft in dienst van de TU, waardoor ze niet hun pensioen of spaarloon kwijtraken. En we kunnen onze service aan studenten blijven verlenen. Dat zou de TU toch wat waard moeten zijn.”