Campus

Engelse ziekte

Verengelsing is in, maar je moet wel weten wanneer je moet stoppen. Zo vermeldde het programmaboekje van een Nederlands mannenkoor trots de volgende ‘lovende kritiek’: The Dutch have elevated Anglophilia to an art form.

Een kunstvorm? Hoezo een kunstvorm? Als je zegt dat de creatieve expressie ligt in het najagen van een identiteit die niet eigen is, zeg je dan niet eigenlijk dat je een mechanische nachtegaal hoort zingen? Waar zou de grens dan zitten tussen kunst en kitsch? Stel dat een Bulgaarse zanggroep met de welluidende naam ‘de Heren’ hier Oud-Nederlandse drinkliederen kwam vertolken. Zouden we dat kunst vinden?

De vraag is uiterst relevant voor alle bama-activiteiten, uiteraard. Soms kom ik wel eens een Engelsman of -vrouw tegen in het wild. Ze zijn zo vriendelijk. Alleen je beste Nederlandse vrienden doen zo aardig. Maar dit zijn Engelsen; die zijn altijd zo aardig. Ook als ze je complimenteren met je Engels. Maar je voelt wel wat het betekent. Al doe je zo je best, je bent en blijft een houterige buitenlander. Een outsider. Zoals de koloniale Indiase upperclass-generatie die opgroeide op kostscholen, polo speelde en perfect hete-aardappel-Engels sprak. Die jongens hadden toch ook wel door dat ze nooit echt bij de echte Engelse chique zouden horen?

Maar de TU dan? Hoe Engels kan het onderwijs worden voordat het gênant wordt voor echte Britten? Eigenlijk is juist het besef dat we altijd Nederlands zullen blijven denken het belangrijkste. Het beste Engels geproduceerd door Nederlandse onderzoekers lijkt nog het meest op het werk van achterdochtige detectives die zichzelf schaduwen. Beter dan dat kan het niet. Eigenlijk is juist het besef dat we altijd Nederlands zullen blijven denken ons belangrijkste wapen tegen clowneske vertoningen.

Verengelsing is in, maar je moet wel weten wanneer je moet stoppen. Zo vermeldde het programmaboekje van een Nederlands mannenkoor trots de volgende ‘lovende kritiek’: The Dutch have elevated Anglophilia to an art form.

Een kunstvorm? Hoezo een kunstvorm? Als je zegt dat de creatieve expressie ligt in het najagen van een identiteit die niet eigen is, zeg je dan niet eigenlijk dat je een mechanische nachtegaal hoort zingen? Waar zou de grens dan zitten tussen kunst en kitsch? Stel dat een Bulgaarse zanggroep met de welluidende naam ‘de Heren’ hier Oud-Nederlandse drinkliederen kwam vertolken. Zouden we dat kunst vinden?

De vraag is uiterst relevant voor alle bama-activiteiten, uiteraard. Soms kom ik wel eens een Engelsman of -vrouw tegen in het wild. Ze zijn zo vriendelijk. Alleen je beste Nederlandse vrienden doen zo aardig. Maar dit zijn Engelsen; die zijn altijd zo aardig. Ook als ze je complimenteren met je Engels. Maar je voelt wel wat het betekent. Al doe je zo je best, je bent en blijft een houterige buitenlander. Een outsider. Zoals de koloniale Indiase upperclass-generatie die opgroeide op kostscholen, polo speelde en perfect hete-aardappel-Engels sprak. Die jongens hadden toch ook wel door dat ze nooit echt bij de echte Engelse chique zouden horen?

Maar de TU dan? Hoe Engels kan het onderwijs worden voordat het gênant wordt voor echte Britten? Eigenlijk is juist het besef dat we altijd Nederlands zullen blijven denken het belangrijkste. Het beste Engels geproduceerd door Nederlandse onderzoekers lijkt nog het meest op het werk van achterdochtige detectives die zichzelf schaduwen. Beter dan dat kan het niet. Eigenlijk is juist het besef dat we altijd Nederlands zullen blijven denken ons belangrijkste wapen tegen clowneske vertoningen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.