Onderwijs

Energietransitie zonder regie

Onderzoekers, beleidsmakers en ondernemers zijn allemaal betrokken bij de overgang van fossiele naar duurzame energie. Een verrassende uitkomst van het energiesymposium afgelopen donderdag was dat niemand het voortouw neemt.


Het Delft Energy Initiative had samen met elektrisch vervoerclub D-incert het symposium in het Haagse Museum voor communicatie verzorgd voor beleidsmakers en wetenschappers onder de titel ‘netwerken voor energie’. Het was de bedoeling bruggen te slaan tussen wetenschap en beleid op vier gebieden. duurzame opwekking, elektrische vervoer, distributie van elektriciteit en efficiënt gebruik.


Hoewel informatief, ging de weidsheid van het programma ten koste van de focus. Een groot deel van het programma ging over elektrisch vervoer, waardoor het leek alsof de overgang van fossiele naar duurzame energie samenviel met de overstap naar elektrisch rijden – wat natuurlijk onzin is.


Wat de energietransitie dan wel inhoudt, dat schetste drs. Auke Hoekstra (senior adviser smart mobility bij TU/e en bij netbeheerder Alliander). Hij zag parallellen met de opkomst van internet en duidde een aantal trends aan: Van fossiel naar zonnepanelen; geen atomen verplaatsen maar elektronen; van bezit naar gebruik; en van centrale structuren naar decentrale. Hij verwachtte daarbij de initiatieven niet van de huidige grote bedrijven (die uiteindelijk niet gebaat zijn bij verandering), maar van jonge ingenieurs en kleine bedrijven die in de niches van de huidige structuur opereren.


Hoogleraar proces- en energienetwerken prof.dr.ir. Margot Weijnen (TBM) wilde eerst helderheid over de term ‘smartgrid’ die gebezigd wordt als men het over het elektriciteitsnetwerk van de toekomst heeft (of over de toekomst van het elektriciteitsnetwerk). Met het oog op uiteenlopende bestaande definities stelt Weijen dat het smartgrid in elk geval gedigitaliseerd is, dat het de invoer van duurzaam opgewekte elektriciteit ondersteunt en ingericht is voor tweerichtingsverkeer.


Weijnen (sinds kort lid van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid) verdeelt de keten van centrale naar huiskamer in vier sectoren: opwekking, transport, distributie en gebruik. Ze constateert dat er initiatieven zijn op het transportniveau (zo versterkt netbeheerder Tennet het bestaande hoogspanningsnet en breidt het uit tot ver over de nationale grenzen) en op het lokale niveau van het distributienet. Maar van een coördinatie is geen sprake.


Lokale initiatieven zijn vaak in gang gezet door gedreven enkelingen die mensen om zich heen weten te enthousiasmeren. Een goed voorbeeld is de Rotterdamse wethouder duurzaamheid drs. Alexandra van Huffelen. Als een kleine spraakwaterval vertelde ze hoe ze in Rotterdam het elektrisch vervoer in de stad stimuleert met een gratis parkeerplaats en laadpaal voor de eerste duizend particulieren die elektrisch gaan rijden. Ook gemeentemedewerkers zullen zich steeds vaker elektrisch gaan voortbewegen. Wanneer het elektrisch rijden echt een succes wordt, zal dat een versteviging van het distributienet vergen en waarschijnlijk ook oplaadplaatsen nabij een tussenstation in plaats van voor de deur. Van Huffelen realiseert zich dat, maar wil eerst maar eens die duizend Rotterdammers over de drempel trekken.


Het symposium wilde een podium bieden aan jonge ondernemers om hun oplossingen voor de toekomst te pitchen. Daar kwam weinig van. Drie jonge ondernemers zaten in het panel voor de discussie: Michael Coussement van Cohere (laadinfrastructuur), Wouter Robers Eppyon / ABB (snelladers) en Paul de Jong (personal smart grid solutions). Maar van een pitch kwam niet veel.


Wel nam de zaal kennis van de praktijkervaring van Jurjen de Jong van Greenflux die samen met netbeheerder Enexis een interactieve laadinfrastructuur heeft aangelegd in Brabant. Want wat te doen als twee mensen tegelijk willen opladen aan dezelfde paal, terwijl je weet dat het opladen gauw een uur duurt. Greenflux ontwikkelde met partners een App met informatie over laadpunten in de omgeving zodat gebruikers het laden kunnen inpassen in hun agenda. Naarmate een gebruiker zich flexibeler opstelt, is ze goedkoper uit.


Jonge ondernemers, frisse ideeën, nieuwe technologie – het is er allemaal. Ook voelen de nieuwe bedrijfjes zich niet tegengewerkt door de grote energiebedrijven, noch door de bestaande wet- en regelgeving. Dat bleek tijdens de paneldiscussie. Waarom dan heerst er een gevoel van impasse? Waarom is het niet meer haast bij het realiseren van wat door mensen als Auke Hoekstra en professoren Ad van Wijk en Gijs van Kuik gezien wordt als de grootste uitdaging van de komende decennia?


‘Iemand moet de regie nemen’ merkte iemand uit het publiek op tijdens de slotdiscussie. En daarmee sloeg hij de spijker op z’n kop. Want anders dan in Duitsland, waar de regering vanaf het jaar 2000 een heel duidelijk groen energiebeleid heeft uitgezet, is het Nederlandse energiebeleid over diezelfde periode op z’n best wisselvallig te noemen. Er is zelfs geen ministerie voor energie, wat wellicht een indicatie is voor de publieke belangstelling voor het energievraagstuk.


De nieuwe minister van economische zaken, Henk Kamp, heeft tot verrassing van vriend en vijand ingezet op een flinke uitbreiding van offshore wind in een poging om het aandeel duurzame energie in Nederland van 4 procent nu naar 16 procent in 202 te brengen (de EU vereist 14 procent). Wie weet luidt dit voornemen een einde aan de besluiteloosheid in.


Namens EZ sprak ir. Julia Willams op het symposium als projectleider elektrisch rijden. Ze zei zich te beseffen dat de weg innovatie soms in de weg staat. Ze wil dan ook graag in contact komen met ondernemers en beleidsonderzoekers om te zien hoe elektrisch vervoer de leefbaarheid in de stad kan verbeteren alsmede de luchtkwaliteit en de economische activiteit. Mensen met plannen nodigt ze uit voor een kopje koffie op het ministerie. Misschien is dat hoe innovatie er in de polder uitziet.

 


–> bekijk laadpaal op TU campus in gebruik door heuse Lotus. Gespot door Rob Speekenbrink op 20 december 2012.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.