Opinie

Energietransitie na de verkiezingen

Willem Kesteloo houdt zich als voorzitter van de Delft Energy Club dagelijks bezig met duurzame energie. Maar hij weet nog steeds niet op wie hij moet stemmen.


De woorden duurzaam of groen in combinatie met energie zijn in de afgelopen tijd behoorlijk emotioneel beladen woorden geworden, veel mensen hebben er een positieve dan wel negatieve associatie mee. Feit is wel dat er zoveel mensen zijn die er een associatie mee hebben. In mijn directe omgeving merk ik dit ook, en of het nu een positieve of een negatieve associatie is, de mening dat de manier waarop wij als samenleving energie benaderen moet veranderen lijkt volledig unaniem.



Als ik vervolgens lees dat de PVV duurzaam een ander woord voor duur noemt, dan weet ik niet of ik moet lachen of huilen. Gelukkig valt het dan weer alleszins mee als ik daarna de standpunten van de andere partijen omtrent energie lees, maar toch heb ik het idee dat de langetermijn plannen voor energie in de meeste verkiezingsprogramma’s meer een onderhandelingspositie voorstellen dan een daadwerkelijke visie.



Zo buitelen de meeste partijen over elkaar heen met percentages en jaartallen. Groenlinks wil 20% duurzame energie opwekking in 2020, en in 2050 is alle energie schoon, het CDA wil 14% duurzame energie opwekking in 2020, maar volgens het Centraal Planbureau gaat het CDA dat niet halen en D66 wil naast de 20% duurzame energie opwekking in 2020 ook nog eens 2% energie per jaar besparen.


Uit het verleden is gebleken dan maandenlange onderhandelingen over de percentages binnen doelstellingen een stagnerend effect heeft op de doelstelling zelf, terwijl onze generatie straks met de rekening zit als de doelstellingen niet worden gehaald – en dan voelen we dat niet alleen in onze portemonnee. Momenteel bungelt Nederland onderaan het lijstje van Europa als het gaat over het percentage duurzaam opgewekte energie en daar moet verandering in komen.


Zelf ben ik dan ook groot voorstander van het Nationaal Energietransitie Akkoord. Een akkoord waarin de lange termijn energietransitie-doelen en -plannen partijoverstijgend vastliggen. Een akkoord waar de VVD, SP, D66, GroenLinks, Partij voor de Dieren, CDA en ChristenUnie kort na de verkiezingen, naar eigen zeggen, mee willen komen ongeacht de uitslag van de verkiezingen zelf.



De energietransitie is namelijk geen vierjarenplan. Neem alleen al de wetenschappelijke kennis die daarvoor nodig is. De wetenschap van nu is niet de economie van morgen, maar die van over 20 jaar. Als dan elke vier jaar van koers veranderd wordt, is het ondoenlijk om als overheid een faciliterende rol te spelen binnen de energietransitie.



De energietransitie gebeurt nu. Ik geloof in een energiebewuste samenleving die met gebruik van CleanTech innovaties gekoppeld aan een smartgrid zichzelf van duurzame energie kan voorzien. Dat is een hele mond vol, maar technologisch gezien haalbaar. Nu de politiek nog. Daarin ontbreekt het aan eenduidigheid. De ene partij heeft de kolentax in haar programma opgenomen, de andere partij staat voor het invoeren van zogeheten green deals en weer een ander partij wil dat er een Deltawet komt. Stuk voor stuk plannen ter bevordering van een duurzame samenleving. Maar ik weet nog steeds niet op wie ik straks moet stemmen.


Ik zou zo graag willen dat er straks gestemd kan worden op partijen die nu inderdaad staan voor haar eigen standpunten en daarmee zoveel mogelijk draagvlak creëren binnen de maatschappij, maar die elkaar na 12 september ook weer weten te vinden aan tafel. Die bereid zijn een lange termijnvisie op te stellen en de politieke wilskracht hebben om deze ook – met elkaar – uit te voeren.

 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.