Wetenschap

‘Elke IO-student moet minimaal een dag naar Eindhoven’

Zaterdag begint het grootste designevenement van Noord-Europa, de Dutch Design Week in Eindhoven. Zoals elk jaar is de TU Delft van de partij. Achttien projecten uit Delft staan op de tentoonstelling Mind the Step. Delta sprak met de bedenkers van twee van die projecten.

Mind the Step: the exhibition of the technical universities at the Dutch Design Week. (Foto: Mind the Step)

Ruim 2500 ontwerpers, meer dan 295.000 bezoekers en op zo’n honderd locaties organiseert de Dutch Design Week tentoonstellingen, lezingen, prijsuitreikingen, netwerkbijeenkomsten en debatten. Mind the Step is een van die tentoonstellingen. Hier laten technische universiteiten hun onderzoeken zien. “Bij andere tentoonstellingen worden vooral de prototypes geshowd als losstaande objecten, hier laten wij echt zien dat het prototype een deel is van een lopend onderzoek”, vertelt Maaike Kleinsmann, commissielid van de tentoonstelling. “Met de drie ontwerpfaculteiten laten we echt de kracht zien van ons onderzoek, en daar krijgen we elk jaar veel positieve reacties op.”


Dutch%20Design%20Week%202.png


Fashionweek


“Ik vind dat iedere IO-student er minimaal een dag naartoe moet”, aldus Daan van Eijk, directeur van 4TU, een organisatie die de TU’s bij elkaar brengt. “Als je mode studeert, ga je toch ook naar de Fashionweek? Je komt hier nieuwe thema’s tegen en je kunt goed bedenken wat je zelf wil. Op de Dutch Design Week vind je belangrijke inspiratiebronnen.” Bij Industrieel Ontwerpen ziet Kleinsmann steeds meer aandacht voor dit soort tentoonstellingen. “De impact van dit soort evenementen wordt steeds duidelijker . Als je hier bijvoorbeeld staat met je start-up, kun je veel publiciteit krijgen en investeerders trekken.”


 


Zebro_DeciZebro1.jpg


Wij willen dat de zebro wereldbekend wordt


Dat is ook een van de redenen om naar de beurs te komen voor het team dat zebro’s ontwikkelt. Zebro’s zijn zespotige looprobots die lastige en gevaarlijke terreinen kunnen verkennen en werken in een zwerm, dus met elkaar. Mattijs Otten studeerde af met een modulair ontwerp dat de serieproductie van de zebro mogelijk maakt.


“Ik hoop mensen uit het bedrijfsleven te vinden die in ons willen investeren en die er honderden willen produceren met mijn ontwerp”, vertelt hij. “En ik hoop dat we bij bezoekers kunnen peilen wat zij vinden van onze robots. Waar zijn ze bang voor? Wat vinden ze mooi? Wat zouden ze ervan vinden als er straks honderd door Eindhoven lopen?” Otten is zelf nooit op de Dutch Design Week geweest. “Ik kreeg er niet zoveel van mee op IO. Daar blijven ontwerpen vaak binnenshuis en bij bedrijven, die ze eventueel gebruiken. Wij willen dat de zebro de wereld in gaat en gaan daarom naar dit soort beurzen.”


We merken echt dat het een kans is


Op de beurs heeft zijn team acht grote en een aantal kleine zebro’s rondlopen. “Je merkt dat de Dutch Design Week een stuk groter en professioneler is dan de andere beurzen waar we zijn geweest. Zo kregen we bijvoorbeeld een mediatraining. We zijn met ons team al maanden naar dit evenement aan het toe werken en we merken echt dat het een kans is!”


 


bone-infill-prints.png


 


Botstructuur

Jun Wu staat met zijn team op Mind the Step om daar een 3D-geprinte stoel te showen die gebruikmaakt van een botstructuur. “Als je naar de inwendige structuur van een bot kijkt, is hij nogal sponzig, maar wel heel sterk”, legt hij uit. “Wij maakten deze na en het werkt heel goed. We besparen hiermee veel materiaal.” Wu werd gevraagd door de faculteit. “Ze vonden ons project ‘wonderful’. Ik vind het een interessante beurs, mijn achtergrond is namelijk niet design maar computer science. Ik wil wel verder in design. Na deze beurs hoop ik dat meer designers onze structuur zullen gebruiken bij hun projecten.”


Hoe kom je er terecht?

Van de drie technische universiteiten zijn er uit de ongeveer 110 inzendingen slechts 72 projecten geselecteerd. “Dat selectieproces is altijd lastig”, vertelt Kleinsmann. “We proberen een goede representatie van de drie TU’s te laten zien in verschillende thema’s. We zoeken naar een goede mix. In de lente sturen we ‘call for projects’ en verzamelen we de projecten. Binnen de faculteit hebben we korte lijnen met interessante projecten.”


Projecten moeten innovatief zijn en je moet een tastbaar protoype maken


Kleinsmann heeft nog tips. “Zorg ervoor dat je een prototype maakt met een tastbaar resultaat, er moet iets te zien zijn. Verder moet het innovatief zijn, vernieuwend.” “Praat met de organisatie”, zegt Jun Wu. “En vraag mensen die er eerder hebben gestaan om tips.” Niet bang zijn om hulp te vragen is ook een tip van Otten. “Stap op zo’n beurs af met je project en zorg dat mensen enthousiast worden als ze het zien. Verder kan het communicatieteam van de faculteit je helpen.”


Op woensdag en donderdag rijden er bussen van IO naar Eindhoven. Kijk voor meer informatie en het hele programma op de website van de Dutch Design Week. 


Roos van Tongeren / Redacteur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.