Onderwijs

‘Elektronische borden voldoen niet’

De nieuwe elektronische borden in gerenoveerde collegezalen werken niet goed. Ze zijn niet leesbaar achterin zalen bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI).

De borden zijn afgelopen zomer bij EWI en Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) opgehangen en bestaan uit vier delen waarop vier beamers informatie projecteren. De onderste twee borden zijn ook smartboards waarop met een elektronische pen is te schrijven.

De borden voldoen niet, meent Dagmar Stadler, hoofd onderwijs en studentenzaken (O&S) bij EWI. Er verschijnt een knik als de vier beamers gezamenlijk één beeld projecteren. “Bij een tabel of rechte lijn is dat slordig”, zegt Stadler. “Ook reageren de borden zeer traag als je er op schrijft. Je kunt niet schetsen.”

Verder worden de borden niet egaal belicht en vertonen ze vlekken. Bovendien zijn ze bij EWI achterin niet te lezen. “Het systeem is meer geschikt voor middelgrote zalen”, zegt faculteitssecretaris Geerlinge Pessers.
Volgens Pessers is dat tijdens een voorlichtingsbijeenkomst in april al aangegeven, maar zijn de borden toch opgehangen. Stadler zegt dat bij een proefopstelling met één bord al bleek dat het niet leesbaar was.
Gerrit Kahlman, directeur van de dienst facilitair management en vastgoed (FMVG), reageert door te zeggen dat dit ‘iemands mening’ is. “Dit project is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid ingevoerd. Het is niet zo dat daarvóór deze problemen al dusdanig bekend waren dat we het project moesten stoppen. Als er iets niet klopt, dan is het evaluatiemoment het juiste moment om alles tegen het licht te houden.”

Volgens Stadler is een oplossing gevonden in ‘lapmiddelen als extra schermen halverwege de zaal’. “Het bestaande ontwerp was heilig. Het ergste, vind ik, is dat wij een onderwijsinstelling zijn, maar op dit moment geen goed onderwijs kunnen verzorgen.”
De crux volgens Stadler: “O&S’ers weten alles van onderwijs, FMVG’ers weten alles van bouwen, maar je spreekt een andere taal.” Kahlman zegt ‘niets met deze opmerking te kunnen’.

Wel wil hij ingaan op het verwijt van Stadler dat er geen informatie is over wanneer welke oplossing komt. “Maar daarvoor moet ik eerst weten wat er aan de hand is en daar hebben we binnenkort een evaluatie voor.”

“Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.” Aldus begint het wetsvoorstel kilometerprijs, de veelbesproken kilometerheffing. Het wordt een wet met echte formules waardoor het bijna wetenschappelijk lijkt. Alles is opgehangen aan de uitstoot van CO2, de bron van alle kwaad. Hoewel een vegetariër in een Hummer beter voor het milieu schijnt te zijn dan een vleeseter in een Prius, gaat die vegetariër straks toch de rekening betalen. De CO2-uitstoot (g/km) van een benzineauto berekent men op basis van het gewicht van de auto: (17,993 + 0,123*A)*B, waarbij A het gewicht (kg) is en B de bouwjaarfactor. “De bouwjaarfactor bedraagt 1 voor het bouwjaar 2008 en wordt voor andere bouwjaren vastgesteld bij regeling van Onze Minister.” Een geniepig instrument om oudere auto’s straks naar willekeur te kunnen belasten. Voor B=1 stoot een Toyota Aygo (780 kg) per kilometer 114 gram CO2 uit, een Peugeot 207 (1140 kg) 158 gram en een Hummer H2-SUT (3060 kg) 394 gram. Het basistarief (eurocent per kilometer) wordt als volgt berekend:
0,00013775*C + 0,00296394*(-186,212 + D*3,139) + 0,12269149. Het concept van significante cijfers lijkt volstrekt onbekend bij het Ministerie van V&W waar men domweg alle cijfers uit de display van de rekenmachine noteert. D is de CO2-uitstoot (g/km) en C is ‘het bij het motorrijtuig behorend bedrag’. Ook C is weer een functie van de CO2-uitstoot en bedraagt 0 euro tot 110 g/km, €95,- voor elke gram tussen 110 en 180 g/km, 286 €/g tussen 180 en 270 g/km, en 667 €/g voor iedere gram boven 270 g/km. Voor de Aygo komt het basistarief op 0,7 cent per kilometer. Dat lijkt schappelijk, maar niet als je bedenkt dat op een Aygo sinds 1 januari 2009 geen BPM meer zit, en de wegenbelasting slechts 44 euro per jaar bedraagt. Een Aygobezitter is straks dus 44 euro goedkoper uit maar kan daarvoor op jaarbasis slechts 6300 kilometer rijden. Voor iedere kilometer meer is hij slechter af. Voor een Peugeot 207 kost iedere kilometer 1,7 cent en die vegetariër in z’n Hummer betaalt 17,5 cent per km. Voor LPG geldt een toeslag van 2,1 (Aygo) tot 7,3 cent (Hummer), en auto’s die veel fijnstof (PM10) produceren, betalen 2,5 cent per kilometer meer. Klassieke auto’s die nu zijn vrijgesteld van wegenbelasting gaan straks dus fors betalen.
Waarom zo nodeloos ingewikkeld? Alles wordt opgehangen aan de CO2-uitstoot en die wordt volledig bepaald door het brandstofverbruik: een liter benzine produceert ongeveer 2 kg CO2. Sinds jaar en dag wordt ons brandstofverbruik keurig geregistreerd door de benzinepomp. Schaf de BPM en de wegenbelasting af en maak benzine 50 eurocent per liter duurder. Dan betaal je netto voor een Aygo 2,3 cent per kilometer, 3,1 cent voor een 207 en 7,1 cent voor een Hummer. Er is geen peperduur registratiesysteem nodig (installatie 3-4 miljard euro; exploitatie 1 miljard euro per jaar), iedereen betaalt netjes per kilometer en zuinige auto’s betalen minder dan benzineslurpers. Want ik voorspel: (1) De invoering kost veel meer dan nu begroot; (2) Er zijn meer kinderziektes dan bij de OV-chipkaart en C2000 tezamen; (3) De files nemen niet af; (4) Bijna iedereen is duurder uit dan nu; (5) Geen enkele bewindspersoon had dit zien aankomen en niemand is straks verantwoordelijk. Als u mij pessimisme verwijt dan daag ik u uit deze column over vijf jaar te herlezen om te ervaren hoe realistisch hij in 2009 was.

Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.