Opinie

Elektrische vrijheid

De waterstofbus beleefde bij haar introductie vorige week in Den Haag een alles behalve vliegende start. De bus reed niet, de accu liet het afweten, de toekomst stond stil.

Het wil nog niet zo vlotten met de waterstofvoertuigen. En dat terwijl de mobiliteitssector dringend aan vernieuwing toe is. Het fijnstof staat ons aan de lippen en ook de ongebreidelde CO2-uitstoot stemt niet vrolijk. Auto’s blijken echter een hardnekkig probleem. Ze vormen een belangrijke vervuilingsbron, maar een transformatie van de mobiliteitssector laat op zich wachten.

Als nieuwe technologie zich slechts haperend ontwikkelt, zoals bij de waterstofbussen, schiet zo’n transformatie natuurlijk niet op. Er is echter een meer fundamenteel probleem, namelijk het technologisch conservatisme waarin het autorijden gevangen is. Als het over auto’s gaat, wordt iedere fundamentele verandering met argwaan bekeken. Veel automobilisten waken angstvallig over hun gekoesterde verworvenheden: wat past beter bij de moderne individuele vrijheid dan de auto? Iedere inmenging met auto’s en hun eigenaren wordt bijkans als aantasting van de universele rechten van de mens aangemerkt. Ook de auto- en olie-industrie hebben gevestigde belangen die ze met hand en tand verdedigen.

Het enthousiasme waarmee biobrandstoffen omarmd worden, is typerend voor het technologisch conservatisme rondom auto’s. Biobrandstoffen vergen geen revolutionaire aanpassing van de automobiele infrastructuur. Het blijft een kwestie van instappen, rijden, tanken en weer verder. Er hoeven tankstations noch elektromotoren ontmanteld te worden. Maar ook biobrandstoffen blijken geen duurzame oplossing te bieden. Over waterstofbussen maakt niemand zich druk, want die vormen vooralsnog geen serieuze bedreiging voor de bestaande manier van autorijden.

Tijd voor een kleine revolutie: weg met de uitlaat, lang leve de elektrische auto! De technologie is ruimschoots voorhanden. Op dezelfde dag dat de waterstofbus in Den Haag niet reed, ging de NS in Den Haag van start met een proef met elektrische scooters. De elektrische Tuk Tuks rijden al langer. Vooral voor het stadsverkeer zouden elektrische auto’s een uitkomst zijn. Geen uitlaatdampen meer in onze woon- en werkcentra.

Bijkomend voordeel is dat de energievoorziening centraal gereguleerd kan worden. Het is dan relatief makkelijk om een technologische vernieuwing door te voeren, zeker in vergelijking met de diffuse auto-industrie. Bij elektriciteitsopwekking door kolen kan de CO2 worden afgevangen. Opwekking met waterkracht of zonne-energie zou nog beter zijn.

Bovendien sluit de technologie van elektrische auto’s aan bij andere technologische ontwikkelingen. Accu’s maken momenteel een ongekende ontwikkeling door. Onze behoefte aan individualiteit en mobiliteit wordt bevredigd met steeds kleinere accu’s in iPods, laptops en mobiele telefoons. Een elektrische auto past naadloos in die ontwikkeling.

Duizenden mensen overlijden per jaar aan langdurige blootstelling aan fijnstof. Het IQ van kinderen die intensief worden blootgesteld aan fijnstof is lager dan bij vergelijkbare groepen. De dreiging van het broeikaseffect is bijna tastbaar. Genoeg redenen om de greep van de vloeibare brandstoffen te doorbreken. Zo’n revolutie heeft echter wel de nodige stimulans nodig, bijvoorbeeld van overheidswege, die nu uitblijft. Misschien ligt hier een mooie taak voor de ontwerpers van de Superbus.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management

De waterstofbus beleefde bij haar introductie vorige week in Den Haag een alles behalve vliegende start. De bus reed niet, de accu liet het afweten, de toekomst stond stil. Het wil nog niet zo vlotten met de waterstofvoertuigen. En dat terwijl de mobiliteitssector dringend aan vernieuwing toe is. Het fijnstof staat ons aan de lippen en ook de ongebreidelde CO2-uitstoot stemt niet vrolijk. Auto’s blijken echter een hardnekkig probleem. Ze vormen een belangrijke vervuilingsbron, maar een transformatie van de mobiliteitssector laat op zich wachten.

Als nieuwe technologie zich slechts haperend ontwikkelt, zoals bij de waterstofbussen, schiet zo’n transformatie natuurlijk niet op. Er is echter een meer fundamenteel probleem, namelijk het technologisch conservatisme waarin het autorijden gevangen is. Als het over auto’s gaat, wordt iedere fundamentele verandering met argwaan bekeken. Veel automobilisten waken angstvallig over hun gekoesterde verworvenheden: wat past beter bij de moderne individuele vrijheid dan de auto? Iedere inmenging met auto’s en hun eigenaren wordt bijkans als aantasting van de universele rechten van de mens aangemerkt. Ook de auto- en olie-industrie hebben gevestigde belangen die ze met hand en tand verdedigen.

Het enthousiasme waarmee biobrandstoffen omarmd worden, is typerend voor het technologisch conservatisme rondom auto’s. Biobrandstoffen vergen geen revolutionaire aanpassing van de automobiele infrastructuur. Het blijft een kwestie van instappen, rijden, tanken en weer verder. Er hoeven tankstations noch elektromotoren ontmanteld te worden. Maar ook biobrandstoffen blijken geen duurzame oplossing te bieden. Over waterstofbussen maakt niemand zich druk, want die vormen vooralsnog geen serieuze bedreiging voor de bestaande manier van autorijden.

Tijd voor een kleine revolutie: weg met de uitlaat, lang leve de elektrische auto! De technologie is ruimschoots voorhanden. Op dezelfde dag dat de waterstofbus in Den Haag niet reed, ging de NS in Den Haag van start met een proef met elektrische scooters. De elektrische Tuk Tuks rijden al langer. Vooral voor het stadsverkeer zouden elektrische auto’s een uitkomst zijn. Geen uitlaatdampen meer in onze woon- en werkcentra.

Bijkomend voordeel is dat de energievoorziening centraal gereguleerd kan worden. Het is dan relatief makkelijk om een technologische vernieuwing door te voeren, zeker in vergelijking met de diffuse auto-industrie. Bij elektriciteitsopwekking door kolen kan de CO2 worden afgevangen. Opwekking met waterkracht of zonne-energie zou nog beter zijn.

Bovendien sluit de technologie van elektrische auto’s aan bij andere technologische ontwikkelingen. Accu’s maken momenteel een ongekende ontwikkeling door. Onze behoefte aan individualiteit en mobiliteit wordt bevredigd met steeds kleinere accu’s in iPods, laptops en mobiele telefoons. Een elektrische auto past naadloos in die ontwikkeling.

Duizenden mensen overlijden per jaar aan langdurige blootstelling aan fijnstof. Het IQ van kinderen die intensief worden blootgesteld aan fijnstof is lager dan bij vergelijkbare groepen. De dreiging van het broeikaseffect is bijna tastbaar. Genoeg redenen om de greep van de vloeibare brandstoffen te doorbreken. Zo’n revolutie heeft echter wel de nodige stimulans nodig, bijvoorbeeld van overheidswege, die nu uitblijft. Misschien ligt hier een mooie taak voor de ontwerpers van de Superbus.

Lotte Asveld is promovenda bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.