Einde Sodexo-monopolie op TU

De ‘horecavisie’ betekent het einde van de monopoliepositie van cateraar Sodexo. Die werd de laatste tijd al iets minder door de aanwezigheid foodtrucks buiten op de campus. Die ontwikkeling zet met de visie verder door naar de TU-gebouwen zelf. Meerdere cateraars moeten in de toekomst verschillende soorten voorzieningen gaan uitbaten. Overigens betekent dat (nog) niet dat Sodexo verdwijnt. Het contract met de cateraar loopt tot juni 2017. 

In het plan is de catering verdeeld over verschillende niveaus:

• op verdiepingen in grote en op centrale plekken in kleinere gebouwen komen ‘luxe automatenwanden’;
• op de begane grond of nabij de ingang van gebouwen komen kleinere ‘huiskamers’ met vers bereide producten, magnetrons en liefst een terras; TU Noord (lees Bouwkunde) krijgt een plusvariant van dit concept;
• vier zones (de aula, tussen IO en 3mE, in het sportcentrum en TU-Zuid) krijgen een grootschalig restaurant met mogelijk verschillende exploitanten. Ook moeten hier terrassen komen en opstelplaatsen voor foodtrucks, zodat er een ‘marktplaats’ ontstaat;
• in de aula komt een faculty club met à la carte eten en drinken en bediening aan tafel. 

Welke sfeer de cafés, restaurants en koffiehoeken krijgen, welke soorten eten ze bieden en welke openingstijden ze hebben hangt af van de lokale wensen. Dat moet zorgen voor diversiteit in het aanbod en voor marktwerking. Meer diversiteit betekenen ook dat in de toekomst niet iedere faculteit een volwaardig restaurant heeft en dat prijzen en kwaliteitsniveaus meer uiteen gaan lopen. 

Met de horecavisie denkt de TU ‘beter te voorzien in de behoefte van de gebruikers’. Die hebben de afgelopen jaren veel geklaagd over de kwaliteit en de prijs van het eten van Sodexo, getuige de Facebook-pagina ‘Sodexo we’ve had enough’. Ook uit enquêtes komt steevast naar voren dat studenten en medewerkers, vooral de internationale, niet tevreden zijn met het aanbod. 

De horecavisie hecht daarbij veel belang aan het concept van een ‘living campus’, waar ‘alle voorzieningen beschikbaar zijn en onderlinge ontmoeting centraal staat’. De TU is ervan overtuigd dat goede horeca daarbij hoort. “Om onze ambitie van internationale topuniversiteit waar te (blijven) maken, is het van groot belang dat we de komende jaren een significante slag maken met de kwaliteit en diversiteit van de horeca op de campus.”

Aan die ‘aantrekkelijke campus’ waar de visie van spreekt hangt wel een prijskaartje. De TU berekent 6,7 miljoen euro te moeten investeren in geschikte locaties. Grotendeels is dat bedrag al opgenomen in de vastgoedstrategie van de universiteit. Daarbij komt een verwachte jaarlijkse ‘onrendabele top’ in de exploitatie van ongeveer 250 duizend euro. Dat bedrag kan lager uitvallen, maar volledig kostendekkend zal de horeca niet worden, omdat de TU wil vasthouden aan haar randvoorwaarden: een relatief goedkoop basisassortiment, ruime openingstijden en overall redelijke prijzen.

Bij de uitvoering van de visie houdt de universiteit rekening met haar eigen vastgoedstrategie. Op basis daarvan, en met een slag om de arm, kunnen de eerste nieuwe voorzieningen open in 2016 en de laatste in 2018 of 2019.