Wetenschap

Een zeppelinhalte kun je overal neerzetten

Graaf Ferdinand von Zeppelin had het waarschijnlijk niet meer verwacht. Maar er zijn uitgewerkte plannen om het naar hem genoemde luchtschip, de zeppelin, te betrekken in de verkeersinfrastructuur.

Ir. Arjan van Timmeren studeerde af op het ontwerp van een ‘Zeppelin-transferium’. En passant werd hij bij Bouwkunde ‘Beste afstudeerder’.

Het idee van Van Timmeren kwam niet helemaal uit de lucht vallen. ,,Ik heb in een onderzoeksstudie gekeken naar milieuproblemen, en dan vooral naar alternatieven voor de vervuiling van de luchtvaart.” Als een van de mogelijke alternatieven kwam de zeppelin in beeld. Van Timmeren: ,,Het probleem bij invoering van de zeppelin als algemeen transportmiddel is dat er totaal geen infrastructuur voor is. Een nadeel van de zeppelin ten opzichte van een normaal verkeersvliegtuig is de lage snelheid. Dit maakt de zeppelin niet geschikt voor transport over langere afstanden.”

Bij de landing van een zeppelin waren vroeger meer dan een paar man nodig om het gevaarte naar de goede plaats te geleiden. Van Timmeren ontwierp een soort ‘ooievaarsnest’, een paal waarop via een uit- en inschuifconstructie een zeppelin relatief eenvoudig kan landen. ,,Dat betekende als bouwkundige toch wel een stap buiten mijn vakgebied.” Van Timmeren dook in aspecten van de luchtvaart, maar stak daarnaast ook op werktuigbouwkundig gebied zijn licht op.

Van Timmeren zegt over de voordelen van een zeppelin: ,,Milieutechnisch is een zeppelin veel gunstiger dan een gewoon vliegtuig. Waar bij een vliegtuig een deel van de voortstuwende kracht nodig is om de lift te handhaven, kan bij een zeppelin, die immers min of meer vanzelf omhoog gaat, alle beschikbare energie gebruikt worden om het ding vooruit te krijgen.”

Bij de huidige generatie luchtschepen is het mogelijk om het frame te bedekken met transparante folie. ,,Dit geeft de mogelijkheid om in de ballon een spiegelconstructie met zonnecellen te verwerken. Als naar verwachting over twintig jaar het rendement van zonnecellen tegen de twintig procent bedraagt, kan een zeppelin op die manier voor vrijwel honderd procent self supporting rondvliegen. Nu is dat nog tachtig procent.”

Bij conventionele vliegtuigen wordt zowel bij de start als bij de landing het meeste brandstof verbruikt. Bovendien komen er dan ook veel ongezonde stoffen vrij. ,,Dat betekent dus dat bij korte vluchten relatief de meeste vervuiling optreedt. Op dat punt is de zeppelin dus een behoorlijk alternatief voor passagierstransport.” Het algemeen geopperde bezwaar blijft de snelheid van het ding. Van Timmeren bestrijdt deze bezwaren: ,,Voor een compleet traject Amsterdam-Londen, van deur tot deur, heb ik uitgerekend dat het op de totale reistijd van drie uur ongeveer een kwartier langer gaat duren, als je volgens deze plannen met de zeppelin gaat reizen.”
Betaalbaar

Van Timmeren wijst op de tweeslachtige houding van overheden ten opzichte van het milieu. ,,Overheden willen aan de ene kant wel dat het milieu minder belast wordt, maar aan de andere kant subsidiëren ze de luchtvaart door op vliegvelden kerosine voor spotprijzen te leveren. Als daarop milieubelasting zou worden geheven, dan zou mijn plan al aardig aantrekkelijk worden.” De investeringen om een vloot zeppelins aan te schaffen zijn vergelijkbaar met die van een normale luchtvloot, maar die voor de ‘landingspalen’ zullen een stuk lager zijn.

,,Bovendien”, zo zegt Van Timmeren, ,,kun je zo’n ding overal neerzetten. Het enige wat je nodig hebt is een vrije straal van honderd meter in het luchtruim boven het aanlegpunt. Omdat ik oorspronkelijk uit Groningen kom, heb ik een voorbeeld, van hoe de zeppelin deel uit kan maken van een geïntegreerd vervoerscentrum, daar geprojecteerd. Je zou je hetzelfde ook midden in het centrum van elke willekeurige stad kunnen voorstellen.”
DE PRIJSWINNAARS

De beste afstudeerders van het afgelopen studiejaar, volgens het Universiteitsfonds, zijn behalve Arjan van Timmeren en Astrid Wisse ook ir. B. Sprenger en ir. A.P. van ’t Veer, die vorige week al in Delta stonden. Hieronder de namen van overige gelauwerde afstudeerders.

* ir. E.P. van Haastregt (Civiele Techniek). ‘Sneltramhalte onder Amsterdam-CS’

* ir. J.J. Meeuwsen (Elektrotechniek). ‘Het nut van nevenfuncties in de beveiliging van hoogspanningsnetten’

* ir. M. Rietdijk (Geodesie). ‘Gebruik van onroerend goed door horeca’

* ir. H.K. Björnstad (Mijnbouw). ‘Nitrogen flooding of gas-condensates in stratified reservoirs’

* ir. T.M.H.E. Tielens (Technische Natuurkunde). ‘Dielectric theory of the electronic stopping power of swift ions in crystals’

* ir. J.W. van Rhijn (Industrieel Ontwerpen). ‘Werkplek voor de hand- en microchirurg’

* ir. J.A. Talman (Scheikunde). ‘On the unsteady drag coefficients of single spherical particles in two-dimensional motion’

* ir. A. van Oudenaarden (Materiaalkunde). ‘Inwendige spanning en domeinstructuur in amorg Fe40Ni40B20 bepaald met neutronenpolarisatie’

* ir. B. Daan (Informatica). ‘Pampa, The Parallel Multimedia Platform’

* ir. H. Borsje (Werktuigbouw). ‘Planning voor een optimaal ruimtegebruik bij bv Machinefabriek Figee; integratie van ruimte in de capaciteitsplanning’

Jan Peter Leentfaar


Van Timmeren: ,,Amsterdam-Londen, slechts een kwartier langer…”

Graaf Ferdinand von Zeppelin had het waarschijnlijk niet meer verwacht. Maar er zijn uitgewerkte plannen om het naar hem genoemde luchtschip, de zeppelin, te betrekken in de verkeersinfrastructuur. Ir. Arjan van Timmeren studeerde af op het ontwerp van een ‘Zeppelin-transferium’. En passant werd hij bij Bouwkunde ‘Beste afstudeerder’.

Het idee van Van Timmeren kwam niet helemaal uit de lucht vallen. ,,Ik heb in een onderzoeksstudie gekeken naar milieuproblemen, en dan vooral naar alternatieven voor de vervuiling van de luchtvaart.” Als een van de mogelijke alternatieven kwam de zeppelin in beeld. Van Timmeren: ,,Het probleem bij invoering van de zeppelin als algemeen transportmiddel is dat er totaal geen infrastructuur voor is. Een nadeel van de zeppelin ten opzichte van een normaal verkeersvliegtuig is de lage snelheid. Dit maakt de zeppelin niet geschikt voor transport over langere afstanden.”

Bij de landing van een zeppelin waren vroeger meer dan een paar man nodig om het gevaarte naar de goede plaats te geleiden. Van Timmeren ontwierp een soort ‘ooievaarsnest’, een paal waarop via een uit- en inschuifconstructie een zeppelin relatief eenvoudig kan landen. ,,Dat betekende als bouwkundige toch wel een stap buiten mijn vakgebied.” Van Timmeren dook in aspecten van de luchtvaart, maar stak daarnaast ook op werktuigbouwkundig gebied zijn licht op.

Van Timmeren zegt over de voordelen van een zeppelin: ,,Milieutechnisch is een zeppelin veel gunstiger dan een gewoon vliegtuig. Waar bij een vliegtuig een deel van de voortstuwende kracht nodig is om de lift te handhaven, kan bij een zeppelin, die immers min of meer vanzelf omhoog gaat, alle beschikbare energie gebruikt worden om het ding vooruit te krijgen.”

Bij de huidige generatie luchtschepen is het mogelijk om het frame te bedekken met transparante folie. ,,Dit geeft de mogelijkheid om in de ballon een spiegelconstructie met zonnecellen te verwerken. Als naar verwachting over twintig jaar het rendement van zonnecellen tegen de twintig procent bedraagt, kan een zeppelin op die manier voor vrijwel honderd procent self supporting rondvliegen. Nu is dat nog tachtig procent.”

Bij conventionele vliegtuigen wordt zowel bij de start als bij de landing het meeste brandstof verbruikt. Bovendien komen er dan ook veel ongezonde stoffen vrij. ,,Dat betekent dus dat bij korte vluchten relatief de meeste vervuiling optreedt. Op dat punt is de zeppelin dus een behoorlijk alternatief voor passagierstransport.” Het algemeen geopperde bezwaar blijft de snelheid van het ding. Van Timmeren bestrijdt deze bezwaren: ,,Voor een compleet traject Amsterdam-Londen, van deur tot deur, heb ik uitgerekend dat het op de totale reistijd van drie uur ongeveer een kwartier langer gaat duren, als je volgens deze plannen met de zeppelin gaat reizen.”
Betaalbaar

Van Timmeren wijst op de tweeslachtige houding van overheden ten opzichte van het milieu. ,,Overheden willen aan de ene kant wel dat het milieu minder belast wordt, maar aan de andere kant subsidiëren ze de luchtvaart door op vliegvelden kerosine voor spotprijzen te leveren. Als daarop milieubelasting zou worden geheven, dan zou mijn plan al aardig aantrekkelijk worden.” De investeringen om een vloot zeppelins aan te schaffen zijn vergelijkbaar met die van een normale luchtvloot, maar die voor de ‘landingspalen’ zullen een stuk lager zijn.

,,Bovendien”, zo zegt Van Timmeren, ,,kun je zo’n ding overal neerzetten. Het enige wat je nodig hebt is een vrije straal van honderd meter in het luchtruim boven het aanlegpunt. Omdat ik oorspronkelijk uit Groningen kom, heb ik een voorbeeld, van hoe de zeppelin deel uit kan maken van een geïntegreerd vervoerscentrum, daar geprojecteerd. Je zou je hetzelfde ook midden in het centrum van elke willekeurige stad kunnen voorstellen.”
DE PRIJSWINNAARS

De beste afstudeerders van het afgelopen studiejaar, volgens het Universiteitsfonds, zijn behalve Arjan van Timmeren en Astrid Wisse ook ir. B. Sprenger en ir. A.P. van ’t Veer, die vorige week al in Delta stonden. Hieronder de namen van overige gelauwerde afstudeerders.

* ir. E.P. van Haastregt (Civiele Techniek). ‘Sneltramhalte onder Amsterdam-CS’

* ir. J.J. Meeuwsen (Elektrotechniek). ‘Het nut van nevenfuncties in de beveiliging van hoogspanningsnetten’

* ir. M. Rietdijk (Geodesie). ‘Gebruik van onroerend goed door horeca’

* ir. H.K. Björnstad (Mijnbouw). ‘Nitrogen flooding of gas-condensates in stratified reservoirs’

* ir. T.M.H.E. Tielens (Technische Natuurkunde). ‘Dielectric theory of the electronic stopping power of swift ions in crystals’

* ir. J.W. van Rhijn (Industrieel Ontwerpen). ‘Werkplek voor de hand- en microchirurg’

* ir. J.A. Talman (Scheikunde). ‘On the unsteady drag coefficients of single spherical particles in two-dimensional motion’

* ir. A. van Oudenaarden (Materiaalkunde). ‘Inwendige spanning en domeinstructuur in amorg Fe40Ni40B20 bepaald met neutronenpolarisatie’

* ir. B. Daan (Informatica). ‘Pampa, The Parallel Multimedia Platform’

* ir. H. Borsje (Werktuigbouw). ‘Planning voor een optimaal ruimtegebruik bij bv Machinefabriek Figee; integratie van ruimte in de capaciteitsplanning’

Jan Peter Leentfaar


Van Timmeren: ,,Amsterdam-Londen, slechts een kwartier langer…”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.