Opinie

Een ongekende greep op de universiteit

De afgelopen jaren heeft de voorzitter van het college van bestuur van de TU Delft geleidelijk zijn positie uitgebouwd en een ongekende greep gekregen op het beleid van de universiteit.

De ruimte die de universiteitsgemeenschap geboden heeft, is door dr. N. de Voogd met beide handen aangegrepen. De manier waarop hij met het terugtreden van diverse leden van het cvb is omgegaan, is hiervoor illustratief.

Ditmaal is het niet een op de achtergrond opererend derde cvb-lid, maar de rector magnificus, de bekendste persoon uit de TU-gemeenschap, die voortijdig zijn biezen pakt. De wijze van inrichten van het nieuwe cvb sluit echter perfect aan op de manier waarop vorige keren met een bestuurscrisis is omgegaan.

Ruim drie jaar geleden ruimde Janneke Kromhout het veld na onenigheid over het huisvestingsbeleid. Op dat moment werd door het cvb nog wel de noodzaak gezien van een derde lid. Het nieuwe lid Magda Veenendaal kreeg de taken personeel en financiën toebedeeld. Het huisvestingsbeleid ging echter integraal over naar De Voogd.

Na een periode van betrekkelijke rust kwam in september het nieuws dat Magda Veenendaal, ook weer na onenigheid binnen het cvb, terugtrad. Nu was de portefeuille personeel en organisatie de steen des aanstoots. De Voogd besloot vervolgens dat het heikele punt van de TU-brede reorganisatie dan maar aan zijn werk toegevoegd moest worden. De taak van het derde collegelid was nu dermate uitgekleed dat een snelle invulling daarvan volgens het cvb niet direct nodig was. Bovendien was besluitvorming met zijn tweeën eenvoudiger dan met zijn drieën.
Marktdenken

Inmiddels bleek de relatie tussen rector Blaauwendraad en De Voogd zo verstoord, dat verdere samenwerking onmogelijk werd. De vraag waarom het vertrek noodzakelijk was, blijft voorlopig in nevelen gehuld. Feit is dat bij de diesviering in januari jongstleden werd aangegeven dat een tweede deel van de strategienota in de maak was, en dat daarin meer aandacht zou komen voor onderwijs en onderzoek, traditioneel de kerntaak van de rector magnificus.

De vorige strategienota droeg duidelijk het stempel van De Voogd en nam een voorschot genomen op de inmiddels lopende reorganisaties en de verandering van de universitaire bestuursstructuur. Blaauwendraad pleitte bij zijn aantreden voor academische vrijheid en uitte bedenkingen bij het marktgericht denken. Zal zijn vertrek een voorbode zijn voor de wijze waarop nú het beleid ten aanzien van onderwijs en onderzoek ingericht zal worden? Terwijl de MUB en de reorganisaties voor de gemiddelde student nog een ver-van-mijn-bed-show waren, is voor diezelfde student het onderwijs en onderzoek de directe reden om in Delft te zijn.

Mocht de hierboven gegeven schets inderdaad werkelijkheid zijn dan kunnen we, met de bedrijfsmatige aanpak van De Voogd in het achterhoofd, niets anders doen dan de plannen van het cvbmet angst en beven tegemoet zien, slechts hopend dat het allemaal mee zal vallen.
Portefeuilles

Hoe nu verder met onze mooie universiteit, zal menigeen denken. De bij Kromhout en Veenendaal toegepaste strategie van het simpelweg overnemen van de rectorstaken, zal niet lukken zolang De Voogd zichzelf geen leerstoel heeft toebedeeld. Gelukkig is hier ook een oplossing voor te bedenken, namelijk, zoals we in Delta 33 konden lezen, het laten vallen van de traditionele portefeuille-indeling. Hiermee wordt een unieke mogelijkheid gecreëerd voor de voorzitter om zijn overheersende persoonlijkheid te doen gelden op de meest uiteenlopende beleidsterreinen.

Dit hoeft geen probleem te zijn, mits er twee collegeleden bij komen die duidelijk omlijnde ideeën hebben en deze ten opzichte van De Voogd kunnen verdedigen. Als in dezelfde Delta echter ook al gesproken wordt van ,,een harmonieus werkend team” en een ,,regeerakkoord”, waarin De Voogd stevig de hand zal hebben, bekruipt mij het gevoel dat de vorming van het nieuwe cvb wel erg een doorgestoken kaart is.

De afgelopen jaren heeft de voorzitter van het college van bestuur van de TU Delft geleidelijk zijn positie uitgebouwd en een ongekende greep gekregen op het beleid van de universiteit. De ruimte die de universiteitsgemeenschap geboden heeft, is door dr. N. de Voogd met beide handen aangegrepen. De manier waarop hij met het terugtreden van diverse leden van het cvb is omgegaan, is hiervoor illustratief.

Ditmaal is het niet een op de achtergrond opererend derde cvb-lid, maar de rector magnificus, de bekendste persoon uit de TU-gemeenschap, die voortijdig zijn biezen pakt. De wijze van inrichten van het nieuwe cvb sluit echter perfect aan op de manier waarop vorige keren met een bestuurscrisis is omgegaan.

Ruim drie jaar geleden ruimde Janneke Kromhout het veld na onenigheid over het huisvestingsbeleid. Op dat moment werd door het cvb nog wel de noodzaak gezien van een derde lid. Het nieuwe lid Magda Veenendaal kreeg de taken personeel en financiën toebedeeld. Het huisvestingsbeleid ging echter integraal over naar De Voogd.

Na een periode van betrekkelijke rust kwam in september het nieuws dat Magda Veenendaal, ook weer na onenigheid binnen het cvb, terugtrad. Nu was de portefeuille personeel en organisatie de steen des aanstoots. De Voogd besloot vervolgens dat het heikele punt van de TU-brede reorganisatie dan maar aan zijn werk toegevoegd moest worden. De taak van het derde collegelid was nu dermate uitgekleed dat een snelle invulling daarvan volgens het cvb niet direct nodig was. Bovendien was besluitvorming met zijn tweeën eenvoudiger dan met zijn drieën.
Marktdenken

Inmiddels bleek de relatie tussen rector Blaauwendraad en De Voogd zo verstoord, dat verdere samenwerking onmogelijk werd. De vraag waarom het vertrek noodzakelijk was, blijft voorlopig in nevelen gehuld. Feit is dat bij de diesviering in januari jongstleden werd aangegeven dat een tweede deel van de strategienota in de maak was, en dat daarin meer aandacht zou komen voor onderwijs en onderzoek, traditioneel de kerntaak van de rector magnificus.

De vorige strategienota droeg duidelijk het stempel van De Voogd en nam een voorschot genomen op de inmiddels lopende reorganisaties en de verandering van de universitaire bestuursstructuur. Blaauwendraad pleitte bij zijn aantreden voor academische vrijheid en uitte bedenkingen bij het marktgericht denken. Zal zijn vertrek een voorbode zijn voor de wijze waarop nú het beleid ten aanzien van onderwijs en onderzoek ingericht zal worden? Terwijl de MUB en de reorganisaties voor de gemiddelde student nog een ver-van-mijn-bed-show waren, is voor diezelfde student het onderwijs en onderzoek de directe reden om in Delft te zijn.

Mocht de hierboven gegeven schets inderdaad werkelijkheid zijn dan kunnen we, met de bedrijfsmatige aanpak van De Voogd in het achterhoofd, niets anders doen dan de plannen van het cvbmet angst en beven tegemoet zien, slechts hopend dat het allemaal mee zal vallen.
Portefeuilles

Hoe nu verder met onze mooie universiteit, zal menigeen denken. De bij Kromhout en Veenendaal toegepaste strategie van het simpelweg overnemen van de rectorstaken, zal niet lukken zolang De Voogd zichzelf geen leerstoel heeft toebedeeld. Gelukkig is hier ook een oplossing voor te bedenken, namelijk, zoals we in Delta 33 konden lezen, het laten vallen van de traditionele portefeuille-indeling. Hiermee wordt een unieke mogelijkheid gecreëerd voor de voorzitter om zijn overheersende persoonlijkheid te doen gelden op de meest uiteenlopende beleidsterreinen.

Dit hoeft geen probleem te zijn, mits er twee collegeleden bij komen die duidelijk omlijnde ideeën hebben en deze ten opzichte van De Voogd kunnen verdedigen. Als in dezelfde Delta echter ook al gesproken wordt van ,,een harmonieus werkend team” en een ,,regeerakkoord”, waarin De Voogd stevig de hand zal hebben, bekruipt mij het gevoel dat de vorming van het nieuwe cvb wel erg een doorgestoken kaart is.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.