Campus

‘Een natuurkundige moet iets weten van genetica’

Minder studenten, ethische protesten: de biotechnologie heeft het niet makkelijk. Prof.dr.ir. L.A.M. van der Wielen blijft optimistisch en laat zijn licht schijnen over onderzoek, commercie en onderwijs.

,,Ik heb geen probleem met de combinatie van wetenschap en commercie. Je moet alleen wel eigenwijs genoeg zijn en je prioriteiten kennen. En je moet als hoogleraar kijken waar je belangen liggen. Ik heb er geen probleem mee om voor de commercie te werken aan een relevant probleem, alleen: je moet aan de TU geen klussen gaan doen.”

Luuk van der Wielen (34) is sinds september 1997 hoogleraar bioprocestechnologie. Van der Wielen, die in Twente studeerde, kwam in 1986 als promovendus naar Delft om te werken aan multifunctionele bioreactoren. Hij is enthousiast over zijn leerstoel. En de commercie is dat ook. Vandaar ook dat het Kluyverlaboratorium, waar Van der Wielen werkzaam is, een innige relatie heeft met het bedrijf Biotechnical Integrated Research and Development (Bird). Dat bedrijf verzorgt de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor de industrie.

,,En daar zit dan ook weer een financieel voordeel aan voor het lab. Wanneer de ontwikkeling bij Bird een succes is, vloeit dat ook weer terug naar ons. Al zal daar ongetwijfeld een facultaire overhead overheen gaan.”

Onderzoek en industrie functioneren dus parallel aan elkaar, en stimuleren elkaar. Van der Wielen: ,,De meeste promotieplaatsen bij ons worden direct betaald uit de inkomsten uit het bedrijfsleven.”
Herman

De jonge hoogleraar spreekt met toewijding en veel plezier over zijn vakgebied. Logisch uiteraard, maar hoe kan iemand zich zo verliezen in de bioprocestechnologie? Van der Wielen: ,,Toen ik studeerde in Twente was de biotechnologische mogelijkheid er nog niet. Nadat ik een stage bij een mestverwerkingsbedrijf had gelopen, bleek dat er in Delft mogelijkheden waren voor onderzoek. Daar ben ik toen als promovendus aan begonnen.”

En er bleken meer mogelijkheden te liggen binnen het vakgebied. ,,Je kunt meehelpen bij de farmaceutica, bij de voedingsindustrie. Hoe langer ik daaraan meewerk, des te meer mogelijkheden ik zie. Bovendien wordt de rol van de life sciences steeds groter. Daar ligt een rol voor de procestechnologen.”

En daar schuilt ook het gevaar van de publieke opinie. Want biotechnologie, dat heeft te maken met laboratoria waar genetisch geknoeid wordt. Van der Wielen: ,,Bij ons in Delft komt die ethische vraag uiteraard wel ter sprake. Maar hij is hier niet van toepassing aangezien we alleen met bacteriën werken. En bij een bacterie speelt die ethische kwestie niet. Daarbij is alleen de veiligheidsvraag van belang.”

Geen stieren Herman in Delft dus. Toch heeft Van der Wielen hier een duidelijke mening over. ,,Ik sta er open tegenover.Het gaat er natuurlijk om of je voor de mensheid belangrijke stappen voorwaarts kunt doen. Het klonen van mensen gaat daarin absoluut te ver. Maar ik vind dat je ook bij het klonen van koeien en varkens je vraagtekens kunt zetten.”
Format

,,Ik ben als voorzitter van de opleidingscommissie bezig geweest met het maken van een werkbare format voor de propedeuse van de opleiding Technische Natuurwetenschappen. En daar komt ook weer een stukje biotechnologie bij kijken. Want het kan niet zo zijn dat een afgestudeerd natuurkundige niets weet van genetica.”

Van der Wielen houdt er een duidelijke onderwijsvisie op na. ,,Ik vraag me bijvoorbeeld af of het hoorcollege wel de beste onderwijsmethode is. Misschien is het de beste mogelijkheid voor het standaardonderwijs. Maar bij het omgaan met complexere vraagstukken, waarbij met een veelheid aan informatie wordt gewerkt, moet de student gevoel ontwikkelen voor bepaalde zaken. En dat kan nooit in een grote collegezaal.”

De jonge hoogleraar pleit dan ook voor een soort meester/gezel-verhouding aan de universiteit. ,,De actie moet meer bij de student liggen, waarbij de docent als mentor optreedt. Het is een andere manier van denken over onderwijs. Probleem gestuurd onderwijs helpt daarbij om de zaak te structureren.”

Over de studenten zelf is Van der Wielen enthousiast. ,,De studenten bezitten een grote mate van ondernemendheid. Ze dragen zelf interessante problemen aan waar ze aan willen werken. Ze willen wel liefst allemaal naar het buitenland, ja.”

De subfaculteit Scheikundige Technologie heeft te kampen met een dalende interesse van aankomend studenten. ,,Toch ben ik nog steeds tevreden over de screening. Het is niet zo dat mensen hier in het vierde studiejaar nog steeds kunnen sukkelen. De studieadviseurs van Scheikunde gaan toch door met het geven van eerlijke adviezen.”

,,Ik heb geen probleem met de combinatie van wetenschap en commercie. Je moet alleen wel eigenwijs genoeg zijn en je prioriteiten kennen. En je moet als hoogleraar kijken waar je belangen liggen. Ik heb er geen probleem mee om voor de commercie te werken aan een relevant probleem, alleen: je moet aan de TU geen klussen gaan doen.”

Luuk van der Wielen (34) is sinds september 1997 hoogleraar bioprocestechnologie. Van der Wielen, die in Twente studeerde, kwam in 1986 als promovendus naar Delft om te werken aan multifunctionele bioreactoren. Hij is enthousiast over zijn leerstoel. En de commercie is dat ook. Vandaar ook dat het Kluyverlaboratorium, waar Van der Wielen werkzaam is, een innige relatie heeft met het bedrijf Biotechnical Integrated Research and Development (Bird). Dat bedrijf verzorgt de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor de industrie.

,,En daar zit dan ook weer een financieel voordeel aan voor het lab. Wanneer de ontwikkeling bij Bird een succes is, vloeit dat ook weer terug naar ons. Al zal daar ongetwijfeld een facultaire overhead overheen gaan.”

Onderzoek en industrie functioneren dus parallel aan elkaar, en stimuleren elkaar. Van der Wielen: ,,De meeste promotieplaatsen bij ons worden direct betaald uit de inkomsten uit het bedrijfsleven.”
Herman

De jonge hoogleraar spreekt met toewijding en veel plezier over zijn vakgebied. Logisch uiteraard, maar hoe kan iemand zich zo verliezen in de bioprocestechnologie? Van der Wielen: ,,Toen ik studeerde in Twente was de biotechnologische mogelijkheid er nog niet. Nadat ik een stage bij een mestverwerkingsbedrijf had gelopen, bleek dat er in Delft mogelijkheden waren voor onderzoek. Daar ben ik toen als promovendus aan begonnen.”

En er bleken meer mogelijkheden te liggen binnen het vakgebied. ,,Je kunt meehelpen bij de farmaceutica, bij de voedingsindustrie. Hoe langer ik daaraan meewerk, des te meer mogelijkheden ik zie. Bovendien wordt de rol van de life sciences steeds groter. Daar ligt een rol voor de procestechnologen.”

En daar schuilt ook het gevaar van de publieke opinie. Want biotechnologie, dat heeft te maken met laboratoria waar genetisch geknoeid wordt. Van der Wielen: ,,Bij ons in Delft komt die ethische vraag uiteraard wel ter sprake. Maar hij is hier niet van toepassing aangezien we alleen met bacteriën werken. En bij een bacterie speelt die ethische kwestie niet. Daarbij is alleen de veiligheidsvraag van belang.”

Geen stieren Herman in Delft dus. Toch heeft Van der Wielen hier een duidelijke mening over. ,,Ik sta er open tegenover.Het gaat er natuurlijk om of je voor de mensheid belangrijke stappen voorwaarts kunt doen. Het klonen van mensen gaat daarin absoluut te ver. Maar ik vind dat je ook bij het klonen van koeien en varkens je vraagtekens kunt zetten.”
Format

,,Ik ben als voorzitter van de opleidingscommissie bezig geweest met het maken van een werkbare format voor de propedeuse van de opleiding Technische Natuurwetenschappen. En daar komt ook weer een stukje biotechnologie bij kijken. Want het kan niet zo zijn dat een afgestudeerd natuurkundige niets weet van genetica.”

Van der Wielen houdt er een duidelijke onderwijsvisie op na. ,,Ik vraag me bijvoorbeeld af of het hoorcollege wel de beste onderwijsmethode is. Misschien is het de beste mogelijkheid voor het standaardonderwijs. Maar bij het omgaan met complexere vraagstukken, waarbij met een veelheid aan informatie wordt gewerkt, moet de student gevoel ontwikkelen voor bepaalde zaken. En dat kan nooit in een grote collegezaal.”

De jonge hoogleraar pleit dan ook voor een soort meester/gezel-verhouding aan de universiteit. ,,De actie moet meer bij de student liggen, waarbij de docent als mentor optreedt. Het is een andere manier van denken over onderwijs. Probleem gestuurd onderwijs helpt daarbij om de zaak te structureren.”

Over de studenten zelf is Van der Wielen enthousiast. ,,De studenten bezitten een grote mate van ondernemendheid. Ze dragen zelf interessante problemen aan waar ze aan willen werken. Ze willen wel liefst allemaal naar het buitenland, ja.”

De subfaculteit Scheikundige Technologie heeft te kampen met een dalende interesse van aankomend studenten. ,,Toch ben ik nog steeds tevreden over de screening. Het is niet zo dat mensen hier in het vierde studiejaar nog steeds kunnen sukkelen. De studieadviseurs van Scheikunde gaan toch door met het geven van eerlijke adviezen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.