Onderwijs

Een lager bsa ‘werkt averechts’, denken Delftse bestuurders en studenten

Als het aan minister Dijkgraaf ligt, gaat het bindend studieadvies naar maximaal dertig punten. Slecht idee, vinden het college van bestuur en de studentenraad.

Studentenpartijen Oras en Lijst Bèta zijn geen voorstander van een bsa van dertig punten. (Foto: Justyna Botor)

Een bommetje van minster Robbert Dijkgraaf (Onderwijs) vorige week: vanaf studiejaar 2025/2026 wil hij het bindend studieadvies (bsa) verlagen naar maximaal dertig punten. Dat moet bijdragen aan ‘het verbeteren van het studentenwelzijn’, schrijft hij in zijn brief aan de Tweede Kamer, die nog moet stemmen over het voorstel. Momenteel bestaat er geen landelijke norm en legt onder meer de TU Delft de grens op 45 studiepunten. Dat zorgt voor ‘te veel druk op de student’, schrijft de minister.

Het plan klinkt sympathieker dan het is, zegt vice-rector magnificus Rob Mudde. Mogelijk werkt een lager bsa zelfs averechts, denkt hij. Je komt in je tweede jaar met een grotere achterstand binnen. En als je dan nog moet besluiten of je studie bij je past of niet, is de stress al veel hoger opgelopen. De jaren tikken door, net als je studieschuld.”

Toen het bsa in 2009 werd ingevoerd, koos de TU Delft in eerste instantie voor een norm van dertig studiepunten. Dat ‘werkte helemaal niet’, reflecteert Mudde. Studenten gingen erop koersen. Dat werkt door in de rest van je studie. Reken maar uit, dan ben je zo vijf, zes jaar verder voor je een bachelor op zak hebt.”  Dus verhoogde de TU de norm drie jaar later naar 45. Nu doet het instrument wat het moet doen, vindt Mudde. Het zorgt voor progressie én het laat studenten nadenken: zit ik goed op deze opleiding?”

Strategisch gedrag
Ook studentenpartij Oras ziet een bsa van dertig punten niet zitten. Daarmee werk je ‘strategisch gedrag’ in de hand, zegt voorzitter Marten Leenders. Delftse studenten kunnen ervoor kiezen om in hun eerste jaar alleen de gemakkelijke vakken te kiezen en de struikelblokken uit stellen tot na het behalen van het lagere bsa. “Zo kom je er te laat achter of een studie bij je past en of je het aankan.’ Verlagen tot veertig punten kan wel, zegt Leenders. Dat haalt een beetje druk van de ketel, maar de struikelvakken kun je dan niet helemaal vermijden.”

Daarnaast pleit Leenders’ partij voor maatwerk, in plaats van één landelijke norm. Per instelling  “het is algemeen bekend dat studies in Delft relatief zwaar zijn”  en wellicht zelfs per opleiding als de ‘zwaarte en identiteit’ van de studie daarom vraagt. De hoogte van het bsa moet volgens Oras per universiteit worden bepaald in samenspraak met de medezeggenschapsraden.

‘Het is echt jammer dat de politiek zo slecht luistert’

Ook studentenpartij Lijst Bèta ziet geen heil in de verlaging, vertelt voorzitter Abdelkader Karbache. Liever zien wij een soort grensgebied tussen 40 en 45 punten waarin je in gesprek moet met de studieadviseur. Als je je punten niet haalt omdat je bijvoorbeeld mantelzorger bent, is dat iets heel anders dan wanneer je studie je niet ligt.”

Ook is het volgens hem niet wenselijk dat een student nét de helft van de punten kan halen en vervolgens zonder begeleiding door mag. Meer maatwerk dus, maar wel met een bindend karakter om niet in te leveren op daadkracht. Zo sluit het bsa beter aan bij het oorspronkelijke doel ervan, vindt de partij, namelijk mensen ‘de weg naar hun juiste studie wijzen’.

Andere oplossingen
De zorgen over studentenwelzijn zijn desondanks terecht, denken zowel het college van bestuur als de studentenpartijen. Maar de oplossing zoeken zij niet in een lager bsa. Wel zouden sommige studieprogramma’s in Delft beter kunnen worden ingericht, denkt Mudde. Daarnaast wordt er volgens hem een enorme druk gezet op jonge mensen die ‘moeten slagen’ en een ‘geweldig leven’ moeten hebben. De afschaffing van de studiefinanciering noemt hij ‘een financiële molensteen om de nek’.

Ook Oras en Lijst Bèta denken dat een lager bsa studentenstress niet gaat wegnemen. Lijst Bèta-voorzitter Karbache: Ook dan blijven alle andere stressfactoren bestaan.” Oras-voorzitter Leenders: “Wij vrezen dat de verlaging straks wordt aangegrepen om te zeggen: kijk, we hebben iets gedaan aan studentenwelzijn. Dat zou zonde zijn, want er moet veel meer gebeuren.”

Dat de minister ondanks alle eerder gedeelde zorgen en tegenargumenten, nu toch met een verlaging komt, betreurt Mudde. “Het zijn niet alleen de bestuurders, maar ook de studenten die tegen zijn. Het is echt jammer dat de politiek zo slecht luistert.”

Wetenschapsredacteur Kim Bakker

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

k.bakker@tudelft.nl

Comments are closed.