Campus

Drs. Y. Rijns

Het onderwijs op de TU staat volop in de belangstelling. Hoe wordt het programma studeerbaar? Hoe kan een docent ervoor zorgen dat de stof overkomt? In deze serie komt een aantal docenten aan het woord waarvan studenten vinden dat ze goed onderwijs geven.

Docenten wier liefde voor het onderwijs uit hun lessen naar voren komt. Bijvoorbeeld drs. Yvonne Rijns. Zij geeft elk derde en vierde kwartaal het vak inleiding in de psychologie.

,,Kicken is een groot woord, maar goed onderwijs geven geeft mij gewoon energie. Als studenten plezier hebben in mijn vak, een mooie oplossing vinden voor een probleem dat ik ze voorleg, dan is dat leuk. Na twee uur loop ik tevreden de zaal uit als de studenten het aardig hebben gevonden. Ik kijk er altijd weer naar uit om met het college te beginnen. De eerste keer moest ik echt slikken toen ik de eerste woorden sprak, maar dat probleem heb ik niet meer.

Je moet gewoon tijd steken in het voorbereiden van onderwijs. Studeerbaar onderwijs hangt af van een student die zich redelijk tot goed inspant, een dito dictaat en een goede begeleiding. Ik geef studenten bijvoorbeeld huiswerkopdrachten, of ze krijgen in de zaal opdrachten die ze in kleine groepjes moeten bespreken, waarna ze een beurt krijgen of voor het bord moeten verschijnen.

Als ik de theorie over waarneming in de psychologie behandel, dan vraag ik of het uitmaakt of een officier van justitie eerder aan het woord komt dan de advocaat van de verdachte. Iedere keer nieuwe voorbeelden bedenken bij zo’n theorie houdt het ook voor mij spannend en actueel.

Studenten moeten duidelijk even wennen aan mijn onderwijsmethode. Eerst zijn ze terughoudend, maar naarmate ze meer colleges hebben gevolgd, gaan de studenten vanzelf meer reageren.

Huiswerk heeft alleen zin als je er van beide kanten tijd in steekt, dus ik kijk het altijd na. Een student kan dan meteen zien: ‘snap ik het, ben ik bij met de stof’. Als iemand wat stiller is, dan probeer ik juist die student een beurt te geven.

In mijn persoonlijke visie is het contact tussen docent en student heel belangrijk. Ik geloof niet in onderwijs op afstand. Je hoeft geen vijfhonderd contacturen te hebben, maar niets is zo effectief als een werkcollege om motivatie en informatie over te dragen. Bovendien is een docent niet alleen een clown die leuk onderwijs geeft, maar ook degene die de zin van het onderwijs moet overdragen, overzicht moet geven.

De algemeen heersende theorie, ook in het voortgezet onderwijs, zegt dat de docent meer moet terugtreden, de onderwijsgevende moet de studenten leren leren. De persoon voor de klas is in dat opzicht niet de enige informatie-verschaffer, maar zegt ook waar je informatie kunt vinden. Soms ontkom je natuurlijk niet aan een monoloog over eenbepaald onderwerp, maar twee keer drie kwartier een monoloog lijkt mij echt te veel van het goede.

Een methode die ik gebruik is het illustreren met filmpjes. Toen ik college begon te geven, zes jaar geleden, gebruikte ik acht-millimeterfilms. Dat leidde wel eens tot problemen. De films konden breken, en dan stond ik daar met drie kwartier die ik moest vullen. Ik had het gevoel dat al die mannelijke studenten zaten te kijken: ‘daar heb je het weer, vrouwen en techniek’. Nu gebruik ik gewoon een video.

Sommige theorieën zijn heel leuk en aardig maar als je ze aanschouwelijk maakt, komt je boodschap beter over. Neem nu het klassieke experiment van Stanley Milgram. Naar aanleiding van de – toen recente – oorlogsmisdaden vroegen de onderzoekers zich af in hoeverre mensen orders opvolgen. Dus: geldt ‘befehl ist befehl‘?

Een schokkende uitkomst van het onderzoek was dat meer dan de helft van de mensen, wanneer hen werd opgedragen iemand anders electroshocks toe te dienen, doorging tot het maximum van 450 volt. En dat percentage is constant voor alle verschillende rassen, bevolkingsgroepen, opvoedingen, en intelligentieniveaus.

Als je zo iets met eigen ogen hebt gezien, is dat een soort bewustwording. Je staat minder snel klaar met een oordeel over een ander, maar je zoekt dieper naar een oorzaak voor gedrag. Dat is even wat anders dan alleen theorie. Op zo’n moment zie ik studenten stil en wat wit weggetrokken de collegezaal verlaten.”

Delta is nog op zoek naar docenten (dus niet alleen hoogleraren) die uitblinken in het geven van onderwijs. Meld uw eigen topdocent aan bij de redactie, voor adres zie colofon.

Het onderwijs op de TU staat volop in de belangstelling. Hoe wordt het programma studeerbaar? Hoe kan een docent ervoor zorgen dat de stof overkomt? In deze serie komt een aantal docenten aan het woord waarvan studenten vinden dat ze goed onderwijs geven. Docenten wier liefde voor het onderwijs uit hun lessen naar voren komt. Bijvoorbeeld drs. Yvonne Rijns. Zij geeft elk derde en vierde kwartaal het vak inleiding in de psychologie.

,,Kicken is een groot woord, maar goed onderwijs geven geeft mij gewoon energie. Als studenten plezier hebben in mijn vak, een mooie oplossing vinden voor een probleem dat ik ze voorleg, dan is dat leuk. Na twee uur loop ik tevreden de zaal uit als de studenten het aardig hebben gevonden. Ik kijk er altijd weer naar uit om met het college te beginnen. De eerste keer moest ik echt slikken toen ik de eerste woorden sprak, maar dat probleem heb ik niet meer.

Je moet gewoon tijd steken in het voorbereiden van onderwijs. Studeerbaar onderwijs hangt af van een student die zich redelijk tot goed inspant, een dito dictaat en een goede begeleiding. Ik geef studenten bijvoorbeeld huiswerkopdrachten, of ze krijgen in de zaal opdrachten die ze in kleine groepjes moeten bespreken, waarna ze een beurt krijgen of voor het bord moeten verschijnen.

Als ik de theorie over waarneming in de psychologie behandel, dan vraag ik of het uitmaakt of een officier van justitie eerder aan het woord komt dan de advocaat van de verdachte. Iedere keer nieuwe voorbeelden bedenken bij zo’n theorie houdt het ook voor mij spannend en actueel.

Studenten moeten duidelijk even wennen aan mijn onderwijsmethode. Eerst zijn ze terughoudend, maar naarmate ze meer colleges hebben gevolgd, gaan de studenten vanzelf meer reageren.

Huiswerk heeft alleen zin als je er van beide kanten tijd in steekt, dus ik kijk het altijd na. Een student kan dan meteen zien: ‘snap ik het, ben ik bij met de stof’. Als iemand wat stiller is, dan probeer ik juist die student een beurt te geven.

In mijn persoonlijke visie is het contact tussen docent en student heel belangrijk. Ik geloof niet in onderwijs op afstand. Je hoeft geen vijfhonderd contacturen te hebben, maar niets is zo effectief als een werkcollege om motivatie en informatie over te dragen. Bovendien is een docent niet alleen een clown die leuk onderwijs geeft, maar ook degene die de zin van het onderwijs moet overdragen, overzicht moet geven.

De algemeen heersende theorie, ook in het voortgezet onderwijs, zegt dat de docent meer moet terugtreden, de onderwijsgevende moet de studenten leren leren. De persoon voor de klas is in dat opzicht niet de enige informatie-verschaffer, maar zegt ook waar je informatie kunt vinden. Soms ontkom je natuurlijk niet aan een monoloog over eenbepaald onderwerp, maar twee keer drie kwartier een monoloog lijkt mij echt te veel van het goede.

Een methode die ik gebruik is het illustreren met filmpjes. Toen ik college begon te geven, zes jaar geleden, gebruikte ik acht-millimeterfilms. Dat leidde wel eens tot problemen. De films konden breken, en dan stond ik daar met drie kwartier die ik moest vullen. Ik had het gevoel dat al die mannelijke studenten zaten te kijken: ‘daar heb je het weer, vrouwen en techniek’. Nu gebruik ik gewoon een video.

Sommige theorieën zijn heel leuk en aardig maar als je ze aanschouwelijk maakt, komt je boodschap beter over. Neem nu het klassieke experiment van Stanley Milgram. Naar aanleiding van de – toen recente – oorlogsmisdaden vroegen de onderzoekers zich af in hoeverre mensen orders opvolgen. Dus: geldt ‘befehl ist befehl‘?

Een schokkende uitkomst van het onderzoek was dat meer dan de helft van de mensen, wanneer hen werd opgedragen iemand anders electroshocks toe te dienen, doorging tot het maximum van 450 volt. En dat percentage is constant voor alle verschillende rassen, bevolkingsgroepen, opvoedingen, en intelligentieniveaus.

Als je zo iets met eigen ogen hebt gezien, is dat een soort bewustwording. Je staat minder snel klaar met een oordeel over een ander, maar je zoekt dieper naar een oorzaak voor gedrag. Dat is even wat anders dan alleen theorie. Op zo’n moment zie ik studenten stil en wat wit weggetrokken de collegezaal verlaten.”

Delta is nog op zoek naar docenten (dus niet alleen hoogleraren) die uitblinken in het geven van onderwijs. Meld uw eigen topdocent aan bij de redactie, voor adres zie colofon.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.