Onderwijs

Drie ‘centres of expertise’

Hogeschool Zuyd, NHL Hogeschool en HAN mogen van staatssecretaris Zijlstra een ‘centre of expertise’ beginnen. In samenwerking met het bedrijfsleven zullen die zich richten op ‘economische topgebieden’.

De centra zijn een idee van commissie-De Boer die voor het Platform Bèta Techniek onderzocht hoe er meer bèta’s en technici kunnen worden opgeleid. De centra moeten toponderwijs gaan verzorgen en toegepast onderzoek uitvoeren dat de innovatiekracht van bedrijven versterkt.

Profileren
Elk ‘centre’ gaat zich profileren op een ‘economisch topgebied’. NHL Hogeschool (onder meer Leeuwarden) wil drinkwater- en afvalwatertechnologie ontwikkelen en de Hogeschool Zuyd (Limburg) concentreert zich op chemie. De HAN (Arnhem en Nijmegen), die samenwerkt met Fontys Hogescholen, gaat zich bezighouden met innovatie in de auto-industrie.

Inkomsten
Ze krijgen tot 2016 jaarlijks één miljoen euro van de ministeries van OCW en EL&I. De bedoeling is dat ze zich daarna zelf kunnen bedruipen met de inkomsten uit hun onderzoek- en opleidingsprogramma. Die visie kwam volgens commissievoorzitter Hans de Boer niet in alle ingediende voorstellen terug. Veel plannen leken meer op een subsidie-aanvraag om extra financiering voor een opleiding te krijgen en dat was volgens hem niet de bedoeling.

Uiteindelijk dongen zeven samenwerkingsverbanden mee.

De twee grootste partijen D66 en PvdA (elk zes zetels) en studentenpartij Stip (drie zetels) willen in ieder geval graag zaken doen met elkaar en met GroenLinks (vijf zetels).

Als dat zou lukken levert dat een hoog TU-gehalte in de coalitie op. Behalve de studenten bij Stip staan er bij de eerste zes kandidaten van D66 al vier TU-ers op de lijst. Wie er daadwerkelijk gekozen zijn, maakt burgemeester Verkerk vrijdag 5 maart met de definitieve uitslag bekend. 

Stip, momenteel al in het college met PvdA, GroenLinks en VVD, laat weten een voorkeur te hebben voor een progressief college. “Wij willen namelijk graag verder met een kennisintensief, duurzaam Delft”, zegt lijsttrekker Stip-lijsttrekker Mariëlle van Kooten. “Daar kunnen D66 en GroenLinks zich goed in vinden.”

De enige coalitiepartij die bij de verkiezingen van 3 maart verloor, de PvdA, doet daar ‘graag’ aan mee. “Ik gun de stad progressief”, zegt lijsttrekker Ernst Damen. De PvdA zat al sinds mensenheugenis in het Delftse college, met uitzondering van de periode 1994-1998.

Damen ging ervan uit dat de ondergrens voor de PvdA zeven zetels was. “Daar gaan we nu onder en dat trek ik me aan. We zullen in Delft op zoek moeten naar een andere bestuurscultuur. Die is wat te ‘opleggerig’ geweest.”

Desalniettemin ziet Damen dat er ‘een mooie progressieve coalitie’ is te vormen. “Dat is winst. Ik zie een goede programmatische aansluiting. Perfecte mogelijkheden voor progressief.”

D66 wil dat ook ‘graag’, maar lijsttrekker Lucas Vokurka wil er nog niet op vooruit lopen. “Eerst de informatieronde, maar ik ben democraat genoeg om de kiezer te volgen.” Hij had weliswaar winst voor zijn partij verwacht, maar niet zo ‘gigantisch veel’. “Geweldig. We hadden een goede campagne, een goed programma en we doen het landelijk al enige tijd erg goed. Loon naar werken. Ik denk dat Delft voor positief gaat.”

De lijsttrekker van GroenLinks, Saskia Bolten, was niet bereikbaar voor commentaar.

Hoewel PvdA en D66 evenveel zetels krijgen, had D66 140 stemmen meer. Daarom ligt het initiatief bij D66. “Na het weekend gaan we beginnen”, zegt Vokurka. “Eerst even terug op aarde komen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.