Campus

Draijer: ‘Ik kan alle problemen aan’

Met zijn studie werktuigbouwkunde doet Wiebe Draijer weinig meer. Toch ziet hij als directeur bij McKinsey & Company graag Delftenaren binnenkomen.

Met zijn studie werktuigbouwkunde doet Wiebe Draijer weinig meer. Toch ziet hij als directeur bij McKinsey & Company graag Delftenaren binnenkomen.

Journalist wilde hij worden, net als zijn oom, maar die adviseerde hem een vak te leren en daarna journalist te worden. Sinds vorige maand is Wiebe Draijer directeur van adviesbureau McKinsey & Company in Nederland.

Als directeur zorgt Draijer ervoor dat het kantoor ‘lekker loopt’, de goede naam van McKinsey bewaard blijft en dat het bedrijf – dat strategische adviezen aan bedrijven uitbrengt – haar cliënten telkens beter van dienst is. Daarnaast is hij nog steeds consultant. ,,Het is dus niet zo dat ik nu honderd procent van mijn tijd de baas uithang. Ik heb er eerder een rol bij gekregen”, zegt de oud-werktuigbouwer in zijn ruime en lichte kantoor aan de Amstel in Amsterdam. Mét uitzicht op theater Carré en het Amstel Hotel.

De Nederlandse tak van het wereldwijde managementadviesbureau McKinsey & Company bestaat sinds 1964 en heeft sindsdien het overgrote deel van de vijftig grootste bedrijven van Nederland uit de brand geholpen. De problemen die consultants van McKinsey & Company oplossen variëren: van een multinational die geen talenten meer kan aantrekken, een bedrijf dat failliet dreigt te raken, een onderneming die meer resultaten uit haar researchafdeling wil tot een instelling zoals de TU Delft, die in 2001 het adviesbureau aantrok om haar onderzoeksstrategie opnieuw te bepalen. ,,Je lost belangrijke problemen op van grote ondernemingen en instellingen. Je kijkt daarbij telkens in de keuken van een andere onderneming. Dat vind ik een verademing”, zegt Draijer.

Namen noemen van bedrijven die McKinsey bijstaat kan en mag Draijer niet vanwege bedrijfsstrategische redenen. ,,Grote bedrijven willen niet in de krant met hun problemen. Tenzij instellingen, zoals de TU, het zelf naar buiten brengen dat wij ze helpen. Dan noemen we ze wel eens.”

Volgens Draijer versterkt deze bedrijfsregel de mysterieuze sfeer rondom het bedrijf. ,,Maar we hebben niets te verbergen. We willen bedrijven helpen en zijn oprecht behulpzaam. Alleen, we hoeven daarbij niet op de voorgrond.”

Fellow

Draijer kwam in 1990 binnen bij McKinsey & Company als fellow, een academicus zonder werkervaring. In de tweejarige periode die volgde ging hij als junior adviseur aan de slag met verschillende projecten bij telkens andere bedrijven. Een van de projecten die Draijer op zijn 23ste deed, was een onderzoek naar de programmering van de publieke omroepen om de concurrentie met RTL 4 (in de tijd dat die vier zenders nog de enige waren in Nederland) aan te kunnen. ,,Ik bestudeerde kijk- en luisteronderzoeken en vergeleek die met programmavoorkeuren van mensen om zo een betere programmering te maken. Als junior verzamel je gegevens, doe je het analytisch werk en bedenk je innovatieve oplossingen. Vanaf dag ééndoe je mee, ben je een gelijke in het team en kan jouw werk een doorbraak in het proces zijn. Dat werkt aanstekelijk voor iemand die net is afgestudeerd.”

Elk team dat aan een project werkt bestaat uit een projectleider, een of twee associates (senior consultants) en één fellow. De partner is verantwoordelijk voor het eindresultaat. ,,Ik werk telkens in een ander team van consultants aan ingewikkelde problemen op allerlei gebieden. Vooral in Nederland, maar ook in het buitenland.”

Nadat zijn tijd als fellow erop zat, stuurde McKinsey Draijer naar de prestigieuze zakenuniversiteit Insead bij Parijs, waar hij een bedrijf leerde leiden, strategieën bedacht, leerde boekhouden en ‘alle managementinzichten kreeg die je in Delft niet leert’. Bij terugkomst werd hij opgeleid tot senior adviseur, projectleider en tenslotte partner. ,,Je leert hier heel snel ongelofelijk veel. Telkens wanneer ik terugkijk, ben ik verbaasd over wat ik het afgelopen halfjaar heb geleerd en meegemaakt. Dat had ik als fellow, maar ook in mijn huidige positie.” Stress van de hoge verwachtingen heeft Draijer niet. ,,Ik wil net op mijn tenen lopen zodat ik maximaal geïnspireerd blijf.”

Na de middelbare school koos Draijer voor werktuigbouwkunde. Maar niet in Enschede, want daar doceerde zijn vader en naamgenoot professor Wiebe Draijer, emeritushoogleraar en oud-rector magnificus. Bovendien, redeneerde Draijer, ligt Delft dichtbij Rotterdam, waar de redactie van het ‘NRC Handelsblad’ zit. In het eerste jaar van zijn studie begon hij daar als leerling-journalist. ,,Ik volgde weinig colleges”, herinnert Draijer zich.

In zijn derde jaar begon Draijer regeltechniek – het beheersen van processen in bijvoorbeeld een chemische fabriek – interessant te vinden. Hij zei de journalistiek vaarwel. ,,Opeens ging ik blind voor mijn studie. Professor Okko Bosgra heeft daar een grote rol in gespeeld, een inspirerende hoogleraar. Dan zie je maar weer hoe belangrijk zo iemand is.”

Zijn afstudeerstage liep Draijer bij het Philips Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven, waar hij aan verbeteringen werkte voor de regelaar van cd-spelers. Het liep gesmeerd, maar zijn docenten waren zijn eerste jaar niet vergeten. ,,Bij mijn afstuderen hoorde ik dat mijn begeleiders me cum laude wilden laten slagen. Dat ging mooi niet door vanwege mijn prestaties in het eerste jaar.”

Na zijn stage werkte Draijer vier maanden in dat laboratorium, maar een researchbaan was niets voor hem. ,,Ik herinner me de lange gangen met kamertjes waarin iedereen op zichzelf werkte. Daarnaast vond ik dat ik aan een te kleine schakel in een groot geheel werkte.”

Zeilen

,,Als je me nu zou vragen wat ik dagelijks doe met mijn opleiding werktuigbouwkunde, dan is dat weinig”, merkt Draijer op. ,,Maar ik blijf mijn vakgebied trouw door díe projecten bij McKinsey & Company aan te pakken die zich in de industrie afspelen.”

Toch heeft hij geen spijt van zijn studiekeuze. ,,In Delft leerde ik logisch nadenken en me snel inwerken in wildvreemde onderwerpen en vakgebieden. Daarmee leer je zekerheid ontwikkelen: ik kan alle problemen aan, hoe ingewikkeld ze ook zijn.” Volgens Draijer isdat zelfvertrouwen nodig voor een loopbaan tot consultant bij zijn adviesbureau. ,,Daarom zien we Delftenaren hier graag komen. Ik schat dat bij ons 25 van de 140 werknemers van de TU Delft komen.”

Gemiddeld wordt er 55 uur per week gewerkt op het kantoor in Amsterdam. Draijer heeft er met zijn gezin (hij heeft vier kinderen van 9, 7, 5 en 2 jaar) een balans in gevonden. ,,Maar eerlijk is eerlijk: nu ik jonge kinderen heb zou ik best vaker thuis willen zijn.”

In het weekend gaan ze, als het even kan, zeilen. ,,Ik ben dan zo intensief bezig met de wind, het water, de kinderen en het navigeren, dat ik zondagavond niet meer weet hoe ik vrijdagavond mijn werk heb achtergelaten.”

Buitenstaanders kijken op tegen het harde werken, vindt Draijer. ,,Maar van dichtbij voelt het anders. Mensen werken hier intensief omdat ze begaan zijn met het probleem, hun team en de cliënt. Degenen die hier solliciteren, willen vooral meebouwen aan het succes van McKinsey en onze cliënten. Ondanks die intensiteit hebben we hier enorme levensgenieters. Work hard, play hard noemen we dat.”

Draijer, die regelmatig sollicitatiegesprekken afneemt, zoekt die gedrevenheid, interesse en passie in aankomend talent. ,,Die kunnen zitten in een studie, studievereniging, bij de sportclub of totaal ergens anders.” Verder kijkt hij hoe goed sollicitanten in een team kunnen werken en problemen kunnen oplossen. Daarvoor geeft hij een case, zoals zijn inmiddels onder voormalige sollicitanten beroemde ‘pindakaascase’, waarin sollicitanten verbeteringen in de winstgeving van een pindakaasfabrikant moeten aanbrengen.

Als directeur wil Draijer de komende vijf jaar vijf tot tien procent groei bereiken. ,,Meer is niet verstandig. Dan kunnen we onze consultants onvoldoende begeleiden en dat zal ons bedrijf uiteindelijk opbreken. Het draait bij ons om het creëren van een inspirerende omgeving voor toptalent. Groei moet daar in passen.”

Naam : Wiebe Draijer

Leeftijd :38 jaar

Studie :werktuigbouwkunde

Afstudeerrichting : regeltechniek

Woonplaats : Hilversum

Verliefd/verloofd/getrouwd : getrouwd

Loopbaan : Tijdens zijn studie was Draijer redacteur bij ‘NRC Handelsblad’. Hij liep stage en werkte vervolgens vier maanden bij het Philips Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven totdat hij in 1990 werd gevraagd bij McKinsey & Company te werken. Intussen is Draijer managing partner, oftewel: directeur van McKinsey Nederland.

Journalist wilde hij worden, net als zijn oom, maar die adviseerde hem een vak te leren en daarna journalist te worden. Sinds vorige maand is Wiebe Draijer directeur van adviesbureau McKinsey & Company in Nederland.



Als directeur zorgt Draijer ervoor dat het kantoor ‘lekker loopt’, de goede naam van McKinsey bewaard blijft en dat het bedrijf – dat strategische adviezen aan bedrijven uitbrengt – haar cliënten telkens beter van dienst is. Daarnaast is hij nog steeds consultant. ,,Het is dus niet zo dat ik nu honderd procent van mijn tijd de baas uithang. Ik heb er eerder een rol bij gekregen”, zegt de oud-werktuigbouwer in zijn ruime en lichte kantoor aan de Amstel in Amsterdam. Mét uitzicht op theater Carré en het Amstel Hotel.



De Nederlandse tak van het wereldwijde managementadviesbureau McKinsey & Company bestaat sinds 1964 en heeft sindsdien het overgrote deel van de vijftig grootste bedrijven van Nederland uit de brand geholpen. De problemen die consultants van McKinsey & Company oplossen variëren: van een multinational die geen talenten meer kan aantrekken, een bedrijf dat failliet dreigt te raken, een onderneming die meer resultaten uit haar researchafdeling wil tot een instelling zoals de TU Delft, die in 2001 het adviesbureau aantrok om haar onderzoeksstrategie opnieuw te bepalen. ,,Je lost belangrijke problemen op van grote ondernemingen en instellingen. Je kijkt daarbij telkens in de keuken van een andere onderneming. Dat vind ik een verademing”, zegt Draijer.



Namen noemen van bedrijven die McKinsey bijstaat kan en mag Draijer niet vanwege bedrijfsstrategische redenen. ,,Grote bedrijven willen niet in de krant met hun problemen. Tenzij instellingen, zoals de TU, het zelf naar buiten brengen dat wij ze helpen. Dan noemen we ze wel eens.”



Volgens Draijer versterkt deze bedrijfsregel de mysterieuze sfeer rondom het bedrijf. ,,Maar we hebben niets te verbergen. We willen bedrijven helpen en zijn oprecht behulpzaam. Alleen, we hoeven daarbij niet op de voorgrond.”



Fellow



Draijer kwam in 1990 binnen bij McKinsey & Company als fellow, een academicus zonder werkervaring. In de tweejarige periode die volgde ging hij als junior adviseur aan de slag met verschillende projecten bij telkens andere bedrijven. Een van de projecten die Draijer op zijn 23ste deed, was een onderzoek naar de programmering van de publieke omroepen om de concurrentie met RTL 4 (in de tijd dat die vier zenders nog de enige waren in Nederland) aan te kunnen. ,,Ik bestudeerde kijk- en luisteronderzoeken en vergeleek die met programmavoorkeuren van mensen om zo een betere programmering te maken. Als junior verzamel je gegevens, doe je het analytisch werk en bedenk je innovatieve oplossingen. Vanaf dag ééndoe je mee, ben je een gelijke in het team en kan jouw werk een doorbraak in het proces zijn. Dat werkt aanstekelijk voor iemand die net is afgestudeerd.”



Elk team dat aan een project werkt bestaat uit een projectleider, een of twee associates (senior consultants) en één fellow. De partner is verantwoordelijk voor het eindresultaat. ,,Ik werk telkens in een ander team van consultants aan ingewikkelde problemen op allerlei gebieden. Vooral in Nederland, maar ook in het buitenland.”



Nadat zijn tijd als fellow erop zat, stuurde McKinsey Draijer naar de prestigieuze zakenuniversiteit Insead bij Parijs, waar hij een bedrijf leerde leiden, strategieën bedacht, leerde boekhouden en ‘alle managementinzichten kreeg die je in Delft niet leert’. Bij terugkomst werd hij opgeleid tot senior adviseur, projectleider en tenslotte partner. ,,Je leert hier heel snel ongelofelijk veel. Telkens wanneer ik terugkijk, ben ik verbaasd over wat ik het afgelopen halfjaar heb geleerd en meegemaakt. Dat had ik als fellow, maar ook in mijn huidige positie.” Stress van de hoge verwachtingen heeft Draijer niet. ,,Ik wil net op mijn tenen lopen zodat ik maximaal geïnspireerd blijf.”



Na de middelbare school koos Draijer voor werktuigbouwkunde. Maar niet in Enschede, want daar doceerde zijn vader en naamgenoot professor Wiebe Draijer, emeritushoogleraar en oud-rector magnificus. Bovendien, redeneerde Draijer, ligt Delft dichtbij Rotterdam, waar de redactie van het ‘NRC Handelsblad’ zit. In het eerste jaar van zijn studie begon hij daar als leerling-journalist. ,,Ik volgde weinig colleges”, herinnert Draijer zich.



In zijn derde jaar begon Draijer regeltechniek – het beheersen van processen in bijvoorbeeld een chemische fabriek – interessant te vinden. Hij zei de journalistiek vaarwel. ,,Opeens ging ik blind voor mijn studie. Professor Okko Bosgra heeft daar een grote rol in gespeeld, een inspirerende hoogleraar. Dan zie je maar weer hoe belangrijk zo iemand is.”



Zijn afstudeerstage liep Draijer bij het Philips Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven, waar hij aan verbeteringen werkte voor de regelaar van cd-spelers. Het liep gesmeerd, maar zijn docenten waren zijn eerste jaar niet vergeten. ,,Bij mijn afstuderen hoorde ik dat mijn begeleiders me cum laude wilden laten slagen. Dat ging mooi niet door vanwege mijn prestaties in het eerste jaar.”



Na zijn stage werkte Draijer vier maanden in dat laboratorium, maar een researchbaan was niets voor hem. ,,Ik herinner me de lange gangen met kamertjes waarin iedereen op zichzelf werkte. Daarnaast vond ik dat ik aan een te kleine schakel in een groot geheel werkte.”



Zeilen



,,Als je me nu zou vragen wat ik dagelijks doe met mijn opleiding werktuigbouwkunde, dan is dat weinig”, merkt Draijer op. ,,Maar ik blijf mijn vakgebied trouw door díe projecten bij McKinsey & Company aan te pakken die zich in de industrie afspelen.”



Toch heeft hij geen spijt van zijn studiekeuze. ,,In Delft leerde ik logisch nadenken en me snel inwerken in wildvreemde onderwerpen en vakgebieden. Daarmee leer je zekerheid ontwikkelen: ik kan alle problemen aan, hoe ingewikkeld ze ook zijn.” Volgens Draijer isdat zelfvertrouwen nodig voor een loopbaan tot consultant bij zijn adviesbureau. ,,Daarom zien we Delftenaren hier graag komen. Ik schat dat bij ons 25 van de 140 werknemers van de TU Delft komen.”



Gemiddeld wordt er 55 uur per week gewerkt op het kantoor in Amsterdam. Draijer heeft er met zijn gezin (hij heeft vier kinderen van 9, 7, 5 en 2 jaar) een balans in gevonden. ,,Maar eerlijk is eerlijk: nu ik jonge kinderen heb zou ik best vaker thuis willen zijn.”



In het weekend gaan ze, als het even kan, zeilen. ,,Ik ben dan zo intensief bezig met de wind, het water, de kinderen en het navigeren, dat ik zondagavond niet meer weet hoe ik vrijdagavond mijn werk heb achtergelaten.”



Buitenstaanders kijken op tegen het harde werken, vindt Draijer. ,,Maar van dichtbij voelt het anders. Mensen werken hier intensief omdat ze begaan zijn met het probleem, hun team en de cliënt. Degenen die hier solliciteren, willen vooral meebouwen aan het succes van McKinsey en onze cliënten. Ondanks die intensiteit hebben we hier enorme levensgenieters. Work hard, play hard noemen we dat.”



Draijer, die regelmatig sollicitatiegesprekken afneemt, zoekt die gedrevenheid, interesse en passie in aankomend talent. ,,Die kunnen zitten in een studie, studievereniging, bij de sportclub of totaal ergens anders.” Verder kijkt hij hoe goed sollicitanten in een team kunnen werken en problemen kunnen oplossen. Daarvoor geeft hij een case, zoals zijn inmiddels onder voormalige sollicitanten beroemde ‘pindakaascase’, waarin sollicitanten verbeteringen in de winstgeving van een pindakaasfabrikant moeten aanbrengen.



Als directeur wil Draijer de komende vijf jaar vijf tot tien procent groei bereiken. ,,Meer is niet verstandig. Dan kunnen we onze consultants onvoldoende begeleiden en dat zal ons bedrijf uiteindelijk opbreken. Het draait bij ons om het creëren van een inspirerende omgeving voor toptalent. Groei moet daar in passen.”



Naam : Wiebe Draijer



Leeftijd :38 jaar



Studie :werktuigbouwkunde



Afstudeerrichting : regeltechniek



Woonplaats : Hilversum



Verliefd/verloofd/getrouwd : getrouwd



Loopbaan : Tijdens zijn studie was Draijer redacteur bij ‘NRC Handelsblad’. Hij liep stage en werkte vervolgens vier maanden bij het Philips Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven totdat hij in 1990 werd gevraagd bij McKinsey & Company te werken. Intussen is Draijer managing partner, oftewel: directeur van McKinsey Nederland.


 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.