Opinie

Dood aan de geschiedenis

De Delftse toekomstonderzoeker Patrick van der Duin opent de aanval op de geschiedenis in zijn boek ‘Tegen de Geschiedenis’. Maar zijn argumenten zijn pover en ondoordacht.

‘Geschiedenis is niet dood, maar leeft als nooit tevoren’, schrijft Van der Duin. ‘Zoals in de film Jurassic Park uitgestorven diersoorten weer tot leven worden gebracht, zo zijn we in Nederland met alle macht bezig om ons verleden te reanimeren.

Dat Van der Duin, toekomstonderzoeker bij Techniek, Bestuur en Management, de aanval opent op de geschiedenis valt te prijzen. Zijn boek getuigt van lef. Een goede aanval zou moeten zorgen voor een interessante polemiek. Maar een goede aanval mag het boek van Van der Duin niet genoemd worden. Want het berust op foutieve aannames.

Hoofdstuk twee gaat bijvoorbeeld over ‘de waarde van historische kennis’. ‘Een belangrijk motief voor de aanhangers van (meer) geschiedenis’, schrijft de toekomstonderzoeker, ‘is dat we door meer en betere kennis op te bouwen over historische ontwikkeling betere beslissingen kunnen nemen voor de toekomst. Deze opvatting is gestoeld op twee aannames: 1) de geschiedenis herhaalt zich, en, 2) we kunnen leren van de geschiedenis.’

Echter, Van der Duin simplificeert hier de opvatting van historici. Zoals de Utrechtse historicus Maarten van Rossem treffend schrijft in de inleiding van ‘Tegen de Geschiedenis’: ‘Dat het verleden ons geen nuttige lessen voor de toekomst kan leren, staat wel vast. Als dat immers het geval was, leefden wij al lang in het paradijs’. Van der Duin ageert dus tegen een fantoom. Er is vrijwel geen historicus die denkt dat we lessen kunnen trekken uit het verleden. Maar beter begrijpen kunnen we deze wel, dat is het vak van de historicus.

Datzelfde geldt voor zijn opmerking dat mensen denken dat de geschiedenis zich herhaalt. Als iemand een vergelijking maakt tussen wat nu gebeurt en in het verleden is gebeurd (zoals bijvoorbeeld de aanslagen van 11 september en de val van Rome) is dat om het heden (en verleden) begrijpelijker te maken. Niet om te zeggen dat de geschiedenis zich herhaalt. Dat het verleden zich herhaalt, gelooft vrijwel geen weldenkend mens.

Van der Duin stelt ook dat kennis van de historische ontwikkeling niet zou helpen om betere beslissingen te nemen. Zeker voor een ingenieur, die zijn onderzoek stoelt op kennis opgedaan uit het verleden, is dat een opmerkelijke uitspraak. Denk bijvoorbeeld aan de waterbouwkunde. Nederland heeft een lange historische traditie opgebouwd op dit gebied. De huidige grote kennis van waterkeringen komt door ervaringen en een wetenschappelijke ontwikkeling uit het verleden. Waarom zou je daar geen gebruik van maken?

Het verleden bepaalt de samenleving en techniek van vandaag de dag en dus ook van de toekomst. Maar dat gaat geheel aan Van der Duin voorbij. Je kunt de Nederlandse samenleving immers alleen maar goed begrijpen als je weet wat het verleden van de samenleving is. In Nederland hebben de Gouden Eeuw, industrialisatie, kolonisatie en de Tweede Wereldoorlog hun sporen nagelaten. Door dat te ontkennen kun je nooit met gerichte en goede plannen komen voor de toekomst. De multiculturele samenleving, om maar een voorbeeld te nemen, is ontstaan door de kolonisatie en de komst van gastarbeiders. En dat heeft vergaande consequenties voor het Nederland van de toekomst.

Daar staat tegenover dat de toekomstonderzoeker een punt heeft als hij de aanval opent op de huidige hang naar nostalgie. Programma’s als ‘Memories’ en ‘Toen was geluk nog heel gewoon’ neemt hij kritisch onder vuur. Maar ook daar generaliseert hij. Niet iedereen kijkt naar ‘Memories’ omdat men terugverlangt naar vroeger. Mensen kijken ook om te zwijmelen.

Misschien is het een opluchting dat Van der Duins matige pamflet inmiddels ook tot de volgens hem vermaledijde geschiedenis behoort. Van der Duin zou misschien beter eens wat meer over de geschiedenis moeten leren. Dan weet hij waar hij het over heeft, en kan hij goed onderbouwde kritiek leveren.

@01 infoblokje:Patrick van der Duin, ‘Tegen de Geschiedenis’, Uitgeverij Eburon, 82p., €12,50.

‘Geschiedenis is niet dood, maar leeft als nooit tevoren’, schrijft Van der Duin. ‘Zoals in de film Jurassic Park uitgestorven diersoorten weer tot leven worden gebracht, zo zijn we in Nederland met alle macht bezig om ons verleden te reanimeren.

Dat Van der Duin, toekomstonderzoeker bij Techniek, Bestuur en Management, de aanval opent op de geschiedenis valt te prijzen. Zijn boek getuigt van lef. Een goede aanval zou moeten zorgen voor een interessante polemiek. Maar een goede aanval mag het boek van Van der Duin niet genoemd worden. Want het berust op foutieve aannames.

Hoofdstuk twee gaat bijvoorbeeld over ‘de waarde van historische kennis’. ‘Een belangrijk motief voor de aanhangers van (meer) geschiedenis’, schrijft de toekomstonderzoeker, ‘is dat we door meer en betere kennis op te bouwen over historische ontwikkeling betere beslissingen kunnen nemen voor de toekomst. Deze opvatting is gestoeld op twee aannames: 1) de geschiedenis herhaalt zich, en, 2) we kunnen leren van de geschiedenis.’

Echter, Van der Duin simplificeert hier de opvatting van historici. Zoals de Utrechtse historicus Maarten van Rossem treffend schrijft in de inleiding van ‘Tegen de Geschiedenis’: ‘Dat het verleden ons geen nuttige lessen voor de toekomst kan leren, staat wel vast. Als dat immers het geval was, leefden wij al lang in het paradijs’. Van der Duin ageert dus tegen een fantoom. Er is vrijwel geen historicus die denkt dat we lessen kunnen trekken uit het verleden. Maar beter begrijpen kunnen we deze wel, dat is het vak van de historicus.

Datzelfde geldt voor zijn opmerking dat mensen denken dat de geschiedenis zich herhaalt. Als iemand een vergelijking maakt tussen wat nu gebeurt en in het verleden is gebeurd (zoals bijvoorbeeld de aanslagen van 11 september en de val van Rome) is dat om het heden (en verleden) begrijpelijker te maken. Niet om te zeggen dat de geschiedenis zich herhaalt. Dat het verleden zich herhaalt, gelooft vrijwel geen weldenkend mens.

Van der Duin stelt ook dat kennis van de historische ontwikkeling niet zou helpen om betere beslissingen te nemen. Zeker voor een ingenieur, die zijn onderzoek stoelt op kennis opgedaan uit het verleden, is dat een opmerkelijke uitspraak. Denk bijvoorbeeld aan de waterbouwkunde. Nederland heeft een lange historische traditie opgebouwd op dit gebied. De huidige grote kennis van waterkeringen komt door ervaringen en een wetenschappelijke ontwikkeling uit het verleden. Waarom zou je daar geen gebruik van maken?

Het verleden bepaalt de samenleving en techniek van vandaag de dag en dus ook van de toekomst. Maar dat gaat geheel aan Van der Duin voorbij. Je kunt de Nederlandse samenleving immers alleen maar goed begrijpen als je weet wat het verleden van de samenleving is. In Nederland hebben de Gouden Eeuw, industrialisatie, kolonisatie en de Tweede Wereldoorlog hun sporen nagelaten. Door dat te ontkennen kun je nooit met gerichte en goede plannen komen voor de toekomst. De multiculturele samenleving, om maar een voorbeeld te nemen, is ontstaan door de kolonisatie en de komst van gastarbeiders. En dat heeft vergaande consequenties voor het Nederland van de toekomst.

Daar staat tegenover dat de toekomstonderzoeker een punt heeft als hij de aanval opent op de huidige hang naar nostalgie. Programma’s als ‘Memories’ en ‘Toen was geluk nog heel gewoon’ neemt hij kritisch onder vuur. Maar ook daar generaliseert hij. Niet iedereen kijkt naar ‘Memories’ omdat men terugverlangt naar vroeger. Mensen kijken ook om te zwijmelen.

Misschien is het een opluchting dat Van der Duins matige pamflet inmiddels ook tot de volgens hem vermaledijde geschiedenis behoort. Van der Duin zou misschien beter eens wat meer over de geschiedenis moeten leren. Dan weet hij waar hij het over heeft, en kan hij goed onderbouwde kritiek leveren.

@01 infoblokje:Patrick van der Duin, ‘Tegen de Geschiedenis’, Uitgeverij Eburon, 82p., €12,50.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.