Campus

Documentaire over QuTech: ‘Nerds zijn best rock & roll’

Popjournalist en VPRO-programmamaker David Kleijwegt filmde het werk aan de quantumcomputer vanaf de eerste Majorana’s. Maandag is de uitzending van De Race.

David Kleijwegt bij het QuTech lab. (Foto: Nina van Wijk)

Toen David Kleijwegt in 2012 de eerste opnamen maakte bij QuTech, heerste de verwachting dat de quantumcomputer in aantocht was. In de jaren daarna gebeurde er van alles, maar het onderzoek kwam nauwelijks verder. Telkens weer stelde hij afronden van de documentaire uit, maar afgelopen zomer moest hij wel. Het resultaat is een antropologische documentaire die volgens één van de onderzoekers hun echte werk dicht benadert. Teledoc De Race (maandag 4 februari, NPO2, 20:25 uur) toont het werk in het Delftse QuTech lab dat voor weinigen toegankelijk, laat staan begrijpelijk is. Delta-redacteur Jos Wassink zocht de filmmaker op.


  • Bekijk de trailer (1 minuut) op Vimeo


Wat was voor jou de aanleiding om deze documentaire te maken?

David Kleijwegt (Foto: Nina van Wijk)

“Dat is heel simpel. De kern van het zaadje ligt niet bij mij. Ik schrijf over het algemeen over popmuziek en een collega bij Vrij Nederland, Gerard Janssen, is wetenschapsjournalist. Hij had net Leo Kouwenhoven geïnterviewd naar aanleiding van diens ontdekking van het Majoranadeeltje, eind 2011. Gerard schreef me over de hausse aan documentaires over de eerste computers, en dat hij het zo zot vond dat er niks gebeurde met de revolutie die onder onze neus plaats vond. Hij had er wel een verklaring voor: quantumfysica is onbegrijpelijke materie, het speelt op de nanoschaal en is dus onzichtbaar. Plus: ik had nog nooit een wetenschapsdocumentaire gemaakt.”

Dat is een vreemd begin van een film: onbegrijpelijk, onzichtbaar en onervaren. Hoe komt zoiets van de grond?

“Niet-aardse dingen die met verstand te maken hebben zijn heel interessant. Mijn documentaires gaan vaak over mensen die buitengewoon slim zijn, of die tegen het randje van de waanzin aan zitten. Er is al zoveel alledaags. Veel documentaires zijn gebaseerd op drama, en wat weinig op het verstandelijke. Daarmee blijft een wereld aan onderwerpen liggen. Wat ik aardig vind, is een documentaire met een omissie, iets dat ontbreekt. En hier heb ik er twee. Ik kan het onderzoek niet laten zien en niet uitleggen. Dit is een Teledoc-film, een fonds dat in het leven geroepen is om films te maken over Nederlandse iconen, zoals Beatrix, en de marine. Als het maar Nederlandse onderwerpen zijn. Ik wilde de eerste onbegrijpelijke Teledoc maken.”


Het project heeft heel lang geduurd. Hoe begon het?

“Ik heb Leo in 2012 ontmoet. Toen heb ik uitgelegd wat ik probeer met deze documentaire en wat dat betekende.”


Je wilde openheid?

“Enigszins, maar ik zat ook niet te wachten op Leo in zijn ochtendjas die spinazie kookt.”


Je bent wel bij hem thuis geweest. Hoe open was de ontvangst in het lab?

“Die was vrij open, met restricties. Want Leo heeft meer te verliezen dan ik. De restricties zijn, en daar hebben we zeven jaar over gedaan, wie heeft de regie in handen? Dat heeft altijd meegespeeld.”


Heeft Leo meebeslist over de montage?

“Nee. Ik heb wel met hem afgesproken dat alles wat hij niet zou willen, er uit zou gaan. Eén van de dingen waar hij niet op zat te wachten was praten over zijn ziekte. Nu moet ik hem nageven dat hij op alles een openhartig antwoord heeft gegeven, op een Leo-manier dan.”


Wat is dat, een Leo-manier?

“Ik vraag: wanneer werd je ziek en wat had je precies? Dan zegt hij niet wat er aan de hand was, maar hij vraagt: waarom moet je dat weten? Zo zit het ook in de film. Leo is streng, ook voor mij. Terecht, anders kom je niet zo ver.”


Hoe kijkt een buitenstaander zoals jij naar Delfts onderzoek en Delftse onderzoekers?

“Wat ik als oud-Rotterdammer aardig vond aan Leo was dat aardse. Die boerenzoon uit Pijnacker, dat beviel me wel. Dat gaat de hele film ook door.”


Het is een mooi contrast. Je wilt een film maken over niet-aardse zaken en je hebt een aards hoofdpersoon.

“Zeker, en daarbij komt dat hij in de omgeving van zeer getalenteerde natuurkundigen de enige is met zo’n achtergrond. Dat maakt hem daar ook bijzonder. Ik leerde het kringetje om hem heen beter kennen: Charles Marcus, Michael Freedman en alle anderen. Michael zegt op een gegeven moment: ‘Dit is de selectie van Barcelona’, en zo voelt het ook. Het zijn buitengewoon getalenteerde mensen. Michael vindt het fantastisch om in dat gezelschap te verkeren want, zegt hij, ze zien dingen. Dat heb ik ook ervaren.”


Wat zien ze dan?

“Van zowel Charlie als Leo heb ik veel geleerd, bijvoorbeeld over het aansturen van hun team. Over welke mensen ze nodig hebben bijvoorbeeld. Daar zit maar een klein stukje van in de film. Ik heb daar ademloos naar zitten kijken en luisteren. Iets anders is het binnenhalen van fondsen. Voor ik aan de film begon wist ik niet dat een onderzoeker zich daarmee bezig hield. En hoe Leo dat doet… In één scène zit Leo bij het ministerie van economische zaken en klimaat voor een laatste gesprek. Best bijzonder dat we daarbij mochten zijn. Leo houdt 35 minuten zijn mond, en dan komt hij. En binnen tien minuten is er een soort deal. Echt geniaal.”


Hoe was het in het lab?

“De conceptie is dat daar allemaal nerds werken. Misschien is dat ook zo, maar dan zijn het wel echt heel leuke nerds. De charme van David, en de eigenzinnigheid van Vincent. Zijn papegaai is een symbool voor hoe hij in elkaar zit, maar hij heeft ook slangen en cactussen. Hij schrijft gedichten en weet ik veel wat nog meer. Het is een veel kleurrijkere wereld dan ik dacht. Ik kom zelf uit de rock & roll, en ik dacht: dit is ook vrij rock & roll.”


Zie je overeenkomsten tussen onderzoekers en muzikanten?

“Volgens mij zijn ze allebei bovenmatig creatief. En: ze hebben een einddoel. Met het abstractieniveau van Majoranadeeltjes: je moet je wel iets vreemds hebben in je hoofd om dat interessant te vinden.”


Je hebt het onderzoek jaren gevolgd. Gebeuren er nog onverwachte dingen?

“Er zit een aantal plotwendingen in de film. Leo blijft doorgaan met het bewerken van de buitenwereld, maar het onderzoek komt niet verder. Vincent en Kun hebben jarenlang alleen maar met hun hoofd op de muur gebonkt, maar er kwam niks. Vincent is ruimhartiger om dat toe te geven dan Kun. Die zegt: er is niks aan de hand. Dat is eigenlijk een gebrek aan plotwending, maar het werkt omdat Leo gewoon doorgaat. Voor mij gaat de film over ambitie. Alle mensen die voorkomen in de film hebben een ambitie.”


Aan het einde van de film loop je iedereen nog even af. Dat maakt het verhaal rond, maar de quantumcomputer is er nog niet.

“Ik had in het begin geen idee hoe lang dit zou duren. De premisse was: de Majorana is ontdekt, dan komt de volgende stap. Dat heet braiden en is om de eigenschap van het Majoranadeeltje vast te stellen. In 2012 dachten ze dat het in 2014 rond zou zijn. Maar nu is het 2019 en die stap heeft nog steeds niet plaatsgevonden.”


Kon je daar niet op wachten?

Ik heb jarenlang gewacht, tevergeefs. Tegelijkertijd gebeurden er allerlei dingen. Leo werkt niet meer bij de TU, om maar even een plotwending te noemen. In de film zie je dat aankomen, bijvoorbeeld als ik aan Leo vraag hoe hij ligt in Delft. Ik voelde dat hij niet erg geliefd was. Hij antwoordde dat mensen vinden dat hij teveel voor zijn eigen team bezig is en te weinig voor het grote geheel. Dat zie je bijna in elk bedrijf, ook bij de publieke omroep.”


Zag jij de overstap naar Microsoft aankomen?

“Ja, de banden met dat bedrijf waren zo close geworden. Bovendien: stel dat je droomt over het bouwen van een quantumcomputer. Zou de TU Delft dat kunnen qua investering en het opbouwen van de productie? Microsoft kan dat. Ze hebben misschien niet de mankracht, maar wel de middelen om dat voor elkaar te krijgen. Ik dacht dat als die mogelijkheid zich zou voordoen, dat Leo daar geen nee tegen zou zeggen. Als deze film over ambitie gaat is dit de kers op de taart. Leo laat zijn ambitie spreken.”


Hoe eindigt het verhaal?

“Het is een open einde, zoals dat heet. Ik heb in de afgelopen zomer de laatste scènes gedraaid, had al vier keer uitstel gevraagd. Dat kon niet nog een keer.”


Mooi om een project over langere tijd te zien ontwikkelen.

“Een soort Seven Up, maar dan in één film. Het was enorm moeilijk om te bepalen wanneer je gaat draaien. Zeker als je de dertigste draaidag hebt gehad na vier jaar en je hebt er nog maar tien over. Hoe spendeer je die? Dat was een probleem. Ik hoop dat het desondanks geen moeizame film is geworden.”


  • De Race, VPRO, David Kleijwegt, 78 minuten. Met Leo Kouwenhoven, Kun Zuo, David van Woerkom, Vincent van Mourik, Michael Freedman en Charles Marcus. Maandag 4 februari NPO2, 20:25.


 

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.