Onderwijs

Docenten motiveren studenten te weinig

Studenten voelen zich niet gestimuleerd door hun docent. Dat is het belangrijkste resultaat van de enquête die studentenraadpartij Oras afgelopen februari onder 680 studenten hield. Ook blijken de studenten liever werkcolleges en hoorcolleges te volgen dan practica.

Een onverwachte uitkomst, vindt Marijn Bos van Oras. Samen met een collega heeft hij de enquête opgezet en verwerkt. “We hadden verwacht dat de practica juist heel hoog zouden scoren, omdat de studenten daarbij alle theorie in de praktijk kunnen brengen. Maar nu blijken ze dit niet zo te waarderen. Jammer.” Werkcolleges en ontwerpprojecten blijken favoriet. 29 Procent van de studenten zei van beide vormen het meest te leren. 22 Procent leerde het meest van de hoorcolleges, 13 procent van de practica. Bij bouwkunde en industrieel ontwerpen zijn de ontwerpprojecten favoriet. Alleen bij technische aardwetenschappen zijn de practica gewild.

Bos is ook verrast door de uitkomst van het collegebezoek. De helft van de studenten zegt 75 procent van alle colleges te bezoeken. “We dachten dat na het tweede jaar het collegebezoek wel zou afnemen, maar dat bleek niet het geval. Het collegebezoek blijft door de jaren heen redelijk constant, en dat vinden we wel opvallend. Blijkbaar blijven de colleges belangrijk.” Pas na het vijfde studiejaar zakt het animo voor colleges, blijkt uit de cijfers. De docenten op de TU worden door de studenten geroemd om hun vakinhoudelijke kennis. 95 Procent van de studenten beoordeelt hun docenten positief op dit onderdeel. Ook de kennisoverdracht van docenten op studenten verloopt redelijk positief met 73 procent.

Slechts 44 procent van de studenten vindt de docenten op de TU motiverend. Bij bouwkunde, technische aardwetenschappen, scheikundige technologie en technische wiskunde valt de schade nog enigszins mee. Iets meer dan 60 procent van de studenten van deze faculteiten beoordelt haar docenten als motiverend. Uitschieters naar beneden zijn technische bestuurskunde (30 procent), technische informatica (36 procent) en sustainable molecular science&technology. Colleges met motiverende docenten worden niet drukker bezocht dan colleges die worden gegeven door minder stimulerende hoogleraren. Oras wil het komende jaar de docentkwaliteit beter in de gaten houden naar aanleiding van de enquête. “Het onderzoek is vaak heel belangrijk, waardoor het onderwijs het ondergeschoven kindje wordt. Er moet meer aandacht komen voor de didactische vaardigheden van de docenten tijdens de resultaat- en ontwikkelingsgesprekken. Door meer belang te hechten aan de collegeresponsiegroepen moet de mening van studenten over hun docenten ook meer belang krijgen. Als de docent verantwoording moet afleggen over het onderwijs dat wordt gegeven, kan het alleen maar beter worden. Wij gaan daar de komende tijd extra op letten. Vakinhoudelijk is er weinig op aan te merken, maar als studenten meer gemotiveerd raken door hun docent, begint de techniek ook meer te leven. En dat is belangrijk.”

Een onverwachte uitkomst, vindt Marijn Bos van Oras. Samen met een collega heeft hij de enquête opgezet en verwerkt. “We hadden verwacht dat de practica juist heel hoog zouden scoren, omdat de studenten daarbij alle theorie in de praktijk kunnen brengen. Maar nu blijken ze dit niet zo te waarderen. Jammer.” Werkcolleges en ontwerpprojecten blijken favoriet. 29 Procent van de studenten zei van beide vormen het meest te leren. 22 Procent leerde het meest van de hoorcolleges, 13 procent van de practica. Bij bouwkunde en industrieel ontwerpen zijn de ontwerpprojecten favoriet. Alleen bij technische aardwetenschappen zijn de practica gewild.

Bos is ook verrast door de uitkomst van het collegebezoek. De helft van de studenten zegt 75 procent van alle colleges te bezoeken. “We dachten dat na het tweede jaar het collegebezoek wel zou afnemen, maar dat bleek niet het geval. Het collegebezoek blijft door de jaren heen redelijk constant, en dat vinden we wel opvallend. Blijkbaar blijven de colleges belangrijk.” Pas na het vijfde studiejaar zakt het animo voor colleges, blijkt uit de cijfers. De docenten op de TU worden door de studenten geroemd om hun vakinhoudelijke kennis. 95 Procent van de studenten beoordeelt hun docenten positief op dit onderdeel. Ook de kennisoverdracht van docenten op studenten verloopt redelijk positief met 73 procent.

Slechts 44 procent van de studenten vindt de docenten op de TU motiverend. Bij bouwkunde, technische aardwetenschappen, scheikundige technologie en technische wiskunde valt de schade nog enigszins mee. Iets meer dan 60 procent van de studenten van deze faculteiten beoordelt haar docenten als motiverend. Uitschieters naar beneden zijn technische bestuurskunde (30 procent), technische informatica (36 procent) en sustainable molecular science&technology. Colleges met motiverende docenten worden niet drukker bezocht dan colleges die worden gegeven door minder stimulerende hoogleraren. Oras wil het komende jaar de docentkwaliteit beter in de gaten houden naar aanleiding van de enquête. “Het onderzoek is vaak heel belangrijk, waardoor het onderwijs het ondergeschoven kindje wordt. Er moet meer aandacht komen voor de didactische vaardigheden van de docenten tijdens de resultaat- en ontwikkelingsgesprekken. Door meer belang te hechten aan de collegeresponsiegroepen moet de mening van studenten over hun docenten ook meer belang krijgen. Als de docent verantwoording moet afleggen over het onderwijs dat wordt gegeven, kan het alleen maar beter worden. Wij gaan daar de komende tijd extra op letten. Vakinhoudelijk is er weinig op aan te merken, maar als studenten meer gemotiveerd raken door hun docent, begint de techniek ook meer te leven. En dat is belangrijk.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.