Opinie

Docent van het jaar

Maandenlang heb ik met ingehouden adem kennis genomen van de didactische tips van onze topdocenten: doe niet alsof je alles weet – gebruik nooit sheets – stel vragen – zet ordeverstoorders de zaal uit – accepteer dat studenten je vak misschien niet superleuk vinden – zorg voor interactie – lees eens wat literatuur.

br />Je moet een nieuwe didactische aanpak natuurlijk stapje voor stapje opbouwen en daarom ben ik begonnen met de laatste tip. Ik heb de ingebonden uitgave van ‘Het diner’ van Herman Koch aangeschaft à raison van 15 euro (fiscaal aftrekbaar onder beroepskosten) en het in één ruk uitgelezen. Wat literatuur precies te maken heeft met college geven, is mij niet geheel duidelijk geworden, maar ‘Het diner’ was een aangename afwisseling tussen al die wiskundeboeken op mijn leestafel.
De verkiezing van de docent van het jaar is gewonnen door Susanne Rudolph die, zo lees ik in het juryrapport, met kop en schouders uitsteekt boven de andere kandidaten. Deze andere kandidaten zijn de besten van hun faculteit en steken op hun beurt natuurlijk ook weer met kop en schouders boven de rest uit. Typisch Nederlands, een compliment uitdelen lukt niet zo goed, afkammen gaat veel beter. Zelfs winnares Rudolph krijgt bij de prijsuitreiking nog te horen dat ze tamelijk chaotisch college geeft. Het dédain waarmee over docenten wordt gesproken, is storend en wat is dat eigenlijk voor titel: docent van het jaar. Net zoiets als medewerker van de maand bij Domino’s Pizza?
Van het Jaar. Waarom zo bescheiden? Dit is Delft! Waarom niet op zoek naar de docent van het Millennium? Mijn kandidaat is de heer J.G. Büttner van de St. Katharine Volkschule in Braunschweig. De heer J.G. Büttner stond niet bekend vanwege zijn grote didactische bekwaamheid. Volgens de overlevering, die ongetwijfeld nogal gekleurd is, was hij een ongeïnteresseerde beul met een goede fles Schnaps onder de lessenaar. Toch zag hij de grote wiskundige aanleg van de jonge Karl Gauss. Daarom bestelde de heer J.G. Büttner bij een Hamburgse uitgever het moeilijkste wiskundeboek dat hij kon vinden, gaf dat aan Gauss en legde zo de basis voor de vorming van de uitzonderlijkste wiskundige aller tijden. Zo zie je maar, didactische vaardigheden spelen geen rol. Leren, dat doe je zelf.

Bijna een jaar geleden verwoestte een felle brand het gebouw van de faculteit Bouwkunde. Onder het motto Building for Bouwkunde werd een prijsvraag uitgeschreven om het ‘faculteitsgebouw van de toekomst’ te ontwerpen. De beste inzendingen dienen als inspiratie om het pakket van eisen voor het nieuwe gebouw vast te stellen. Daarna wordt de echte prijsvraag uitgeschreven. De ontwerpen zullen worden beoordeeld op visionaire kracht, conceptuele capaciteit en aantoonbare visie met betrekking tot onderwijsgebouwen.
In de regels en doelstellingen van Building for Bouwkunde wemelt het van vage begrippen als ‘stimuleren’, ‘creativiteit’, ‘aanmoedigen’ en ‘reflectie’. De 466 inzendingen uit vijftig landen zijn getoetst aan drie criteria: visionaire kracht, architectonische kwaliteit en economische en ecologische haalbaarheid. Over schoonheid en veiligheid wordt met geen woord gerept.
Voor het concept schoonheid halen de meeste architecten hun neus op. Zij gebruiken woorden als ‘confrontatie’, ‘eigenzinnig’, ‘contrast’ en ‘eerlijkheid’ om grove esthetische tekortkomingen te rechtvaardigen. Is uw betonnen wand niet netjes afgewerkt? Dan wijst de architect fijntjes op de eerlijke benadering waardoor u de houtnerven nog kunt zien van de bekisting waarin het beton werd gestort. Het getuigt van een bekrompen geest om dat lelijk te vinden. Op een vreemde universiteitscampus zoek ik altijd het lelijkste gebouw. Dat blijkt dan meestal de faculteit bouwkunde te zijn. Toeval, visionaire kracht of conceptuele capaciteit?
Vorige week zijn de winnaars van Building for Bouwkunde bekend gemaakt. Maar liefst drie plannen eindigden ex aequo op de eerste plaats. Ik was voorbereid op het ergste en werd daarin niet teleurgesteld.
Met ‘Amalgam’ wil Laura Alvarez aan het huidige tijdelijke onderkomen (het prachtige oude hoofdgebouw) een rechthoekige glazen doos vastplakken. De jury was lyrisch: ‘This proposal takes a courageous position in complementing the existing building with an architecturally strong counterpart.’ Zoals een amalgaamvulling een kies verfraait.
In ‘A world without objects’ transplanteert Gijs Raggers de troosteloosheid van de Rotterdamse Lijnbaan naar de Mekelweg. Dat we al een plan voor die Mekelweg hebben, doet blijkbaar niet ter zake. De jury was extatisch: ‘The jury is intrigued by this remarkable project and challenged by its provocative architectural statement. While thus providing fuel for architectural debate, the proposal is considered highly convincing in terms of the spatial qualities and richness in use that this project suggests.’ De sfeerimpressie van deze architectonische provocatie lijkt nog het meest op een verlaten spoorwegemplacement.
De derde eerste prijs gaat naar twee Franse architecten voor hun ‘Green-housed culture’, een niet van echt te onderscheiden kassencomplex. Was het oude gebouw ’s zomers al een broeikas, dit nieuwe ontwerp belooft dat ook eerlijk te laten zien. De jury was euforisch: ‘For its integrated vision on educational, architectural and sustainable demands, as well as for its feasible design solutions, the jury awards […] the highest possible marks.’
In de juryrapporten wordt nergens over schoonheid gerept. Wie een nieuwe trui koopt, overweegt of het een mooie trui is en of hij past bij de reeds bestaande garderobe. Zelden koopt iemand een trui vanwege ‘its provocative statement’ of ‘its courageous position in complementing the existing wardrobe’. Bij de keuze voor een nieuw gebouw ligt dat blijkbaar anders. Bouwkunde is momenteel gehuisvest in het mooiste gebouw op de campus. Lekker blijven zitten, zou ik zeggen.

Dap Hartmann is astronoom. Hij is werkzaam als docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.