Wetenschap

Dino-eieren geven hun geheim nog niet prijs

Veelbelovende dino-eieren belandden half maart onder de micro-CT scanner bij de faculteit CiTG. De uitkomst leidde tot de aanvraag van een vervolgonderzoek naar dinokuikens.

Toegepast geoloog Auke Barnhoorn (links) en CT-technicus Ellen Meijvogel-De Koning met enkele dino-eieren uit de verzameling van Het Oertijdmuseum. (Foto: Privécollectie Auke Barnhoorn).

“Dat kunnen wij beter”, dacht toegepast aardwetenschapper dr. Auke Barnhoorn (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, CiTG) toen hij het Jeugdjournaal zag. Twee medewerkers van Het Oertijdmuseum uit Boxtel waren met enkele nesten met gefossiliseerde dino- en schildpadeieren naar een ziekenhuis getogen om daar onder grote belangstelling de eieren door te lichten. De meeste eieren waren nog intact, dus misschien bevatten ze herkenbare botjes van een dino-embryo. Zulke vondsten zijn tamelijk zeldzaam en gewild.

Op de faculteit CiTG staan micro-CT-scanners voor het onderzoek aan gesteenten. Een scan kan tot een uur duren, maar de scherpte is met details kleiner dan een tiende millimeter onovertroffen in vergelijking met de scanners die in ziekenhuizen staan. “De scanner is aangeschaft voor aardwetenschappelijk onderzoek”, vertelt Barnhoorn, “maar we krijgen allerlei verschillende samples aangeboden.” Een voorbeeld daarvan waren ingepakte kleitabletten die de eigenaar wilde lezen zonder ze te hoeven openen.

‘Het kan bijna niet anders dan dat er een baby-dinosaurus in zit’

Medewerkers van Het Oertijdmuseum zagen veel witte stukjes op de ziekenhuisscan in opeenvolgende dwarsdoorsneden aan de rand van het ei. “Het zijn er zoveel dat het bijna niet anders kan dan dat er een baby-dinosaurus in zit”, zei Jonathan Wallaard, senior curator bij het museum.

Barnhoorn nam contact op met het museum en bood aan om voor meer detail de meest veelbelovende eieren in Delft door te lichten met de micro-CT-scanner van de faculteit.

Een deelverzameling van Het Oertijdmuseum dat voor de CT-scan geselecteerd werd met links de kleinere schilpadeitjes en rechts de dino-eieren. (Foto: Auke Barnhoorn)

Zo kwam junior-curator Maarten de Rijke van Het Oertijdmuseum op 16 maart naar Delft met een kist vol eieren. Vijftien gefossiliseerde eieren in totaal, waarvan er zes van een schildpad, een paar van een Oviraptor (eierdief) en Therapoda (vleesetende tweevoetige dino). Het formaat van de eieren liep uiteen van ‘een worstenbroodje’ tot een honingmeloen.

Doorlichting van een schildpadei met een profiel vol kristallen. (Foto: Maarten de Rijke)

De meeste schildpadeieren bleken leeg, maar één ervan bevatte een vorm die helemaal gekristalliseerd was. De Rijke schoot een plaatje van het beeldscherm, maar de 3D-reconstructie moet nog plaatsvinden.

Dino-ei in de CT-scanner met links de bron en rechts de detector. Het tafeltje draait tijdens de scan 360 graden. (Foto: Auke Barnhoorn)

En dan was er het grote veelbelovende dino-ei met veel witte stukjes. Helaas bleek de micro-CT niet krachtig genoeg om door de omgevende steenlaag heen te komen, zodat niet meer duidelijk werd over de inhoud. Het idee is om de omhullende steenlaag te verwijderen in de hoop dat de scanner er dan wel doorheen kan kijken.

De onderzoekers werken nu aan een gezamenlijk Epos-NL-voorstel voor het onderzoek aan 185 gefossiliseerde eieren. Epos-NL is het Nederlandse infrastructuurconsortium waarbinnen de nieuwe micro-CT-scanner vorig jaar is aangeschaft. Het biedt Nederlandse aardwetenschappers met een goed voorstel toegang tot de scanner.

Het idee is om een ziekenhuisscanner te gebruiken voor de voorselectie en ‘de krenten uit de pap’ in detail door te lichten met de tragere maar scherpe Delftse -scanner.

In afwachting van de reactie daarop blijven de dino-eieren voorlopig dus nog even verrassingseieren. Prettige Pasen iedereen.

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.