Opinie

Dijk van een ingenieur

De Afsluitdijk is de ultieme overwinning in de strijd tegen het water, stelt biograaf Willem van der Ham. In zijn biografie van Cornelis Lely, de geestelijk vader van de dijk, beschrijft hij de ingenieur als een bevlogen politicus.

‘Veel mensen zullen de opwinding voelen als ze over de Afsluitdijk gaan . een sensatie vergelijkbaar met het rijden over de hoge Pont de Normandie over de Seine bij Le Havre of het beklimmen van een wolkenkrabber. De dijk doorklieft het water’, schrijft Van der Ham. ‘Het is een streep, vlijmscherp en kaarsrecht, met opeens een lange sliert van keileem, zand en klei dwars door de Zuiderzee die zo ruw en wreed kon zijn en de schrik was van vissers en schippers.’

De ultieme Nederlandse overwinning op het water. Zo stelt Van der Ham zich de Afsluitdijk voor. Nuchtere Hollanders worden nog steeds spontaan lyrisch als ze over dit paradepaardje van de Nederlandse techniek rijden. Het was niet voor niets dat over de dijk al snel de wildste verhalen de ronde deden. ‘Het verhaal gaat dat je de Afsluitdijk vanaf de maan kunt zien liggen, net als de Chinese Muur.’

De man die voor het grootste gedeelte verantwoordelijk was voor de dijk, was de legendarische civiel ingenieur Cornelis Lely (1854-1929). Hij staat centraal in de prachtig vormgegeven biografie van Van der Ham. Uiteraard is ook zeer veel aandacht voor de bijna dertig kilometer lange Afsluitdijk, die pas na zijn dood in 1932 werd voltooid.

Lely ging in 1871 civiele techniek studeren in Delft, waar hij een van de tweehonderd leerlingen was. Hij was een actieve student. ‘Zo richtte hij samen met enkele medestudenten, het dispuut Snellius op en was hij lid van verschillende gezelschappen, waaronder het studenten scherm- en gymnastiekgezelschap Odin.’

Toen Lely na vier jaar studeren Delft verliet, was er genoeg werk voor jonge ingenieurs. In de negentiende eeuw transformeerde Nederland van een boerensamenleving naar een modern, geïndustrialiseerd land. Overal werden nieuwe waterwegen en sporen aangelegd en schepen en bruggen gebouwd. Deze veranderingen hadden vergaande consequenties voor de samenleving en daar was Lely zich van bewust. Hij ontpopte zich als een ethische ingenieur, een man naar het hart van de huidige rector Fokkema. ‘Het idee dat je met een goede technische scholing een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een land maakte het ingenieursvak voor Lely vooral zo boeiend’, aldus de biograaf.

Na zijn afstuderen werkte Lely bij Rijkswaterstaat en de Staatsspoorwegen, maar zijn carrière kwam moeizaam op gang. Hij was een tijd werkloos en trok, met vrouw en kinderen, weer bij zijn ouders in. Om het hoofd boven water te houden, gaf hij bijles aan Delftse studenten. Pas toen hij werd aangetrokken door de Zuiderzeevereniging kwam zijn carrière in een stroomversnelling. Daar deed hij goede contacten op, die er zelfs toe leidden dat hij minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid (1891-1894) werd.

Hoe deze opmerkelijke ontwikkeling, binnen een paar jaar van bijlesleraar minister worden, zich heeft voltrokken, vertelt Van der Ham helaas niet. Het is een kleine misser in deze verder uitstekende biografie. Lely was zeer invloedrijk en vooral een man die spijkers met koppen wilde slaan. Van politieke spelletjes hield hij, daar werd hij alleen maar zenuwachtig van. Hij was gericht op het resultaat.

En resultaten behaalde hij. Bij zijn tweede ministerschap (1897-1901), besloot hij tot de aanleg van een vissershaven in Scheveningen na een stormvloed. Het maakte hem daar ongekend populair. ‘Lely Benedictus’, noemden de vissers hem liefkozend. Hij zorgde voor de eerste ongevallenwet, die werknemers in bescherming nam. Als geliefd gouverneur van Suriname legde hij een lange spoorlijn aan dwars door het land. In de laatste jaren van zijn leven was Lely vooral bezig met de Afsluitdijk. Nog altijd liet de Zuiderzee hem niet los.

Zijn dood tekende zijn leven. Hij stierf in het harnas’, schrijft Van der Ham, ‘schrijvend aan een brochure over het Amsterdam-Rijnkanaal.’ Lely was altijd bezig met de techniek van de volgende dag en bepaalde voor een deel daarmee het huidige gezicht van Nederland.

Willem van der Ham, Verover mij dat land, Boom, 430p., 39,50

‘Veel mensen zullen de opwinding voelen als ze over de Afsluitdijk gaan . een sensatie vergelijkbaar met het rijden over de hoge Pont de Normandie over de Seine bij Le Havre of het beklimmen van een wolkenkrabber. De dijk doorklieft het water’, schrijft Van der Ham. ‘Het is een streep, vlijmscherp en kaarsrecht, met opeens een lange sliert van keileem, zand en klei dwars door de Zuiderzee die zo ruw en wreed kon zijn en de schrik was van vissers en schippers.’

De ultieme Nederlandse overwinning op het water. Zo stelt Van der Ham zich de Afsluitdijk voor. Nuchtere Hollanders worden nog steeds spontaan lyrisch als ze over dit paradepaardje van de Nederlandse techniek rijden. Het was niet voor niets dat over de dijk al snel de wildste verhalen de ronde deden. ‘Het verhaal gaat dat je de Afsluitdijk vanaf de maan kunt zien liggen, net als de Chinese Muur.’

De man die voor het grootste gedeelte verantwoordelijk was voor de dijk, was de legendarische civiel ingenieur Cornelis Lely (1854-1929). Hij staat centraal in de prachtig vormgegeven biografie van Van der Ham. Uiteraard is ook zeer veel aandacht voor de bijna dertig kilometer lange Afsluitdijk, die pas na zijn dood in 1932 werd voltooid.

Lely ging in 1871 civiele techniek studeren in Delft, waar hij een van de tweehonderd leerlingen was. Hij was een actieve student. ‘Zo richtte hij samen met enkele medestudenten, het dispuut Snellius op en was hij lid van verschillende gezelschappen, waaronder het studenten scherm- en gymnastiekgezelschap Odin.’

Toen Lely na vier jaar studeren Delft verliet, was er genoeg werk voor jonge ingenieurs. In de negentiende eeuw transformeerde Nederland van een boerensamenleving naar een modern, geïndustrialiseerd land. Overal werden nieuwe waterwegen en sporen aangelegd en schepen en bruggen gebouwd. Deze veranderingen hadden vergaande consequenties voor de samenleving en daar was Lely zich van bewust. Hij ontpopte zich als een ethische ingenieur, een man naar het hart van de huidige rector Fokkema. ‘Het idee dat je met een goede technische scholing een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een land maakte het ingenieursvak voor Lely vooral zo boeiend’, aldus de biograaf.

Na zijn afstuderen werkte Lely bij Rijkswaterstaat en de Staatsspoorwegen, maar zijn carrière kwam moeizaam op gang. Hij was een tijd werkloos en trok, met vrouw en kinderen, weer bij zijn ouders in. Om het hoofd boven water te houden, gaf hij bijles aan Delftse studenten. Pas toen hij werd aangetrokken door de Zuiderzeevereniging kwam zijn carrière in een stroomversnelling. Daar deed hij goede contacten op, die er zelfs toe leidden dat hij minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid (1891-1894) werd.

Hoe deze opmerkelijke ontwikkeling, binnen een paar jaar van bijlesleraar minister worden, zich heeft voltrokken, vertelt Van der Ham helaas niet. Het is een kleine misser in deze verder uitstekende biografie. Lely was zeer invloedrijk en vooral een man die spijkers met koppen wilde slaan. Van politieke spelletjes hield hij, daar werd hij alleen maar zenuwachtig van. Hij was gericht op het resultaat.

En resultaten behaalde hij. Bij zijn tweede ministerschap (1897-1901), besloot hij tot de aanleg van een vissershaven in Scheveningen na een stormvloed. Het maakte hem daar ongekend populair. ‘Lely Benedictus’, noemden de vissers hem liefkozend. Hij zorgde voor de eerste ongevallenwet, die werknemers in bescherming nam. Als geliefd gouverneur van Suriname legde hij een lange spoorlijn aan dwars door het land. In de laatste jaren van zijn leven was Lely vooral bezig met de Afsluitdijk. Nog altijd liet de Zuiderzee hem niet los.

Zijn dood tekende zijn leven. Hij stierf in het harnas’, schrijft Van der Ham, ‘schrijvend aan een brochure over het Amsterdam-Rijnkanaal.’ Lely was altijd bezig met de techniek van de volgende dag en bepaalde voor een deel daarmee het huidige gezicht van Nederland.

Willem van der Ham, Verover mij dat land, Boom, 430p., 39,50

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.