Deze TU-alumni maken hun eigen speciaalbier

We ontmoeten de oprichters van Frankendael Brouwerij in De Hangout, het grand café op de campus waar hun bier sinds kort wordt verkocht. Verwonderd kijken ze om zich heen.  “De campus is totaal getransformeerd”, vertelt Lei. “Zo’n hippe tent op de campus had je in onze tijd nog niet”, beaamt Frank. “Tsjonge, wat klinken we dan oud”, voegt hij er lachend aan toe.

Ze waren ooit allebei student in Delft. Zij studeerde science communication, hij industrieel ontwerpen. De één had meer met bier dan de ander. “Ik was bier aan het ontdekken op elke mogelijke manier”, grapt Frank. Zij was daarentegen geen partytype. “Ik was het stereotype Aziatische meisje, ik dronk tijdens mijn studententijd helemaal geen bier.”

Nerdy
“Het begon als een impulsief idee: laten we ons eigen bier maken”, vertelt Lei. Verstand van bierbrouwen hadden ze niet. “Maar tegenwoordig kun je door het internet jezelf alles aanleren. Dat is een skill waar je als TU-student trots op kunt zijn.” Ze probeerden van alles en gaven de biertjes die ze maakten weg aan vrienden. “Die reageerden heel enthousiast. Na een paar maanden dachten we, dit moeten we serieus nemen. Toen zijn we gaan praten met banken en investeerders.”

De door Jeroen Canton ontworpen etiketten van Frankendeal Brewing zijn in pop art-stijl. “Opvallend, maar ook een beetje nerdy.” (Foto: Marjolein van der Veldt)

Jeroen Canton, chief designer van Frankendael Brouwerij, is de derde van het oprichterstrio. Hij studeerde industrieel ontwerpen aan de TU Delft en is verantwoordelijk voor het art work. “Hij ontwerpt de etiketten”, zegt Frank. “Die zijn in pop art-stijl: opvallend, maar ook een beetje nerdy. We blijven TU-ers, hè.”

 

De speciaalbierbrouwerijen schieten tegenwoordig als paddenstoelen uit de grond. “Het is een hype, niet alleen in Nederland, maar in de hele wereld”, aldus Frank. De opstartkosten zijn dan ook laag, wat het populair maakt voor start-ups. “Met 5.000 euro startkapitaal kun je aan de slag”, legt hij uit. Inmiddels zijn er zo’n 600 brouwerijen in Nederland. “Toen wij begonnen was dit nog maar de helft. We hoorden bij de early adapters.”

Bierviltje
Het stel adviseert studenten die overwegen ondernemer te worden niet te twijfelen. Hij: “Probeer het gewoon. Onderschat de ideeën die je in een dronken bui op een bierviltje schrijft niet, dat kunnen namelijk de beste zijn. En onthoud dat de meeste start-ups mislukken. Maar daar hoor je niks van, omdat men liever succesverhalen vertelt.”

Frank en Lei werken nauw samen met een grote groep vrienden die ze nog kennen van de TU.  “Die noemen we onze ‘groupies’. Zij helpen ons op festivals en testen onze nieuwe smaken. We hebben een aparte WhatsApp-groep, die gaat helemaal los als we weer een nieuw biertje hebben en we op zoek zijn naar een goede naam.”

‘Het is een 24 uurs-job’

Ook internationale studenten moeten de stap richting een eigen onderneming durven te zetten, vindt Lei. “Het beeld bestaat dat Aziatische studenten alleen maar heel hard studeren in de UB, nooit uitgaan en na hun studie meteen weer het land verlaten. Maar ik zie om me heen allemaal voorbeelden van internationale studenten die carrière aan het maken zijn.”

Of er ook misverstanden bestaan over het ondernemerschap? “Het is veel harder werken dan ik ooit had verwacht”, zegt hij. “Het is een 24 uurs-job”, beaamt zij. “Je bent er altijd mee bezig. Ik lig vaak genoeg ’s nachts in bed te denken aan dingen die nog moeten gebeuren.”

Verslavend
Toch is ondernemen verslavend, vinden ze allebei. Frank: “Ik heb elke dag nieuwe ideeën.” De komende jaren hopen ze hun brouwerij uit te kunnen breiden op internationaal vlak. “We zijn nu aan het kijken wat de mogelijkheden zijn in China”, zegt hij.

Aan het eind van het interview wijzen ze ineens naar de studenten die aan de tafel achter ons zitten. We kijken om en zien drie flesjes met de herkenbare Frankendael-etiketten op tafel staan. De trotse brouwers grijnzen. “Dit zijn de leukste momenten”, zegt Frank. “Mensen die ons bier aan het drinken zijn, dat is wel het ultieme compliment.”

Mirjam van der Ploeg / Stagiaire