Wetenschap

Desgevraagd: Waarin moeten vluchtelingen wonen?

Een belangrijke, vaak vergeten oorzaak voor de groei van een stad is de toestroom van buitenlandse migranten en de instroom van grote aantallen vluchtelingen, betoogde hoogleraar Friso de Zeeuw vorige week in de Volkskrant. Maar waarin moeten die vluchtelingen dan wonen?

In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, is de helft van de inwoners van allochtone afkomst. De verwachting is dat dit aandeel zal toenemen, zeker met de instroom van grote aantallen vluchtelingen’, schreef prof.mr. Friso de Zeeuw, die niet alleen praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft is, maar ook directeur nieuwe markten bij BPD – het voormalige Bouwfonds, de organisatie die woongebieden ontwerpt en ontwikkelt.

Vluchtelingen komen dus voornamelijk in de grote steden terecht. Waarom? “Hun voorkeur gaat uit naar waar al familie of kennissen wonen. Daarnaast is er een sociale infrastructuur waar ze zich tot aangetrokken voelen, waaronder een moskee, halalsupermarkten en belwinkels. In de derde plaats is er in een stad meer kans op werk. De vluchtelingenstroom zal de grote steden alleen maar verder doen groeien”, licht de Zeeuw desgevraagd telefonisch toe.

Het nadeel aan grote steden is alleen: hoe vindt een vluchteling snel een woning als de druk op huurwoningen al enorm groot is? Wat dat betreft kunnen ze beter niet in ‘het rompertje’ gaan wonen. Dit is de term die de praktijkhoogleraar bedacht voor het deel van ons land waar de groei zich concentreert en dat de vorm heeft van het meest gebruikte kledingstuk voor baby’s. Hierin zitten het grootste deel van de Randstad, midden-Brabant en het westelijk deel van Gelderland. Daarbuiten is beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen vaak beter.

Maar we moeten ook snel nieuwe (tijdelijke) woonruimtes creëren. “Voor twintigduizend euro heb je al een complete inbouwunit die tien jaar meegaat en die je in een leegstaand kantoor zou kunnen zetten”, zegt De Zeeuw.

Emeritus hoogleraar productontwikkeling en bedenker van het energieneutrale concept house prof.dr.ir. Mick Eekhout heeft een goedkopere oplossing, die minder lang meegaat. “Kartonnen onderkomens kosten drieduizend euro, als je ze waterdicht maakt en er een isolatielaag aan toevoegt.” Na één of twee jaar kan zo’n vertrek thuis weer gerecycled worden. “Maar je zou ook verblijven van houtskeletbouw kunnen neerzetten, vergelijkbaar met het door ons ontwikkelde energieneutrale appartement, waarvan het prototype in het Rotterdamse Heijplaat staat. Dergelijke woningen heeft Nederland direct na de Tweede Wereldoorlog uit Noorwegen ontvangen en staan nog steeds in Zeeland en Noord-Holland.”

Omdat er nog wel iemand moest opstaan om van karton een goed tijdelijk onderkomen te ontwerpen en te maken, is Eekhout bezig een consortium samen te stellen. “We moeten voorbereid zijn, want er is in Nederland nog genoeg ruimte om vluchtelingen op te vangen”, zegt hij. Waar die kartonnen huizen precies komen te staan is volgens hem vooral een kwestie van politiek. “Daarom moeten bouwkundigen, civiele techneuten en sociale wetenschappers van de TU Delft zich nu al buigen over de vraag hoe zo’n nieuwe tijdelijke samenleving moet functioneren.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.