Wetenschap

Desgevraagd: Ramon Hanssen over de radarsatelliet

Bij ESA ging donderdag de vlag uit vanwege het Sentinel aardobservatieprogramma. Ramon Hanssen (CiTG) was als lid van de mission advisory group een van de grondleggers van de radarsatelliet.

De lancering van de eerste Sentinel satelliet op 3 april is de start van een groots aardobservatieprogramma, vertelt prof.dr.ir. Ramon Hanssen (CiTG). Hij was vanaf 2003 betrokken bij het opstellen van de specificaties van radarsatellieten Sentinel 1A en 1B.

Radarbeelden brengen verschuivingen vanaf millimeterniveau in kaart. Dat heeft toepassingen bij monitoring van dijken, het in kaart brengen van verzakkingen en bij het afsmelten van landijs.

Na de radarsatellieten volgen nog missies voor hoogtemeting, optische remote sensing en meting van de luchtkwaliteit (onder andere stikstofoxiden). Bij het instrument Tropomi voor die laatste missie zijn prof.dr. Pieternel Levelt en dr. Pepijn Veefkind van de faculteit CiTG betrokken.

De satellieten zijn het ruimtedeel van ESA’s ambitieuze aardobservatieprogramma Copernicus. Dat moet voor remote sensing het zelfde gaan betekenen als het Galileo-programma voor navigatie.

“Copernicus is ontworpen als een operationeel systeem”, legt Hanssen desgevraagd uit. “Iedereen is gewend aan actuele weerplaatjes gemaakt met data uit weersatellieten. Radarobservatie ging tot nu toe op basis van incidentele satellieten: ERS1 en 2 en daarna Envisat. Copernicus gaat continuïteit bieden – het programma loopt tot 2030.”

Een ander verschil met de huidige praktijk is dat de data van de Sentinel (Engels voor schildwacht) satellieten vrij toegankelijk zullen zijn. Hanssen twijfelt nog een beetje of alle data gelijk vanaf het begin goed bereikbaar zullen zijn, maar dat is wel de bedoeling.

Dat kan van grote betekenis zijn. Hanssen: “Vergelijk het met de gps-data. Die waren oorspronkelijk versleuteld en alleen toegankelijk voor militairen. President Clinton heeft in mei 2000 de gps-data vrijgegeven en daar is een enorme spin-off aan toepassingen uit ontstaan.”

Om dat met radardata te laten gebeuren vergt scholing. Het is niet zo makkelijk om nuttige informatie te filteren uit terabytes aan data. Om studenten vast voor te bereiden op de beschikbaarheid van satellietdata, geeft de vakgroep in het vierde semester een college apps maken.

Het belangrijkste verschil van de nieuwe radarsatellieten in vergelijking met Envisat is de kortere tijd tussen opeenvolgende scans. De scanbreedte is met 240 kilometer tweeënhalf keer breder dan Envisat zodat ieder punt op aarde elke zes dagen gescand wordt. Maar omdat de stroken elkaar naar de polen toe meer overlappen, worden gebieden op onze 50 graden noorderbreedte iedere drie dagen gescand. En als de zustersatelliet Sentinel 1B erbij komt, kun je zeggen dat iedere punt in Nederland of noordelijker bijna dagelijks afgetast wordt door de radarsatelliet.

“Daardoor kunnen we snelle ontwikkelingen in kaart brengen”, zegt Hanssen. Na een zware storm zagen mensen van zijn groep veranderingen van enkele millimeters aan de voet van de Waddenzeedijk. “Dat zijn kleine deformaties die vaak aan grote verschuivingen voorafgaan.” Geattendeerd door de radarbeelden is het waterschap Noorderzijlvest begonnen met dijkversterking.

Om vast te stellen of schade aan gebouwen al dan niet het gevolg is van een aardbeving, is frequente dekking ook van belang. En van het landijs, dat soms sneller wegsmolt dan Envisat bij kon benen, kan straks het verlies beter geboekstaafd worden.

bit.ly/1dGVRWt

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.