Wetenschap

Desgevraagd: Proef met getijdenenergie bij Oosterschelde

Na de zomer is een proefopstelling voor getijdenenergie bij de Oosterscheldekering operationeel. Vijf turbines van 200 kilowatt zullen groene elektriciteit opwekken uit eb- en vloedstromen door een van de 62 openingen van de afsluitbare waterkering.

Naar verwachting is de productie voldoende voor duizend huishoudens (met een gemiddeld gebruik van 3500 kilowattuur per jaar). Toch lijkt het onverstandig om de hele Oosterscheldedam ermee uit te rusten, waarschuwt waterbouwkundige ir. Tjerk Zitman, universitair docent bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen desgevraagd.

Iedereen die op de Oosterscheldekering over de balustrade hangt en het water onder zich door ziet stromen denkt: ‘wat een energie. Daar moeten we wat mee’. Sommigen bellen dan de TU Delft en komen op de afdeling waterbouw terecht bij Zitman of zijn collega’s.

“De turbines onttrekken energie aan de getijdenstroom”, legt Zitman uit. “Daarvoor neemt de stroomsnelheid af. Als je dat perfect zouden doen, zou de getijbeweging in de Oosterschelde tot stilstand komen. Als je het heel slecht doet, kan de getijbeweging ongehinderd doorgang vinden.” Ontwerpers van de turbine zijn altijd op zoek naar een optimum: zoveel mogelijk energie onttrekken. Dat betekent dat er minder water in en uit de Oosterschelde stroomt en dat er dus minder getijbeweging is. Dat heeft gevolgen voor de natuur achter de waterkering.

Het is een traag proces. De Oosterscheldekering kwam een kleine dertig jaar geleden gereed en ondanks dat de schuiven meestal open staan, is de remmende invloed van de pijlers inmiddels goed te zien. Het areaal aan slikken en schorren neemt af, zand verzamelt zich dermate in de diepere geulen dat er een netto zandtransport vanuit de Noordzee richting Oosterschelde is ontstaan. Deskundigen hebben daar de term ‘zandhonger’ voor geïntroduceerd. Dat proces wordt naar verwachting versterkt door meer getijdenturbines aan de Oosterscheldekering.

Het is een lastig dilemma wanneer het groene imago van duurzame energie te lijden krijgt door de ecologische schade die de grootschalige ontplooiing teweegbrengt. En toch is dat wat er gebeurt, zegt Zitman. Van ondiepere geulen zullen weinig mensen wakker liggen, maar bij de achteruitgang van slikken en schorren ligt dat anders. Dat zijn bij uitstek gebieden waar de dynamiek van het getij levenskansen biedt voor wormen, schaaldieren en vogels. Het behoud van die ecologie was in de jaren tachtig juist de reden om voor een unieke afsluitbare waterkering te kiezen die de natuurlijke getijbeweging in het gebied zo min mogelijk in de weg zou staan.

De brakke Grevelingen zou waarschijnlijk ecologisch gebaat zijn met instroom van zout water. Die gedachte vormde de basis achter het plan Zicht op Grevelingen uit 2006. Men had berekend dat 60 duizend huishoudens van stroom konden worden voorzien uit de getijdenstroom. Zitman, die destijds benaderd werd voor een second opinion, hield het op 40 duizend huishoudens. Helaas komt de aanleg van een getijdencentrale daar een stuk duurder uit omdat er ‘gaten geprikt’ moeten worden in de Brouwersdam.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.