Wetenschap

Desgevraagd: Bacteriën riool eten elkaar op

Doordat bacteriën in de rioolwaterzuivering elkaar opeten zou de hoeveelheid afvalslib met bijna driekwart verminderd worden.

Zo schetste het Technisch Weekblad afgelopen week het nieuwe zuiveringssysteem ‘Cannibal’ van Siemens Water Technologies, dat in een proef­opstelling bij de waterzuivering van Zeewolde werd ontwikkeld.
Hoogleraar milieubiotechnologie prof.dr.ir. Mark van Loosdrecht (Technische Natuurwetenschappen) is er niet van onder de indruk. Hij waarschuwt desgevraagd voor het geclaimde getal van zeventig procent slibreductie, omdat niet duidelijk is waarmee men de vergelijking aangaat. Lastig is ook dat Siemens de technologie, die het bedrijf uit Amerika heeft aangekocht, achter gesloten deuren ontwikkelt, en er weinig wetenschappelijke gegevens gepubliceerd zijn.
Het uitgangspunt van de Siemens-technologie is de hoeveelheid slib zoveel mogelijk te reduceren, ook als dat extra energie kost om extra lucht door het afvalwater te pompen om het slib te oxideren. Bacterieslib wordt in een waterzuivering gemengd met afvalwater. De bacteriën oxideren het vuil in het water en groeien daardoor in aantal. Gereinigd water stroomt verder en het slib wordt met nieuw afvalwater gemengd. In het Cannibal-proces van Siemens wordt het teruggevoerde slib, voornamelijk bestaand uit bacteriën, in een aparte tank eerst nog enige tijd ‘uitgehongerd’. Het slib gaat zichzelf dan ‘opeten’ en er ontstaat dus netto minder slib. Dit kost wel extra beluchting.
Volgens Van Loosdrecht is het reduceren van slib een achterhaalde gedachte uit de jaren tachtig en negentig. Toen was energie nog goedkoop, en maakte men zich nauwelijks druk over gesloten kringlopen. Van Loosdrecht zegt niet bang te zijn van slib en ziet meer in het Amsterdamse voorbeeld van een rioolwaterzuivering naast het energiebedrijf. Bij vergisting van het slib ontstaat methaan en daarnaast komt bij verbranding van het restslib warmte vrij die voor dertig procent in elektriciteit wordt omgezet, terwijl de rest de stadsverwarming voedt. Men ging dus rioolslib, van oorsprong alles wat door de wc en wasbakken gespoeld wordt inclusief condooms, tampons en heel veel toiletpapier, zien als energiebron. Daar gaat het Cannibal-proces aan voorbij.
Een andere zwak punt is volgens Van Loosdrecht de fosfaatverwijdering. Normaal gesproken wordt fosfaat (uit kunstmest en wasmiddelen) door bacteriën opgenomen en komt zo in het rioolslib terecht. Bij Cannibal is dat niet zo en blijft het fosfaat in oplossing. Daarom is een extra behandeling nodig om het fosfaat te verwijderen. Het wordt in de vorm van een onoplosbaar ijzerfosfaat gebonden. Maar daarmee is het zo stevig gebonden dat hergebruik nauwelijks meer mogelijk is. Terwijl anders uit de as van verbrand rioolslib het fosfaat teruggewonnen wordt als grondstof voor fosforzuur. Het bedrijf Thermphos met een fabriek in Vlissingen doet dat op die manier. Fosforzuur wordt bijvoorbeeld gebruikt in voedingsmiddelen – het geeft cola zijn frisse smaak. Leuk te bedenken dat dat het resultaat is van bij 1200 graden verbrand rioolslib. Hoogwaardig hergebruik heet dat, en het heeft wat Van Loosdrecht de voorkeur boven de afvalstroom te reduceren met inzet van energie en chemische middelen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.