Opinie

Dertienduizend banen is geen overdrijven

Een half miljard bezuinigen is onmogelijk; we werken er niet aan mee. Met die dappere boodschap richten de universiteiten zich tot de Tweede Kamer, die deze week de onderwijsbegroting bespreekt.

Hoeksteen van hun offensief is de schatting dat er nu dertienduizend banen op de tocht staan.

Over my dead body. Met uitspraken van die strekking traden universiteitsbestuurders dezer dagen op in de media. Wat het kabinet ons wil opleggen, is een ‘slachtpartij’, zei één van hen. En unaniem riepen ze de Kamer toe: het kan niet, dus doen we het niet. Door de kabinetsplannen zouden dertienduizend banen worden bedreigd. Dat is méér dan een kwart van alle universitaire werkgelegenheid.

Sommige krantelezers zullen zich direct achter de oren gekrabd hebben. Volgens een VSNU-persbericht zet het kabinet 7800 banen op de tocht, terwijl door oude bezuinigingen nog vierduizend banen verdwijnen. ,,In totaal komen daarmee circa dertienduizend arbeidsplaatsen in gevaar”, meldde de VSNU. Een wonderlijke slordigheid, die even de indruk wekte dat de universiteiten door fors ‘afronden’ hun eigen lot wel heel makkelijk dramatiseren. Maar er is wel degelijk een keurige optelsom die 13.100 bedreigde banen oplevert.

Toch zullen veel politici dat sommetje niet willen of kunnen geloven. Want het kan toch niet dat een bezuiniging van 240 miljoen (zo’n zes procent van de rijksbijdrage) maar liefst 29 procent van alle universitaire banen bedreigt? Of: leidt elke ton bezuiniging werkelijk tot het verlies van ruim vijf arbeidsplaatsen?
Verdubbeling

Hoe absurd ook, de cijfers zijn wel degelijk realistisch. Ten eerste moeten de universiteiten in 1998 veel meer dan 240 miljoen bezuinigen. Het kabinet snoeide voor ruim vijftig miljoen in onderzoekbudgetten en omdat studenten korter op de universiteit blijven, komt er ook honderd miljoen minder aan collegegeld binnen. ‘Paars’ dwingt de universiteiten dus 390 miljoen gulden te besparen. En een vuistregel leert dat in één miljoen tien banen passen. Tussenstand: 3900 bedreigde banen.

Maar banen schrappen kost zelf weer geld. In alle toonaarden proberen de universiteiten de politiek aan het verstand te peuteren: de bulk van hun personeel is in vaste dienst en heeft na ontslag jaren recht op wachtgeld. En volgens een geniepige passage in het regeerakkoord moet het hoger onderwijs daar zelf voor opdraaien.

Wat dat betekent? Van elke gulden die men schrapt in de personeelsbegroting, gaat de eerste jaren de helft weer op aan wachtgeld. In theorie kan het goedkoper, door alle aio’s en jonge docenten op straat te schoppen. Maar dan kan de vergrijsde alma mater beter meteen de poorten sluiten. Dus: om netto 390 miljoen te bezuinigen, moeten de universiteiten een twee keer zo groot bedrag aan salarissen schrappen. Dat brengt de gevolgen van ‘Paars’ op 7800 bedreigde banen.

Er zijn echter ook oude bezuinigingen die de komende jaren nog doorwerken. Het vorige kabinet snoeide voor 350 miljoen gulden op de universiteiten. Omdat toen wel wachtgeld vergoed werd, gaat het om slechts 3500 banen – waarvan de meeste pas nu worden geschrapt. Telt men dit mee, dan staan er dus 11.300 banen op de tocht.

Ten slotte is er nog negentig miljoen gulden tekort door jarenlange bezuinigingen die het ministerie niet als eigen ingreep erkent. Daar moeten de universiteiten weer wel de wachtgeldkosten dragen, zodat het bedrag aan te schrappen salaris verdubbelt tot 180 miljoen – of achttienhonderd banen. En zo komt de balans dan op 13.100 bedreigde banen.
Onevenredig

Aan het sommetje van de VSNU valt wellicht iets af te doen. Zo wordt eenvijfde van de bezuinigingen gehaald uit andere posten dan personeel – en dat leidt niet tot wachtgeldkosten. De verdubbeling van bezuinigingsbedragen lijkt zo aan de hoge kant. Maar daar staat tegenover dat bij grootschalige bezuinigingen de wachtgeldkosten ook hoger kunnen blijken dan gedacht: duizend mensen zijn nog wel te herplaatsen, maar bij tienduizend rest er weinig anders dan gedwongen ontslag. En dat loopt in de papieren.

Het wachtgeld is de boosdoener van de bezuinigingen. De plicht om die kosten zelf op te brengen – en te minimaliseren door duur personeel te laten zitten – maakt een op kwaliteit gerichte sanering onmogelijk. En voor de Kamer zou duidelijk moeten zijn: wie wil bezuinigen zonder een fors herstructureringsfonds voor de wachtgelden, dwingt de universiteiten tot onevenredige afbraak.

Het protest van de VSNU is dus begrijpelijk. Toch is alle nadruk op wachtgelden niet zonder risico’s. Inhoudelijke discussie over bedreigd onderwijs en onderzoek blijft zo op de achtergrond. En hoe sterk staat men als de politiek straks alsnog met een wachtgeldfonds op de proppen komt?

Dat laatste is niet denkbeeldig. PvdA-kamerlid W. van Gelder haalde begin deze week het wachtgeldprobleem al naar voren. Mocht hij de Kamer meekrijgen, dan hoeven volgens het VSNU- sommetje de universiteiten nog ‘slechts’ 8300 mensen te ontslaan. De Haagse politiek zou dat een royaal compromis vinden. En dan is het inmiddels erg laat voor meer inhoudelijk verzet tegen het beleidsarm schrappen van twintig procent van alle universitaire werkkracht. (HOP/F.S.)

Frank Steenkamp


Studentendemonstratie op 5 november: wachten op Haagse politiek

Een half miljard bezuinigen is onmogelijk; we werken er niet aan mee. Met die dappere boodschap richten de universiteiten zich tot de Tweede Kamer, die deze week de onderwijsbegroting bespreekt. Hoeksteen van hun offensief is de schatting dat er nu dertienduizend banen op de tocht staan.

Over my dead body. Met uitspraken van die strekking traden universiteitsbestuurders dezer dagen op in de media. Wat het kabinet ons wil opleggen, is een ‘slachtpartij’, zei één van hen. En unaniem riepen ze de Kamer toe: het kan niet, dus doen we het niet. Door de kabinetsplannen zouden dertienduizend banen worden bedreigd. Dat is méér dan een kwart van alle universitaire werkgelegenheid.

Sommige krantelezers zullen zich direct achter de oren gekrabd hebben. Volgens een VSNU-persbericht zet het kabinet 7800 banen op de tocht, terwijl door oude bezuinigingen nog vierduizend banen verdwijnen. ,,In totaal komen daarmee circa dertienduizend arbeidsplaatsen in gevaar”, meldde de VSNU. Een wonderlijke slordigheid, die even de indruk wekte dat de universiteiten door fors ‘afronden’ hun eigen lot wel heel makkelijk dramatiseren. Maar er is wel degelijk een keurige optelsom die 13.100 bedreigde banen oplevert.

Toch zullen veel politici dat sommetje niet willen of kunnen geloven. Want het kan toch niet dat een bezuiniging van 240 miljoen (zo’n zes procent van de rijksbijdrage) maar liefst 29 procent van alle universitaire banen bedreigt? Of: leidt elke ton bezuiniging werkelijk tot het verlies van ruim vijf arbeidsplaatsen?
Verdubbeling

Hoe absurd ook, de cijfers zijn wel degelijk realistisch. Ten eerste moeten de universiteiten in 1998 veel meer dan 240 miljoen bezuinigen. Het kabinet snoeide voor ruim vijftig miljoen in onderzoekbudgetten en omdat studenten korter op de universiteit blijven, komt er ook honderd miljoen minder aan collegegeld binnen. ‘Paars’ dwingt de universiteiten dus 390 miljoen gulden te besparen. En een vuistregel leert dat in één miljoen tien banen passen. Tussenstand: 3900 bedreigde banen.

Maar banen schrappen kost zelf weer geld. In alle toonaarden proberen de universiteiten de politiek aan het verstand te peuteren: de bulk van hun personeel is in vaste dienst en heeft na ontslag jaren recht op wachtgeld. En volgens een geniepige passage in het regeerakkoord moet het hoger onderwijs daar zelf voor opdraaien.

Wat dat betekent? Van elke gulden die men schrapt in de personeelsbegroting, gaat de eerste jaren de helft weer op aan wachtgeld. In theorie kan het goedkoper, door alle aio’s en jonge docenten op straat te schoppen. Maar dan kan de vergrijsde alma mater beter meteen de poorten sluiten. Dus: om netto 390 miljoen te bezuinigen, moeten de universiteiten een twee keer zo groot bedrag aan salarissen schrappen. Dat brengt de gevolgen van ‘Paars’ op 7800 bedreigde banen.

Er zijn echter ook oude bezuinigingen die de komende jaren nog doorwerken. Het vorige kabinet snoeide voor 350 miljoen gulden op de universiteiten. Omdat toen wel wachtgeld vergoed werd, gaat het om slechts 3500 banen – waarvan de meeste pas nu worden geschrapt. Telt men dit mee, dan staan er dus 11.300 banen op de tocht.

Ten slotte is er nog negentig miljoen gulden tekort door jarenlange bezuinigingen die het ministerie niet als eigen ingreep erkent. Daar moeten de universiteiten weer wel de wachtgeldkosten dragen, zodat het bedrag aan te schrappen salaris verdubbelt tot 180 miljoen – of achttienhonderd banen. En zo komt de balans dan op 13.100 bedreigde banen.
Onevenredig

Aan het sommetje van de VSNU valt wellicht iets af te doen. Zo wordt eenvijfde van de bezuinigingen gehaald uit andere posten dan personeel – en dat leidt niet tot wachtgeldkosten. De verdubbeling van bezuinigingsbedragen lijkt zo aan de hoge kant. Maar daar staat tegenover dat bij grootschalige bezuinigingen de wachtgeldkosten ook hoger kunnen blijken dan gedacht: duizend mensen zijn nog wel te herplaatsen, maar bij tienduizend rest er weinig anders dan gedwongen ontslag. En dat loopt in de papieren.

Het wachtgeld is de boosdoener van de bezuinigingen. De plicht om die kosten zelf op te brengen – en te minimaliseren door duur personeel te laten zitten – maakt een op kwaliteit gerichte sanering onmogelijk. En voor de Kamer zou duidelijk moeten zijn: wie wil bezuinigen zonder een fors herstructureringsfonds voor de wachtgelden, dwingt de universiteiten tot onevenredige afbraak.

Het protest van de VSNU is dus begrijpelijk. Toch is alle nadruk op wachtgelden niet zonder risico’s. Inhoudelijke discussie over bedreigd onderwijs en onderzoek blijft zo op de achtergrond. En hoe sterk staat men als de politiek straks alsnog met een wachtgeldfonds op de proppen komt?

Dat laatste is niet denkbeeldig. PvdA-kamerlid W. van Gelder haalde begin deze week het wachtgeldprobleem al naar voren. Mocht hij de Kamer meekrijgen, dan hoeven volgens het VSNU- sommetje de universiteiten nog ‘slechts’ 8300 mensen te ontslaan. De Haagse politiek zou dat een royaal compromis vinden. En dan is het inmiddels erg laat voor meer inhoudelijk verzet tegen het beleidsarm schrappen van twintig procent van alle universitaire werkkracht. (HOP/F.S.)

Frank Steenkamp


Studentendemonstratie op 5 november: wachten op Haagse politiek

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.