Campus

Dendriet, witmakers en triceratops

Bijna niemand weet dat ze bestaan. Ze gaan schuil achter onopvallende gevels, bezoekers komen op afspraak. Toch herbergen de minimusea van Delft soms verrassende collecties.

Delta ging eens binnen kijken. Deze week: het Mineralogisch Museum in het gebouw van technische aardwetenschappen, deel 3 van een miniserie.

Sommige mensen denken dat het de resten zijn van een barbecue, of steentjes van een doodgewoon grindpad. Op de eerste verdieping van technische aardwetenschappen liggen in vitrines allerlei van dat soort materialen. Maar een paar vitrines verder ligt wat glimmend spul. Er hangen fossielen aan de wand en duizenden kilo’s mineralen, gesteenten en ertsen sieren de grote tentoonstellingsruimte. Het Mineralogisch Museum, dat vroeger maar liefst drie verdiepingen omvatte, heeft een speciale draagconstructie nodig om de zwaarlijvige collectie te kunnen tillen. ,,Ik heb ze nooit geteld, maar we hebben hier alleen al van de mineralen meer dan vierduizend soorten”, zegt conservator Maaike van Tooren. ,,Dat is zo’n 85 procent van alle mineralensoorten ter wereld. En dat alles bij elkaar weegt nogal wat.”

Al in 1864 is op initiatief van de Duitse professor Vogelsang begonnen met het aanleggen van een verzameling, om de theorie van de studie mijnbouwkunde te ondersteunen. Nog altijd maakt de opleiding gebruik van de verzameling. ,,De studenten moeten een aantal materialen kunnen herkennen, dus na het college stuur ik ze naar het museum om de theorie in werkelijkheid te zien”, aldus de conservator, die ook doceert.

Middenin de zaal zijn de meest tot de verbeelding sprekende materialen tentoongesteld. Strak afgeslepen mineralen in allerlei kleuren; de een doorzichtig, de ander glanzend of dof. Ze lijken kunstmatig gefabriceerd. ,,Als ik hier groepen scholieren krijg, denken ze altijd dat ik deze stukken zelf geslepen heb”, zegt Van Tooren. ,,Maar dit is allemaal gevormd via een natuurlijk proces.”

Het bergkristal lijkt wel kitscherig diamant en het paarse fluoriet ziet er inderdaad nep uit. ,,De aarde heeft het best goed voor elkaar”, gaat van Tooren verder. ,,Veel mensen weten niet dat sommige stoffen voor dagelijks gebruik uit mineralen komen. Fluoriet en calciet, bijvoorbeeld. Dat zijn de belangrijkste bestanddelen voor tandpasta. En van haliet wordt ons keukenzout gemaakt.”

Achter een gordijntje bewaart van Tooren ‘discomineralen’. Met het blacklight aan stralen niet alleen de fluorescerende mineralen zoals skapoliet en fluoriet licht uit, maar ook de witte T-shirts. ,,Om kleding wit te maken worden vaak mineralen gebruikt”, verklaart de conservator. ,,Die witmakers hebben de eigenschap om te gaan stralen bij blacklight.”

Van Tooren bewaakt niet alleen een collectie natuurlijke stoffen. Naast de fossielen, zoals de reusachtige schedel van een triceratops, steenkolen en kristallen, is van Tooren begonnen aan een verzameling nepmineralen. Wijzend op een bolletje dat van asfalt gemaakt is: ,,Daar is een beetje lijm en mineraal op geplakt, zodat het een heel bijzonder mineraal lijkt. Made-in-Marokko-mineralen, noem ik ze.”

Mineralogisch Museum, Mijnbouwstraat 120. Tel: (015) 2786021. Geopend van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Toegang gratis.

Bijna niemand weet dat ze bestaan. Ze gaan schuil achter onopvallende gevels, bezoekers komen op afspraak. Toch herbergen de minimusea van Delft soms verrassende collecties. Delta ging eens binnen kijken. Deze week: het Mineralogisch Museum in het gebouw van technische aardwetenschappen, deel 3 van een miniserie.

Sommige mensen denken dat het de resten zijn van een barbecue, of steentjes van een doodgewoon grindpad. Op de eerste verdieping van technische aardwetenschappen liggen in vitrines allerlei van dat soort materialen. Maar een paar vitrines verder ligt wat glimmend spul. Er hangen fossielen aan de wand en duizenden kilo’s mineralen, gesteenten en ertsen sieren de grote tentoonstellingsruimte. Het Mineralogisch Museum, dat vroeger maar liefst drie verdiepingen omvatte, heeft een speciale draagconstructie nodig om de zwaarlijvige collectie te kunnen tillen. ,,Ik heb ze nooit geteld, maar we hebben hier alleen al van de mineralen meer dan vierduizend soorten”, zegt conservator Maaike van Tooren. ,,Dat is zo’n 85 procent van alle mineralensoorten ter wereld. En dat alles bij elkaar weegt nogal wat.”

Al in 1864 is op initiatief van de Duitse professor Vogelsang begonnen met het aanleggen van een verzameling, om de theorie van de studie mijnbouwkunde te ondersteunen. Nog altijd maakt de opleiding gebruik van de verzameling. ,,De studenten moeten een aantal materialen kunnen herkennen, dus na het college stuur ik ze naar het museum om de theorie in werkelijkheid te zien”, aldus de conservator, die ook doceert.

Middenin de zaal zijn de meest tot de verbeelding sprekende materialen tentoongesteld. Strak afgeslepen mineralen in allerlei kleuren; de een doorzichtig, de ander glanzend of dof. Ze lijken kunstmatig gefabriceerd. ,,Als ik hier groepen scholieren krijg, denken ze altijd dat ik deze stukken zelf geslepen heb”, zegt Van Tooren. ,,Maar dit is allemaal gevormd via een natuurlijk proces.”

Het bergkristal lijkt wel kitscherig diamant en het paarse fluoriet ziet er inderdaad nep uit. ,,De aarde heeft het best goed voor elkaar”, gaat van Tooren verder. ,,Veel mensen weten niet dat sommige stoffen voor dagelijks gebruik uit mineralen komen. Fluoriet en calciet, bijvoorbeeld. Dat zijn de belangrijkste bestanddelen voor tandpasta. En van haliet wordt ons keukenzout gemaakt.”

Achter een gordijntje bewaart van Tooren ‘discomineralen’. Met het blacklight aan stralen niet alleen de fluorescerende mineralen zoals skapoliet en fluoriet licht uit, maar ook de witte T-shirts. ,,Om kleding wit te maken worden vaak mineralen gebruikt”, verklaart de conservator. ,,Die witmakers hebben de eigenschap om te gaan stralen bij blacklight.”

Van Tooren bewaakt niet alleen een collectie natuurlijke stoffen. Naast de fossielen, zoals de reusachtige schedel van een triceratops, steenkolen en kristallen, is van Tooren begonnen aan een verzameling nepmineralen. Wijzend op een bolletje dat van asfalt gemaakt is: ,,Daar is een beetje lijm en mineraal op geplakt, zodat het een heel bijzonder mineraal lijkt. Made-in-Marokko-mineralen, noem ik ze.”

Mineralogisch Museum, Mijnbouwstraat 120. Tel: (015) 2786021. Geopend van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Toegang gratis.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.