Onderwijs

‘Deltaplan voor instroom technici’

Perspectief van een universiteit in beweging. Titel van de rede van de voorzitter van het college van bestuur bij de opening van het Academisch jaar.

Hieronder het deel over instroom en arbeidsmarkt

‘ Het arbeidsmarktonderzoek mag zich de laatste tijd verheugen in een stijgende belangstelling. (…) De reden voor deze belangstelling ligt voor de hand: men voorziet grote problemen. Tegenover een groeiende vraag naar bèta’s en ingenieurs staat een afnemend aanbod.

De vraag betreft zowel uitbreiding als vervanging. De vervangingsvraag wordt veroorzaakt door de vergrijzing van de naoorlogse generatie. De groei heeft te maken met de toenemende bedrijvigheid als gevolg van gunstige economische ontwikkelingen en met te verwachten grote infrastructurele investeringen.

Is het juist om grote problemen te verwachten? Wij menen van wel want de gegevens waarover wij beschikken vervullen ons met zorg. In het jaar 1996 studeerden circa 1700 ingenieurs af aan de TU Delft. Zij zijn ruwweg ingestroomd in de periode 1987-1991 toen de instroom gemiddeld 2800 studenten per jaar was. Dit is in overeenstemming met het gemiddelde rendement van onze opleidingen dat ruim zestig procent is.

Nu is het zo dat sinds 1991 de instroom stelselmatig afneemt. Voor het cursusjaar dat wij vandaag openen verwachten wij ruim 2100 eerstejaars. Te verwachten is dat in het eerste decennium van de 21ste eeuw, wanneer de vervangingsvraag zich in volle omvang zal gaan manifesteren, de TU Delft 1200 à 1300 ingenieurs per jaar zal afleveren. Dat is circa 400 minder dan in de afgelopen jaren.
Contributie

Vorig jaar was de tijdelijke werkloosheid van afgestudeerden circa vijf procent. Wij hebben aanwijzingen dat de vraag dit jaar nog groter is. Dat betekent dat momenteel naar schatting zo’n 1650 ingenieurs de weg naar de arbeidsmarkt zonder al te veel moeite weten te vinden. Indien wij mogen aannemen dat het huidige aanbod in overeenstemming is met de vraag, dan lijkt de conclusie gewettigd dat wij over een jaar of tien circa 400 ingenieurs per jaar te weinig zullen afleveren om aan de thans heersende vraag te voldoen. Dat is, het zij uitdrukkelijk gezegd, zonder rekening te houden met de te verwachten groei van de vraag.

Betrekken wij Twente en Eindhoven bij deze schatting dan is het te verwachten tekort tenminste 800 ingenieurs per jaar. Of, en zoja hoe, de vraag zal groeien valt moeilijk te voorspellen. Maar het tekort is hoe dan ook aanzienlijk.

Aan het bovenstaande moet ik toevoegen dat het vraagstuk zich niet in gelijke mate voordoet bij alle vijftien opleidingen. Het laat zich aanzien dat het vooral gaat om elektrotechniek, technische informatica, werktuigbouwkunde, civiele techniek en scheikundige technologie.

Nu zullen grotere bedrijven en organisaties het probleem welkunnen oplossen door uit andere opleidingen en/of in het buitenland te recruteren. Wij zouden dit echter betreuren omdat daarmee de contributie van Nederlandse instellingen en hun studenten zal afnemen.

Wij zijn dan ook van mening dat de instroom krachtig moet worden bevorderd en dat hiervoor een ‘Deltaplan Bèta en Techniek’ nodig is. Bedrijfsleven, technische universiteiten en overheid zouden nog dit najaar een gezamenlijk initiatief moeten nemen. ‘

Perspectief van een universiteit in beweging. Titel van de rede van de voorzitter van het college van bestuur bij de opening van het Academisch jaar. Hieronder het deel over instroom en arbeidsmarkt

‘ Het arbeidsmarktonderzoek mag zich de laatste tijd verheugen in een stijgende belangstelling. (…) De reden voor deze belangstelling ligt voor de hand: men voorziet grote problemen. Tegenover een groeiende vraag naar bèta’s en ingenieurs staat een afnemend aanbod.

De vraag betreft zowel uitbreiding als vervanging. De vervangingsvraag wordt veroorzaakt door de vergrijzing van de naoorlogse generatie. De groei heeft te maken met de toenemende bedrijvigheid als gevolg van gunstige economische ontwikkelingen en met te verwachten grote infrastructurele investeringen.

Is het juist om grote problemen te verwachten? Wij menen van wel want de gegevens waarover wij beschikken vervullen ons met zorg. In het jaar 1996 studeerden circa 1700 ingenieurs af aan de TU Delft. Zij zijn ruwweg ingestroomd in de periode 1987-1991 toen de instroom gemiddeld 2800 studenten per jaar was. Dit is in overeenstemming met het gemiddelde rendement van onze opleidingen dat ruim zestig procent is.

Nu is het zo dat sinds 1991 de instroom stelselmatig afneemt. Voor het cursusjaar dat wij vandaag openen verwachten wij ruim 2100 eerstejaars. Te verwachten is dat in het eerste decennium van de 21ste eeuw, wanneer de vervangingsvraag zich in volle omvang zal gaan manifesteren, de TU Delft 1200 à 1300 ingenieurs per jaar zal afleveren. Dat is circa 400 minder dan in de afgelopen jaren.
Contributie

Vorig jaar was de tijdelijke werkloosheid van afgestudeerden circa vijf procent. Wij hebben aanwijzingen dat de vraag dit jaar nog groter is. Dat betekent dat momenteel naar schatting zo’n 1650 ingenieurs de weg naar de arbeidsmarkt zonder al te veel moeite weten te vinden. Indien wij mogen aannemen dat het huidige aanbod in overeenstemming is met de vraag, dan lijkt de conclusie gewettigd dat wij over een jaar of tien circa 400 ingenieurs per jaar te weinig zullen afleveren om aan de thans heersende vraag te voldoen. Dat is, het zij uitdrukkelijk gezegd, zonder rekening te houden met de te verwachten groei van de vraag.

Betrekken wij Twente en Eindhoven bij deze schatting dan is het te verwachten tekort tenminste 800 ingenieurs per jaar. Of, en zoja hoe, de vraag zal groeien valt moeilijk te voorspellen. Maar het tekort is hoe dan ook aanzienlijk.

Aan het bovenstaande moet ik toevoegen dat het vraagstuk zich niet in gelijke mate voordoet bij alle vijftien opleidingen. Het laat zich aanzien dat het vooral gaat om elektrotechniek, technische informatica, werktuigbouwkunde, civiele techniek en scheikundige technologie.

Nu zullen grotere bedrijven en organisaties het probleem welkunnen oplossen door uit andere opleidingen en/of in het buitenland te recruteren. Wij zouden dit echter betreuren omdat daarmee de contributie van Nederlandse instellingen en hun studenten zal afnemen.

Wij zijn dan ook van mening dat de instroom krachtig moet worden bevorderd en dat hiervoor een ‘Deltaplan Bèta en Techniek’ nodig is. Bedrijfsleven, technische universiteiten en overheid zouden nog dit najaar een gezamenlijk initiatief moeten nemen. ‘

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.