Onderwijs

‘Delftse robots gaan zich tussen de mensen begeven’

Lopende, vliegende, kruipende machines; je moest afgelopen vrijdag tijdens het openingsfeest van het TU Delft Robotics Institute bij 3mE en IO goed uitkijken dat je niet over een robot struikelde of dat er een tegen te hoofd aan vloog.


Aan de ene kant van de hal galoppeert een zesbenige robot die mogelijk ooit mensen uit rampgebieden zal redden, en in de andere uithoek van de centrale hal bij 3mE toont de vriendelijk ogende zorgrobot Eva dat ze op termijn een handig hulpje kan zijn in verzorgingstehuizen; ze kan al een drankje oppikken en naar iemand toe brengen. Tussen deze twee robots in staat vrijwel alles van Delftse makelij opgesteld dat vliegt, rolt, loopt, zwemt, kruipt, grijpt of hallo zegt. Zelfs nanosatellieten (sondes ter grootte van een melkpak) ontbreken niet.


Het TU Delft Robotics Institute, de nieuwe paraplu voor al het Delftse onderzoek aan robotica, hanteert een brede definitie van robotica. Afgelopen vrijdag was de officiele kick off van dit instituut. Prof.dr. Robert Babuska is de wetenschappelijk directeur.


Wat de definitie van robotica precies is, maakte Babuska tijdens zijn lezing die ochtend niet helemaal duidelijk. Het onderzoek aan nanosatellieten hoort in ieder geval wel bij het instituut omdat deze satellieten in de toekomst moeten gaan communiceren met elkaar en autonoom ‘zwermgedrag’ moeten gaan vertonen.


Zwermrobotica is een van de drie pijlers van het instituut, vertelde Babuska. Behalve om satellieten gaat het dan om kleine autonome vliegtuigjes die elkaars aanwezigheid voelen en letterlijk in een zwerm een gebied napluizen op bijvoorbeeld overlevenden van een ramp of illegale olielozingen op zee. “Sommige van die robots worden in de toekomst misschien wel heel goedkoop. Misschien komen er wel wegwerprobots.”


De twee andere pijlers zijn werkende robots (door het instituut ‘robots that work’ genoemd) en robots die interacties aangaan met mensen (‘interactive robots’). Gevoelige grijparmen die groente van een lopende band pakken en in doosjes stoppen zonder de paprika’s en tomaten beurs te knijpen, is een voorbeeld van ‘robots at work’. De interactieve robots op hun beurt vormen veelal een soort verlengstuk van de mens. Denk aan exoskeletten voor patiënten die herstellen van een operatie of een robot als Eva die ouderen een drankje geeft of naar hun kamer begeleidt.


Tijdens de officiële opening van het instituut werd geen enkel nieuw onderzoek gepresenteerd. “Wat nieuw is, is de onderzoeks- en ontwerpaanpak van het instituut”, vertelt persvoorlichter Ilona van den Brink. “Die nieuwe aanpak is nodig omdat we van losse robots met aparte functionaliteiten naar robots toe gaan die deze functionaliteiten meer integreren. Ook gaan de robots zich vaker tussen de mensen begeven en met hen samenwerken.”


Het samenbrengen van disciplines moet ook de kansen op onderzoeksfinanciering vergroten, zo is de hoop. “De industrie weet zo beter waar ze moet aankloppen”, vertelde Babuska.


Het soort robots waar binnen het instituut aan gewerkt zal worden, mag dan heel breed zijn, het instituut zal zich niet richten op de ontwikkeling van humanoïde robots (robots met een lichaamsvorm die lijkt op die van een mens) en ook niet op voetballende robots, aldus Babuska. 

 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.