Campus

Delftse Komedie zoekt studenten

In december 1970 richtte een handjevol studenten de Stichting Delftse Komedie op. Dertig jaar later stromen de inschrijvingen binnen. Alleen de naamsbekendheid onder studenten kan beter.

/strong>

In een klein kamertje op twee hoog achterin het gebouw van de Vrije Academie rinkelt de telefoon. ,,Nee hoor, je kunt je nog inschrijven. Je wilt aan het traject beginnen? Dat is op maandag of dinsdag, je mag nog kiezen.”

Naast de telefoon maken een tafel, een computer en een opberghok deel uit van de inventaris van het kamertje, dat zich slechts door de posters onderscheidt van andere kamers in de gang. Wat zou kunnen doorgaan voor een afgelegen afstudeerplek, is in feite het kloppend hart van de stichting Delftse Komedie, die al bijna dertig jaar voorziet in cursussen, workshops en producties op het gebied van kleinkunst en toneel. Reinier Weers, een van de twee leden van het dagelijks bestuur, coördineert vanuit hier de inschrijvingen voor het komend cursusjaar. ,,Ik denk dat het goed is om meer studenten en medewerkers van de TU te laten weten dat je ook echt kunt leren toneelspelen in Delft. We staan open voor iedereen en we werken met de professionele begeleiding van ervaren theatermakers.”

Bij het uitkomen van het nieuwe programma richt Weers zich graag expliciet tot de TU-gemeenschap. Want hoewel de Delftse Komedie eind jaren zestig begonnen is door een groep studenten die ‘wat aan cabaret wilden doen’, neemt het aantal cursisten van de TU de laatste jaren af. Studenten willen sneller klaar zijn en doen minder aan culturele ontplooiing, denkt Weers. ,,Daarbij komt, dat de Delftse Komedie vroeger in het Muzisch Centrum van de TU vertegenwoordigd was. Sinds we daar weg zijn, zijn we minder zichtbaar geworden.”

Zelf heeft Weers in Nijmegen gestudeerd. Hij gaf als leraar Nederlands een tijdje les op het Reineveldcollege in Delft. Hij speelde toneel bij een amateurvereniging in Rotterdam en raakte ook betrokken bij de Delftse Komedie, waar hij sinds april vorig jaar een deeltijdbaan in het bestuur aannam. ,,Daar schuilt ook een bepaalde tragiek in”, lacht Weers. ,,Ik ben ooit afgewezen voor de kleinkunstacademie. Maar als je betrokken bent bij theater wil je daar toch in de buurt zijn. Is het niet als speler, dan maar iets in de organisatie.”
Professioneel

Samen met zijn collega Marjet Roerink wil hij een gevarieerd programma aanbieden van serieus toneelspel en kleinkunst tot theatersport, improvisatie en clownerie. Er wordt op verschillende niveau’s gewerkt, onder begeleiding van professionele docenten die behalve een theateropleiding ook verschillende producties op hun naam hebben staan.

,,Maar we gaan geen mensen beroemd maken”, voegt Weers daaraan toe. ,,We willen mensen op een leuke manier iets leren. Mensen hebben het zelf in zich, proberen bij ons eencursus, en gaan daar dan mee verder.”

Er is een opbouw in het cursusaanbod, dat steeds meer mogelijkheden biedt naarmate je verder komt, aldus Weers. Zo kun je in anderhalf jaar het ’traject’ doorlopen en via de cursussen ‘basisspel’ en ‘vervolgspel’ toewerken naar een eerste uitvoering in de ‘eerste stap’-presentatie. Mensen met enige ervaring kunnen onder begeleiding werken aan een eigen kleinkunstproductie, of auditie doen voor de eenakterproductie ‘8 Spelers en 1 Spel’, die later in het voorjaar opgevoerd zal worden. Voor de die-hards is er de workshop ‘4 x Shakespeare’, waarin een aantal scènes en personages uit zijn bekendste werken grondig bewerkt zullen worden.

Volgens Weers kan toneelspelen ook op andere vlakken een heilzaam effect hebben. ,,Bij theatersport bijvoorbeeld leer je je openstellen voor directe impulsen uit je omgeving, waar je meteen op moet inspelen. Je leert je sociale intelligentie te gebruiken, waarmee je misschien vele conflicten kunt vermijden. En in de workshop ‘stem’ is de kennis over eigen stemgebruik natuurlijk ook handig voor een presentatie.”

Weers is tevreden over de activiteiten van het komend jaar. ,,We zitten nu aan het plafond. Maar als we meer faciliteiten zouden hebben, kunnen we nog meer organiseren. En daar is ook vraag naar. Veel mensen die niet meer mee kunnen doen omdat de cursussen vol zijn, gaan in arren moede maar beginnen zonder dat wij ze de faciliteiten kunnen bieden. Dat is natuurlijk jammer.”

Hij schat het aantal student-cursisten op de helft van het totaal. En daar is hij erg blij mee: ,,Het is leuk publiek en ze blijven vaak voor langere tijd. Onder de werkende mensen zie je dat ze na een cursus theater maar eens een cursus ‘acces’ of bedrijfsmanagement gaan doen, een beetje het supermarktidee. Terwijl het juist leuk is om ermee door te gaan.”

In december 1970 richtte een handjevol studenten de Stichting Delftse Komedie op. Dertig jaar later stromen de inschrijvingen binnen. Alleen de naamsbekendheid onder studenten kan beter.

In een klein kamertje op twee hoog achterin het gebouw van de Vrije Academie rinkelt de telefoon. ,,Nee hoor, je kunt je nog inschrijven. Je wilt aan het traject beginnen? Dat is op maandag of dinsdag, je mag nog kiezen.”

Naast de telefoon maken een tafel, een computer en een opberghok deel uit van de inventaris van het kamertje, dat zich slechts door de posters onderscheidt van andere kamers in de gang. Wat zou kunnen doorgaan voor een afgelegen afstudeerplek, is in feite het kloppend hart van de stichting Delftse Komedie, die al bijna dertig jaar voorziet in cursussen, workshops en producties op het gebied van kleinkunst en toneel. Reinier Weers, een van de twee leden van het dagelijks bestuur, coördineert vanuit hier de inschrijvingen voor het komend cursusjaar. ,,Ik denk dat het goed is om meer studenten en medewerkers van de TU te laten weten dat je ook echt kunt leren toneelspelen in Delft. We staan open voor iedereen en we werken met de professionele begeleiding van ervaren theatermakers.”

Bij het uitkomen van het nieuwe programma richt Weers zich graag expliciet tot de TU-gemeenschap. Want hoewel de Delftse Komedie eind jaren zestig begonnen is door een groep studenten die ‘wat aan cabaret wilden doen’, neemt het aantal cursisten van de TU de laatste jaren af. Studenten willen sneller klaar zijn en doen minder aan culturele ontplooiing, denkt Weers. ,,Daarbij komt, dat de Delftse Komedie vroeger in het Muzisch Centrum van de TU vertegenwoordigd was. Sinds we daar weg zijn, zijn we minder zichtbaar geworden.”

Zelf heeft Weers in Nijmegen gestudeerd. Hij gaf als leraar Nederlands een tijdje les op het Reineveldcollege in Delft. Hij speelde toneel bij een amateurvereniging in Rotterdam en raakte ook betrokken bij de Delftse Komedie, waar hij sinds april vorig jaar een deeltijdbaan in het bestuur aannam. ,,Daar schuilt ook een bepaalde tragiek in”, lacht Weers. ,,Ik ben ooit afgewezen voor de kleinkunstacademie. Maar als je betrokken bent bij theater wil je daar toch in de buurt zijn. Is het niet als speler, dan maar iets in de organisatie.”
Professioneel

Samen met zijn collega Marjet Roerink wil hij een gevarieerd programma aanbieden van serieus toneelspel en kleinkunst tot theatersport, improvisatie en clownerie. Er wordt op verschillende niveau’s gewerkt, onder begeleiding van professionele docenten die behalve een theateropleiding ook verschillende producties op hun naam hebben staan.

,,Maar we gaan geen mensen beroemd maken”, voegt Weers daaraan toe. ,,We willen mensen op een leuke manier iets leren. Mensen hebben het zelf in zich, proberen bij ons eencursus, en gaan daar dan mee verder.”

Er is een opbouw in het cursusaanbod, dat steeds meer mogelijkheden biedt naarmate je verder komt, aldus Weers. Zo kun je in anderhalf jaar het ’traject’ doorlopen en via de cursussen ‘basisspel’ en ‘vervolgspel’ toewerken naar een eerste uitvoering in de ‘eerste stap’-presentatie. Mensen met enige ervaring kunnen onder begeleiding werken aan een eigen kleinkunstproductie, of auditie doen voor de eenakterproductie ‘8 Spelers en 1 Spel’, die later in het voorjaar opgevoerd zal worden. Voor de die-hards is er de workshop ‘4 x Shakespeare’, waarin een aantal scènes en personages uit zijn bekendste werken grondig bewerkt zullen worden.

Volgens Weers kan toneelspelen ook op andere vlakken een heilzaam effect hebben. ,,Bij theatersport bijvoorbeeld leer je je openstellen voor directe impulsen uit je omgeving, waar je meteen op moet inspelen. Je leert je sociale intelligentie te gebruiken, waarmee je misschien vele conflicten kunt vermijden. En in de workshop ‘stem’ is de kennis over eigen stemgebruik natuurlijk ook handig voor een presentatie.”

Weers is tevreden over de activiteiten van het komend jaar. ,,We zitten nu aan het plafond. Maar als we meer faciliteiten zouden hebben, kunnen we nog meer organiseren. En daar is ook vraag naar. Veel mensen die niet meer mee kunnen doen omdat de cursussen vol zijn, gaan in arren moede maar beginnen zonder dat wij ze de faciliteiten kunnen bieden. Dat is natuurlijk jammer.”

Hij schat het aantal student-cursisten op de helft van het totaal. En daar is hij erg blij mee: ,,Het is leuk publiek en ze blijven vaak voor langere tijd. Onder de werkende mensen zie je dat ze na een cursus theater maar eens een cursus ‘acces’ of bedrijfsmanagement gaan doen, een beetje het supermarktidee. Terwijl het juist leuk is om ermee door te gaan.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.