Delftse bachelorstudenten willen Delftse master

Dat blijkt uit een onderzoek dat het onderzoeksbureau Newcom Research and Consultancy heeft uitgevoerd in opdracht van de TU Delft en de Universiteit Twente (UT).

Slecht 1 procent van de dik tweeduizend in Delft ondervraagde bachelorstudenten zegt een masteropleiding te willen volgen aan een andere Nederlandse universiteit. De UT en de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) staan daarbij laag in de rangorde.

Twentse techniekstudenten blijken iets meer belangstelling te hebben voor een masteropleiding aan een andere Nederlandse universiteit. 3 Procent van hen is van plan binnen Nederland van universiteit te switchen. Toch is dat nog altijd zo weinig, dat van concurrentie tussen de drie TU’s nauwelijks sprake lijkt.

De redenen waarom Delftse bachelorstudenten voor een masteropleiding aan hun eigen universiteit kiezen, zijn vooral de goede aansluiting van de master op de bachelor en van de master op de eigen interesses.

Verder blijven veel Delftse bachelorstudenten in Delft om de goede naam die de universiteit volgens hen heeft. Ook hebben ze vaak al mastervakken gevolgd, waardoor het niet logisch is uit Delft te vertrekken.

Tegenover deze ‘harde’ redenen om te blijven, staan bij studenten die weg willen vooral ‘zachte’ motieven centraal. Zij vertrekken naar binnen- of buitenland om zichzelf te ontplooien, uit nieuwsgierigheid of omdat ze hun sociale netwerk willen uitbreiden of andere culturen willen leren kennen.

De TU Delft en de UT hebben het onderzoek uitgevoerd, zodat ze beter weten wat bachelorstudenten beweegt bij het maken van een masterkeuze. Zo denken ze hun bachelors beter te kunnen begeleiden en informeren.

Dat laatste blijkt geen overbodige luxe. Meent 70 procent van de Delftse bachelorstudenten een goed overzicht te hebben van de mastermogelijkheden op de TU Delft, maar 17 procent van hen kan hetzelfde zeggen van andere universiteiten. Bovendien blijkt 78 procent niet op de hoogte van de gezamenlijke masters die de TU Delft met de UT en de TUE aanbiedt.

Daar staat tegenover dat veel bachelorstudenten al in het eerste studiejaar weten of denken te weten welke master ze straks willen doen. Van de studenten die in 2004 begonnen met de bachelor zegt 43 procent al in dat eerste jaar de keuze te hebben gemaakt.

Veel ondervraagden zeggen zelfs al belang te hebben gehecht aan de mogelijkheden van de masteropleiding toen zij aan de bachelor begonnen. Maar liefst 70 procent vond de mogelijkheden van de master even belangrijk of belangrijker dan die van de bachelor.

De TU Delft en de UT zijn van plan het onderzoek naar de studiekeuzemotieven van bachelorstudenten één- of tweejaarlijks te herhalen.

Dat blijkt uit een onderzoek dat het onderzoeksbureau Newcom Research and Consultancy heeft uitgevoerd in opdracht van de TU Delft en de Universiteit Twente (UT).

Slecht 1 procent van de dik tweeduizend in Delft ondervraagde bachelorstudenten zegt een masteropleiding te willen volgen aan een andere Nederlandse universiteit. De UT en de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) staan daarbij laag in de rangorde.

Twentse techniekstudenten blijken iets meer belangstelling te hebben voor een masteropleiding aan een andere Nederlandse universiteit. 3 Procent van hen is van plan binnen Nederland van universiteit te switchen. Toch is dat nog altijd zo weinig, dat van concurrentie tussen de drie TU’s nauwelijks sprake lijkt.

De redenen waarom Delftse bachelorstudenten voor een masteropleiding aan hun eigen universiteit kiezen, zijn vooral de goede aansluiting van de master op de bachelor en van de master op de eigen interesses.

Verder blijven veel Delftse bachelorstudenten in Delft om de goede naam die de universiteit volgens hen heeft. Ook hebben ze vaak al mastervakken gevolgd, waardoor het niet logisch is uit Delft te vertrekken.

Tegenover deze ‘harde’ redenen om te blijven, staan bij studenten die weg willen vooral ‘zachte’ motieven centraal. Zij vertrekken naar binnen- of buitenland om zichzelf te ontplooien, uit nieuwsgierigheid of omdat ze hun sociale netwerk willen uitbreiden of andere culturen willen leren kennen.

De TU Delft en de UT hebben het onderzoek uitgevoerd, zodat ze beter weten wat bachelorstudenten beweegt bij het maken van een masterkeuze. Zo denken ze hun bachelors beter te kunnen begeleiden en informeren.

Dat laatste blijkt geen overbodige luxe. Meent 70 procent van de Delftse bachelorstudenten een goed overzicht te hebben van de mastermogelijkheden op de TU Delft, maar 17 procent van hen kan hetzelfde zeggen van andere universiteiten. Bovendien blijkt 78 procent niet op de hoogte van de gezamenlijke masters die de TU Delft met de UT en de TUE aanbiedt.

Daar staat tegenover dat veel bachelorstudenten al in het eerste studiejaar weten of denken te weten welke master ze straks willen doen. Van de studenten die in 2004 begonnen met de bachelor zegt 43 procent al in dat eerste jaar de keuze te hebben gemaakt.

Veel ondervraagden zeggen zelfs al belang te hebben gehecht aan de mogelijkheden van de masteropleiding toen zij aan de bachelor begonnen. Maar liefst 70 procent vond de mogelijkheden van de master even belangrijk of belangrijker dan die van de bachelor.

De TU Delft en de UT zijn van plan het onderzoek naar de studiekeuzemotieven van bachelorstudenten één- of tweejaarlijks te herhalen.