Campus

Delftenaren ga terug naar Delft met je donder

De OWee. Tijd voor een nieuw begin, met grenzeloze mogelijkheden en belangrijke keuzes voor bijna tweeduizend aankomende studenten. Zie dat maar eens in goede banen te leiden.

Acht studenten en twee universiteitsmedewerkers hebben de klus bijna weer geklaard.

Het commissiehok van de OWee werkgroep aan het Mijnbouwplein verschilt weinig van het standaard-commissiehok: muren volgeplakt met posters, veel computers en veel zooi, de volumeknop van de radio op de hoogste stand en druk in- en uitgaand verkeer van commissieleden en anderen die zich met de organisatie van de grootscheepse inwijdingsweek bemoeien.

Het is misschien alleen wat groter en beter geoutilleerd dan de commissiehokken elders op de TU. En dat mag ook wel, want de organisatie van een kennismakingsweek is geen sinecure, verklaart Serban Schouten, student-lid van de Werkgroep OWee en in het dagelijks leven student civiele techniek.

De werkgroep bestaat uit acht studenten en twee medewerkers van de universiteit. Max van der Laan, voorzitter van de werkgroep, vormt de ene helft van het medewerkersduo. Zijn aanwezigheid garandeert continuïteit, zodat niet elk jaar opnieuw het wiel hoeft te worden uitgevonden. Dit jaar organiseert hij de ontvangstweek voor de zevenentwintigste keer. ,,Maar daarover gaan we het nu niet hebben”, pareert Van der Laan bij voorbaat een gesprekswending.

Wat maakt de organisatie zo ingewikkeld? ,,Het gaat om grote aantallen”, legt Schouten uit. ,,Namelijk ongeveer tweeduizend studenten en mentoren. Die zijn allemaal ergens tegelijkertijd mee bezig. Elk mentorgroepje moet steeds precies weten wat hij moet doen. En ze moeten allemaal eten. Verder spelen er veel verschillende belangen, die allemaal met elkaar verenigd moeten worden.”

Paniek

Het verschijnsel dat aanstaande studenten zich de laatste jaren steeds later aanmelden, compliceert de organisatie verder. Van der Laan: ,,Vijf jaar geleden hadden we eind juni, begin juli een goed zicht op de aantallen die we konden verwachten. Doordat de vooraanmelding niet meer verplicht is, ligt dat nu geheel anders.”

En dat brengt een hoop extra werk met zich mee. Schouten: ,,Eerst hebben we twee keer een uitnodiging verstuurd en vervolgens hebben we nog eens drie- á vierhonderd mensen persoonlijk opgebeld. We kregen vaak moeders aan de lijn, van wie de kinderen op vakantie waren, maar die het nog eens zouden doorgeven.”

,,Vroeger gebeurde het andersom”, herinnert Van der Laan zich. ,,Toen belden de moeders ons uit zichzelf op, helemaal in paniek: mijn zoon is op vakantie, maar hij heeft zich nog niet aangemeld. Wat moet ik doen?”

De groep is eind februari begonnen en heeft dus een half jaar de tijd gehad om de vier OWee-dagen tot een succes te maken. Om de zaak zo snel mogelijk op gang te krijgen, stuurden de twee oudgedienden de acht jonge honden eerst op beleidsweekend naar de weinig inspirerende omgeving van het Van der Valk hotel in Haarlem. Deze locatie kon de pret echter niet drukken. De onderlinge kennismaking verliep uitstekend, en ook de brainstormsessies en de taakverdeling verliepen voorspoedig, vinden de twee.

Om het groepsgevoel nog verder te versterken namen zes van de acht student-leden deel aan de wereldkampioenschappen kloepm in Drenthe. Deelname was op individuele basis en een aantal commissieleden is klompenkruipend doorgestoten tot de halve finale. Gecombineerd met de duidelijke profilering die de werkgroep ter plekke nastreefde resulteerde dit wapenfeit in diverse krantenartikelen, die trots aan de muur van het commissiehok prijken.

Smeekbedes

Wat gaat de komende OWee onderscheiden van alle voorgaande versies? ,,Nieuw is de Hocu SPO-CU ochtend”, zegt Schouten enthousiast. ,,SPO-CU staat voor sport en cultuur. De sportdagen werden in de vorige jaren erg slecht bezocht, dus hebben we het nu gecombineerd met cultuur. Bovendien staat er dit jaar een kartbaan opgesteld op het parkeerterrein van Bouwkunde.” Dat laatste moet niet alleen de nuldejaars, maar ook de mentoren verleiden omde gang naar het sportcentrum te maken. Bij lekker weer namen de mentoren in voorgaande jaren, samen met hun kroost en ondanks smeekbedes van de organisatie, nogal eens de wijk naar Scheveningen of het Delftse Hout. Nog een anekdote van Van der Laan: ,,We hebben ooit wel eens een sportvliegtuigje boven het strand laten vliegen met de tekst: ‘Delftenaren ga terug naar Delft met je donder.”

Een andere noviteit, die zeker gewaardeerd zal worden, is de OWee-cd. De commissie schreef een wedstrijd uit onder de Delftse studentenbandjes, waaruit zes mededingers voortkwamen. Vijf zijn er uiteindelijk op de cd terechtgekomen, waarvan er één is uitgeroepen tot het officiële OWee lied. Elke OWee-er krijgt er één in zijn rugzak en andere studenten kunnen hem in verschillende muziekzaken ophalen op vertoon van hun collegekaart. ,,Die cd was gewoon leuk om te doen”, zegt Schouten. ,,Bovendien is de universiteit op zoek naar een wij-gevoel. Wij hopen dat deze cd daarin voorziet en dat hij de hele week gedraaid wordt.”

Alles is voorbereid en lijkt op rolletjes te lopen. Stress is volgens Schouten een onbekend verschijnsel in de OWee-werkgroep. Maar als het interview wordt afgerond en alleen de keuze van de locatie nog rest, schijnt het studentikoze karakter ondanks alle professionaliteit toch nog even door de oppervlakte. Een van de leden van de werkgroep werpt tegen: ,,Dit ranzige hok heeft toch niet de uitstraling die we naar buiten toe willen laten zien?!”

De OWee. Tijd voor een nieuw begin, met grenzeloze mogelijkheden en belangrijke keuzes voor bijna tweeduizend aankomende studenten. Zie dat maar eens in goede banen te leiden. Acht studenten en twee universiteitsmedewerkers hebben de klus bijna weer geklaard.

Het commissiehok van de OWee werkgroep aan het Mijnbouwplein verschilt weinig van het standaard-commissiehok: muren volgeplakt met posters, veel computers en veel zooi, de volumeknop van de radio op de hoogste stand en druk in- en uitgaand verkeer van commissieleden en anderen die zich met de organisatie van de grootscheepse inwijdingsweek bemoeien.

Het is misschien alleen wat groter en beter geoutilleerd dan de commissiehokken elders op de TU. En dat mag ook wel, want de organisatie van een kennismakingsweek is geen sinecure, verklaart Serban Schouten, student-lid van de Werkgroep OWee en in het dagelijks leven student civiele techniek.

De werkgroep bestaat uit acht studenten en twee medewerkers van de universiteit. Max van der Laan, voorzitter van de werkgroep, vormt de ene helft van het medewerkersduo. Zijn aanwezigheid garandeert continuïteit, zodat niet elk jaar opnieuw het wiel hoeft te worden uitgevonden. Dit jaar organiseert hij de ontvangstweek voor de zevenentwintigste keer. ,,Maar daarover gaan we het nu niet hebben”, pareert Van der Laan bij voorbaat een gesprekswending.

Wat maakt de organisatie zo ingewikkeld? ,,Het gaat om grote aantallen”, legt Schouten uit. ,,Namelijk ongeveer tweeduizend studenten en mentoren. Die zijn allemaal ergens tegelijkertijd mee bezig. Elk mentorgroepje moet steeds precies weten wat hij moet doen. En ze moeten allemaal eten. Verder spelen er veel verschillende belangen, die allemaal met elkaar verenigd moeten worden.”

Paniek

Het verschijnsel dat aanstaande studenten zich de laatste jaren steeds later aanmelden, compliceert de organisatie verder. Van der Laan: ,,Vijf jaar geleden hadden we eind juni, begin juli een goed zicht op de aantallen die we konden verwachten. Doordat de vooraanmelding niet meer verplicht is, ligt dat nu geheel anders.”

En dat brengt een hoop extra werk met zich mee. Schouten: ,,Eerst hebben we twee keer een uitnodiging verstuurd en vervolgens hebben we nog eens drie- á vierhonderd mensen persoonlijk opgebeld. We kregen vaak moeders aan de lijn, van wie de kinderen op vakantie waren, maar die het nog eens zouden doorgeven.”

,,Vroeger gebeurde het andersom”, herinnert Van der Laan zich. ,,Toen belden de moeders ons uit zichzelf op, helemaal in paniek: mijn zoon is op vakantie, maar hij heeft zich nog niet aangemeld. Wat moet ik doen?”

De groep is eind februari begonnen en heeft dus een half jaar de tijd gehad om de vier OWee-dagen tot een succes te maken. Om de zaak zo snel mogelijk op gang te krijgen, stuurden de twee oudgedienden de acht jonge honden eerst op beleidsweekend naar de weinig inspirerende omgeving van het Van der Valk hotel in Haarlem. Deze locatie kon de pret echter niet drukken. De onderlinge kennismaking verliep uitstekend, en ook de brainstormsessies en de taakverdeling verliepen voorspoedig, vinden de twee.

Om het groepsgevoel nog verder te versterken namen zes van de acht student-leden deel aan de wereldkampioenschappen kloepm in Drenthe. Deelname was op individuele basis en een aantal commissieleden is klompenkruipend doorgestoten tot de halve finale. Gecombineerd met de duidelijke profilering die de werkgroep ter plekke nastreefde resulteerde dit wapenfeit in diverse krantenartikelen, die trots aan de muur van het commissiehok prijken.

Smeekbedes

Wat gaat de komende OWee onderscheiden van alle voorgaande versies? ,,Nieuw is de Hocu SPO-CU ochtend”, zegt Schouten enthousiast. ,,SPO-CU staat voor sport en cultuur. De sportdagen werden in de vorige jaren erg slecht bezocht, dus hebben we het nu gecombineerd met cultuur. Bovendien staat er dit jaar een kartbaan opgesteld op het parkeerterrein van Bouwkunde.” Dat laatste moet niet alleen de nuldejaars, maar ook de mentoren verleiden omde gang naar het sportcentrum te maken. Bij lekker weer namen de mentoren in voorgaande jaren, samen met hun kroost en ondanks smeekbedes van de organisatie, nogal eens de wijk naar Scheveningen of het Delftse Hout. Nog een anekdote van Van der Laan: ,,We hebben ooit wel eens een sportvliegtuigje boven het strand laten vliegen met de tekst: ‘Delftenaren ga terug naar Delft met je donder.”

Een andere noviteit, die zeker gewaardeerd zal worden, is de OWee-cd. De commissie schreef een wedstrijd uit onder de Delftse studentenbandjes, waaruit zes mededingers voortkwamen. Vijf zijn er uiteindelijk op de cd terechtgekomen, waarvan er één is uitgeroepen tot het officiële OWee lied. Elke OWee-er krijgt er één in zijn rugzak en andere studenten kunnen hem in verschillende muziekzaken ophalen op vertoon van hun collegekaart. ,,Die cd was gewoon leuk om te doen”, zegt Schouten. ,,Bovendien is de universiteit op zoek naar een wij-gevoel. Wij hopen dat deze cd daarin voorziet en dat hij de hele week gedraaid wordt.”

Alles is voorbereid en lijkt op rolletjes te lopen. Stress is volgens Schouten een onbekend verschijnsel in de OWee-werkgroep. Maar als het interview wordt afgerond en alleen de keuze van de locatie nog rest, schijnt het studentikoze karakter ondanks alle professionaliteit toch nog even door de oppervlakte. Een van de leden van de werkgroep werpt tegen: ,,Dit ranzige hok heeft toch niet de uitstraling die we naar buiten toe willen laten zien?!”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.