Onderwijs

Delft wordt creatieve proeftuin

Delft maakt letterlijk ruimte voor activiteiten van het Technologisch Innovatieve Complex Delft (TICD). Ook komen er ‘passende woonmilieus’ voor studenten en medewerkers van de TU en voor gerelateerde kennisinstituten en bedrijven.

Dat staat in de Ontwerp Ruimtelijke Structuurvisie 2030 van de gemeente Delft. Het is een optimistische, globale blik op de toekomst, waarin het gaat om kansen, uitdagingen en ontwikkelingen die veelal ‘uniek’, ‘nieuw’, ‘krachtig’ en ‘belangrijk’ worden genoemd.
Met onder meer het maken van ruimte voor TICD en woonmilieus moet de positie als ‘creatieve kennisstad’ worden versterkt. Die status dankt Delft aan de Technische Universiteit, haar excellente kennisinstituten en de gerelateerde innovatieve kennisbedrijven. Samen met onder meer DSM/Gist en het Reinier de Graaf Gasthuis vormen die het TICD.
Volgens de Structuurvisie wil de gemeente ook de al bestaande voorzieningen in het ‘kennisgebied’ versterken. Dat moet resulteren in een grotere ruimtelijke samenhang van het TICD met de stad en een grotere bereikbaarheid door betere ontsluiting per openbaar vervoer, fiets en over de weg.
In de visie ontwikkelt de TU-wijk zich ‘van een monofunctionele universiteitswijk naar een gemengd stedelijk milieu voor wonen, werken, onderwijs, onderzoek en recreatie’. Ook breidt het gebied zich uit naar Schieoevers-Noord en het voormalige TNO-terrein aan de Cyclotronweg. Door bruggen over de Schie en de tramlijnen 19 en 37 wordt dat hele gebied met de stad verbonden.
Er ontstaat een groene kenniswijk waar voorzieningen te vinden zijn in winkelcentrum Wippolder aan de Nassaulaan en op de Mekelweg. De Mekelweg is dan het hart van het gebied en zorgt voor ‘de stedelijke mix van functies’. De omgeving van de Schie krijgt een bijzondere plaats. Op Schieoevers-Noord komen ook culturele activiteiten, naast ruimte voor wonen en werken. Het wordt dan ‘een broedplaats voor de creatieve economie’.
Het hele TU-gebied moet in 2030 een aantrekkelijke omgeving voor sport, ontspanning en ontmoeting zijn. Om dat te bereiken ziet de gemeente een aantal ‘opgaven’. Een ervan is het herstructureren van het Schieweggebied, dat een boulevardprofiel en intensiever grondgebruik moet krijgen. De westelijke Schieoever moet een recreatieve route met verblijfsplekken worden. Aan de kant van de Rotterdamseweg worden mogelijk de insteekhavens uitgebreid. Het voormalig TNO-gebied moet onderdeel worden van het TICD.
Daarnaast is een plan nodig om – via intensivering van het grondgebruik – de gebieden aan weerszijden van de Kruithuisweg te verbinden. Een dergelijke intensivering wacht ook het gebied rond station Delft-Zuid.
Los van de ruimtelijke ingrepen, wil Delft aan de rijke traditie van koopmanschap, uitvinders, techniek en industrie een nieuwe vertaling geven. Ingezet wordt op de creatieve industrie die zich in Delft ontwikkelt. Door de wisselwerking daarvan met de kunst en cultuur en koppeling aan de kenniseconomie van Delft, moet een ‘proeftuin’ ontstaan voor kunstenaars, creatieve ondernemers, studenten en professoren van de TU. 

Duurzaamheid. Iedereen lijkt er zijn mond vol van te hebben; de media, de TU Delft, Paris Hilton, ikzelf. En niemand lijkt te kunnen vertellen wat het eigenlijk betekent. Ergens vermoed ik dat je beter dingen kunt doen dan er eindeloos over te lullen. Ik neem een resoluut besluit. Ik word sustainable. Cold turkey. Op het internet shop ik mijn nieuwe lifestyle bij elkaar. Zo weinig mogelijk vlees en dan alleen biologisch, alles fair trade, geen producten met palmolie, altijd de fiets nemen, spaarlampen, vintagekleding, biologische wijn/kaas/pindakaas. Het blijkt nog helemaal niet zo makkelijk. De gemiddelde supermarkt verkoopt alleen heel dure en beperkte bijproducten. Biologische wijn is niet te drinken en de keuze aan vleesvervangers is niet bepaald gevarieerd. Ondertussen zet ik mijn duurzame veldwerk voort. Van de hoeveelheid biomassa die nodig is voor de productie van mijn vegetarische kaas, kan een heel dorp in China twee weken leven, leer ik. Biobrandstof ontbost grote delen van deze planeet. Soja zit vol met pesticiden van uitgebuite boeren. Hoe bewuster ik word, hoe dieper en stinkender de beerput die ik lijk te hebben open getrokken.
Grondstoffen, productie, distributie, consumptie en afval staan nog altijd voor vervuiling, uistoot, waterverspilling, uitputting en uitbuiting. Op de TU vind ik geweldige initiatieven. Mensen die nadenken over een betere wereld en daar intelligente gesprekken over kunnen voeren. Maar ik zit na een week keiharde arbeid mistroostig achter mijn zoveelste textuurloze sojaburger. Zonder vrienden, want die gingen uit eten. Machteloos en nietig, gevangen in een systeem dat mij verslaafd maakt aan imago, spullen en opgedrongen luxe.
Ik open een e-mail van een goede vriend uit Washington. ‘Anna! We did it! Life is good and alles is mogelijk!’ Ik heb een droom, dat over twintig jaar mijn kinderen wakker worden in een wereld die met respect en zorg behandeld wordt, waarin mens, plant en dier duurzaam naast elkaar leven. Kan onze generatie ingenieurs deze droom helpen te verwezenlijken? I would like to say: ‘yes, we can.’

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.