Campus

Delft ontvangt Keuzegids kritisch

De faculteiten herkennen zich slechts voor een deel in de kritiek van de Keuzegids voor het hoger onderwijs.,,Je middelbare school zit er bijna op.

Mooi. Maar wat dan?” Met deze woorden richt de derde Keuzegids voor het hoger onderwijs zich tot de scholier. Die kan in de gids informatie vinden over opleidingen in het hoger en wetenschappelijk onderwijs. Naast aanbod en kwaliteit van de opleiding blijkt ook de stad een belangrijke rol te spelen bij de studiekeuze. Groningen, Enschede of Wageningen is momenteel de place to be voor studenten. Delft scoort ronduit slecht als studiestad. Met name het uitgaansleven is ‘geen topper’, maar de nieuwe bibliotheek kan het imago van de stad opkrikken.

De TU Delft krijgt het predikaat ’traditioneel’ in de jongste editie van de Keuzegids. De propedeuserendementen zijn berucht en behoren tot de laagste van Nederland, maar de afstudeerregelingen worden geroemd. Met name kleine onderwijsinstellingen krijgen de beste beoordelingen van studenten. Maastricht, Wageningen en Tilburg voeren de boventoon. Van de drie TU’s krijgt Twente over het algemeen de beste cijfers.

De gids baseert zich op bevindingen van visitatiecommissies, maar ook op studentenoordelen en statistisch materiaal. De Keuzegids wordt een belangrijke rol toegedicht bij de studiekeuze, maar twee weken na het verschijnen van de nieuwste editie blijkt geen enkele studieadviseur het al onder ogen te hebben gehad.
Stiefkindje

Een Delftse opleiding die goed uit de bus komt is technische aardwetenschappen. Landelijk gezien is de werkloosheid onder afgestudeerde mijnbouwers relatief hoog (bijna zeven procent, anderhalf jaar na afstuderen). In Delft zijn de p-rendementen laag. Toch wordt de Delftse opleiding door studenten goed aangeschreven. Alleen de middelmatige score voor studeerbaarheid valt uit de toon. ,,Dat zit hem in het vak mechanica”, weet studieadviseur drs. M. Draijer. ,,Dat is na kritiek van de laatste visitatiecommissie verplaatst naar het eerste studiejaar. Maar afgezien daarvan is de gemiddelde studievoortgang niet slecht.”

Volgens studenten is het sterkste punt de voorbereiding op de loopbaan. Harmen Oterdoom van de Mijnbouwkundige Vereeniging beaamt dat: ,,Je doet een stage van minimaal drie maanden, veelal in het buitenland. Er zijn regelmatig excursies naar internationale bedrijven, die ook weer worden ook uitgenodigd op de faculteit. En bij de studievereniging loopt nu een sollicitatiecursus.”

Minder goed scoort technische natuurkunde. Als pluspunt wordt het brede scala aan specialismen genoemd, maar daar staat een sterke vergrijzing van het docentencorps tegenover. De faciliteiten zijn volgens de Keuzegids verouderd en de werkdruk van de docenten zou te hoog zijn. Communicatieve vaardigheden heten ‘het stiefkindje’ van de opleiding en zijndeels oorzaak van de minder goede voorbereiding op de loopbaan.

Marlies Goorden van de Vereniging voor Technische Physica erkent de kritiek voor een deel. ,,Maar over verouderde voorzieningen heb ik nooit horen klagen”, voegt ze toe. ,,En met het WTM-vak mondeling presenteren is Natuurkunde op het gebied van communicatieve vaardigheden op de goede weg.”

Studieadviseur drs. J.N.C. Koeckhoven ziet geen aanleiding voor de kritiek op de voorzieningen. De voorbereiding van studenten op de arbeidsmarkt is volgens hem evenmin slecht. ,,Er is een verplicht vak bij WTM en bij practica worden voordrachten gehouden. Een stage is verplicht bij de bestuurs- en bedrijfskundige variant en er is zelfs een stagebureau in oprichting. Ik snap de kritiek dan ook niet. Van afgestudeerden in het bedrijfsleven hoor ik nooit klachten.” Over de lange studieduur (zes jaar) van Delftse natuurkundestudenten zegt Koeckhoven: ,,De student maakt maximaal gebruik van de mogelijkheden. Hij gaat daarom naast de studie bestuurswerk of stage doen.”
Vijver

De Delftse chemie-opleiding scoort in alle opzichten gemiddeld. Er zijn geen uitschieters, of het moest al de slechte studievoortgang zijn. Na twee jaar heeft 55 procent van de studenten de propedeuse binnen, en slechts twaalf procent heeft na vijf jaar het diploma op zak. Daarmee bevindt Delft zich in de onderste regionen van de landelijke ranglijst.

Studieadviseur ir. A.J. Schaap meent dat scheikunde een moeilijke studie is. ,,Het gemiddelde cijfer voor exacte vakken op de middelbare school is 6,2 terwijl er voor scheikunde een 6,8 vereist is. De studie is niet voor niets met een jaar verlengd. Ik vind dat je deze cijfers ook nog niet goed kunt gebruiken; je moet wachten tot de eerste studenten uit het vijfjarige curriculum afstuderen.”

Elektrotechniek wordt steeds minder populair, concludeert de gids, en het aantal meisjes is nog steeds schrikbarend laag (landelijk twee procent). ,,De vijver waarin gevist wordt door de universiteiten en hogescholen wordt steeds kleiner”, stelt studieadviseur drs. M. Brand. ,,De concurrentie tussen de opleidingen wordt steeds groter. En de Keuzegids heeft geen ongelijk als zij stelt dat Elektro een zware studie is en een stoffig image heeft.” Volgens Brand is er al tegemoet gekomen aan twee adviezen van de keuzegids aan de Delftse opleiding: stage verplichten en meer internationalisering.

Werktuigbouw in Delft is al jaren berucht vanwege het lage studietempo (meer dan zes jaar) en de geringe slaagkans. Studieadviseur ir. A. Slavenburg noemt dit verschijnsel ’traditioneel’. De gids prijst de initiatieven van Eindhoven en Enschede om projectonderwijs in te voeren. Slavenburg: ,,De Keuzegids vergeet blijkbaar dat wij ook bezig zijn met projectonderwijs. Het is niet volledig doorgevoerd, maar hier en daar zitten we nu al op een aandeel van zo’n veertig procent.”

De kritiek van studenten en visitatiecommissie is dat de propedeuse van Werktuigbouw geen goede afspiegeling is van de studie. De grootste problemen hebben studenten echter met deslechte begeleiding. Slavenburg hierover: ,,Er zijn hier drie studieadviseurs en de deuren staan altijd open. Maar misschien verwachten de studenten wel een actieve begeleiding. Daarin zijn we inderdaad terughoudend geweest.”

Merit Clocquet van studievereniging ‘Gezelschap Leeghwater’ acht de slechte begeleiding verleden tijd. ,,Met de invoering van het thematisch onderwijs is er veel meer direct contact met docenten en mentoren”, vindt zij. Het beeld van de slechte voorbeeldfunctie die de propedeuse heeft, herkent zij. ,,Het aantal vakgroepen is zeer groot. In de propedeuse maak je maar met enkele daarvan kennis.” Voor de slechte studievoortgang heeft zij, net als de studieadviseur, geen verklaring.
Onzeker

De derde editie van de Keuzegids is eind september met enige vertraging verschenen. Met een beperkte oplage van 10 duizend stuks is het onwaarschijnlijk dat de scholier het in elke boekenwinkel of kiosk tegenkomt. ,,Bij de betere boekhandel”, antwoordt de hoofdredacteur van de gids, Frank Steenkamp, op de vraag waar dan wel. ,,En hij is overal te bestellen.”

De prijs van 35 gulden zal weinig schoolverlaters aanspreken, maar de afzonderlijke delen moeten met 12,5 gulden beter in het tienerbudget passen. ,,Je mag niet verwachten dat zo’n ‘gewichtig’ boekwerk in groten getale aan scholieren wordt verkocht”, meent Steenkamp. ,,Maar de praktijk wijst uit dat de gids veel gekopieerd wordt bij schooldecanen.”

Uit de reacties van de studieadviseurs blijkt dat de Keuzegids hier en daar verouderde en achterhaalde informatie bevat. Steenkamp: ,,Wij baseren ons op actuele visitaties en tweejaarlijkse enquêtes. Gegevens kunnen licht verouderen. We vragen alle opleidingen expliciet om informatie, maar soms worden nieuwe ontwikkelingen ons gewoon niet gemeld.”

Ondanks het belang dat universiteiten zeggen te hechten aan de gids, is het nog niet helemaal zeker of deze volgend jaar een vervolg zal krijgen. De driejarige subsidie van het onderwijsministerie is afgelopen en de opbrengsten uit verkoop vallen tegen. Zonder de financiële basis van de subsidie valt de gids volgens Steenkamp niet te maken. Hij is optimistisch over een gesprek over verlenging van de overheidssubsidie. ,,Het belang van de Keuzegids staat in ieder geval niet ter discussie.”

De faculteiten herkennen zich slechts voor een deel in de kritiek van de Keuzegids voor het hoger onderwijs.

,,Je middelbare school zit er bijna op. Mooi. Maar wat dan?” Met deze woorden richt de derde Keuzegids voor het hoger onderwijs zich tot de scholier. Die kan in de gids informatie vinden over opleidingen in het hoger en wetenschappelijk onderwijs. Naast aanbod en kwaliteit van de opleiding blijkt ook de stad een belangrijke rol te spelen bij de studiekeuze. Groningen, Enschede of Wageningen is momenteel de place to be voor studenten. Delft scoort ronduit slecht als studiestad. Met name het uitgaansleven is ‘geen topper’, maar de nieuwe bibliotheek kan het imago van de stad opkrikken.

De TU Delft krijgt het predikaat ’traditioneel’ in de jongste editie van de Keuzegids. De propedeuserendementen zijn berucht en behoren tot de laagste van Nederland, maar de afstudeerregelingen worden geroemd. Met name kleine onderwijsinstellingen krijgen de beste beoordelingen van studenten. Maastricht, Wageningen en Tilburg voeren de boventoon. Van de drie TU’s krijgt Twente over het algemeen de beste cijfers.

De gids baseert zich op bevindingen van visitatiecommissies, maar ook op studentenoordelen en statistisch materiaal. De Keuzegids wordt een belangrijke rol toegedicht bij de studiekeuze, maar twee weken na het verschijnen van de nieuwste editie blijkt geen enkele studieadviseur het al onder ogen te hebben gehad.
Stiefkindje

Een Delftse opleiding die goed uit de bus komt is technische aardwetenschappen. Landelijk gezien is de werkloosheid onder afgestudeerde mijnbouwers relatief hoog (bijna zeven procent, anderhalf jaar na afstuderen). In Delft zijn de p-rendementen laag. Toch wordt de Delftse opleiding door studenten goed aangeschreven. Alleen de middelmatige score voor studeerbaarheid valt uit de toon. ,,Dat zit hem in het vak mechanica”, weet studieadviseur drs. M. Draijer. ,,Dat is na kritiek van de laatste visitatiecommissie verplaatst naar het eerste studiejaar. Maar afgezien daarvan is de gemiddelde studievoortgang niet slecht.”

Volgens studenten is het sterkste punt de voorbereiding op de loopbaan. Harmen Oterdoom van de Mijnbouwkundige Vereeniging beaamt dat: ,,Je doet een stage van minimaal drie maanden, veelal in het buitenland. Er zijn regelmatig excursies naar internationale bedrijven, die ook weer worden ook uitgenodigd op de faculteit. En bij de studievereniging loopt nu een sollicitatiecursus.”

Minder goed scoort technische natuurkunde. Als pluspunt wordt het brede scala aan specialismen genoemd, maar daar staat een sterke vergrijzing van het docentencorps tegenover. De faciliteiten zijn volgens de Keuzegids verouderd en de werkdruk van de docenten zou te hoog zijn. Communicatieve vaardigheden heten ‘het stiefkindje’ van de opleiding en zijndeels oorzaak van de minder goede voorbereiding op de loopbaan.

Marlies Goorden van de Vereniging voor Technische Physica erkent de kritiek voor een deel. ,,Maar over verouderde voorzieningen heb ik nooit horen klagen”, voegt ze toe. ,,En met het WTM-vak mondeling presenteren is Natuurkunde op het gebied van communicatieve vaardigheden op de goede weg.”

Studieadviseur drs. J.N.C. Koeckhoven ziet geen aanleiding voor de kritiek op de voorzieningen. De voorbereiding van studenten op de arbeidsmarkt is volgens hem evenmin slecht. ,,Er is een verplicht vak bij WTM en bij practica worden voordrachten gehouden. Een stage is verplicht bij de bestuurs- en bedrijfskundige variant en er is zelfs een stagebureau in oprichting. Ik snap de kritiek dan ook niet. Van afgestudeerden in het bedrijfsleven hoor ik nooit klachten.” Over de lange studieduur (zes jaar) van Delftse natuurkundestudenten zegt Koeckhoven: ,,De student maakt maximaal gebruik van de mogelijkheden. Hij gaat daarom naast de studie bestuurswerk of stage doen.”
Vijver

De Delftse chemie-opleiding scoort in alle opzichten gemiddeld. Er zijn geen uitschieters, of het moest al de slechte studievoortgang zijn. Na twee jaar heeft 55 procent van de studenten de propedeuse binnen, en slechts twaalf procent heeft na vijf jaar het diploma op zak. Daarmee bevindt Delft zich in de onderste regionen van de landelijke ranglijst.

Studieadviseur ir. A.J. Schaap meent dat scheikunde een moeilijke studie is. ,,Het gemiddelde cijfer voor exacte vakken op de middelbare school is 6,2 terwijl er voor scheikunde een 6,8 vereist is. De studie is niet voor niets met een jaar verlengd. Ik vind dat je deze cijfers ook nog niet goed kunt gebruiken; je moet wachten tot de eerste studenten uit het vijfjarige curriculum afstuderen.”

Elektrotechniek wordt steeds minder populair, concludeert de gids, en het aantal meisjes is nog steeds schrikbarend laag (landelijk twee procent). ,,De vijver waarin gevist wordt door de universiteiten en hogescholen wordt steeds kleiner”, stelt studieadviseur drs. M. Brand. ,,De concurrentie tussen de opleidingen wordt steeds groter. En de Keuzegids heeft geen ongelijk als zij stelt dat Elektro een zware studie is en een stoffig image heeft.” Volgens Brand is er al tegemoet gekomen aan twee adviezen van de keuzegids aan de Delftse opleiding: stage verplichten en meer internationalisering.

Werktuigbouw in Delft is al jaren berucht vanwege het lage studietempo (meer dan zes jaar) en de geringe slaagkans. Studieadviseur ir. A. Slavenburg noemt dit verschijnsel ’traditioneel’. De gids prijst de initiatieven van Eindhoven en Enschede om projectonderwijs in te voeren. Slavenburg: ,,De Keuzegids vergeet blijkbaar dat wij ook bezig zijn met projectonderwijs. Het is niet volledig doorgevoerd, maar hier en daar zitten we nu al op een aandeel van zo’n veertig procent.”

De kritiek van studenten en visitatiecommissie is dat de propedeuse van Werktuigbouw geen goede afspiegeling is van de studie. De grootste problemen hebben studenten echter met deslechte begeleiding. Slavenburg hierover: ,,Er zijn hier drie studieadviseurs en de deuren staan altijd open. Maar misschien verwachten de studenten wel een actieve begeleiding. Daarin zijn we inderdaad terughoudend geweest.”

Merit Clocquet van studievereniging ‘Gezelschap Leeghwater’ acht de slechte begeleiding verleden tijd. ,,Met de invoering van het thematisch onderwijs is er veel meer direct contact met docenten en mentoren”, vindt zij. Het beeld van de slechte voorbeeldfunctie die de propedeuse heeft, herkent zij. ,,Het aantal vakgroepen is zeer groot. In de propedeuse maak je maar met enkele daarvan kennis.” Voor de slechte studievoortgang heeft zij, net als de studieadviseur, geen verklaring.
Onzeker

De derde editie van de Keuzegids is eind september met enige vertraging verschenen. Met een beperkte oplage van 10 duizend stuks is het onwaarschijnlijk dat de scholier het in elke boekenwinkel of kiosk tegenkomt. ,,Bij de betere boekhandel”, antwoordt de hoofdredacteur van de gids, Frank Steenkamp, op de vraag waar dan wel. ,,En hij is overal te bestellen.”

De prijs van 35 gulden zal weinig schoolverlaters aanspreken, maar de afzonderlijke delen moeten met 12,5 gulden beter in het tienerbudget passen. ,,Je mag niet verwachten dat zo’n ‘gewichtig’ boekwerk in groten getale aan scholieren wordt verkocht”, meent Steenkamp. ,,Maar de praktijk wijst uit dat de gids veel gekopieerd wordt bij schooldecanen.”

Uit de reacties van de studieadviseurs blijkt dat de Keuzegids hier en daar verouderde en achterhaalde informatie bevat. Steenkamp: ,,Wij baseren ons op actuele visitaties en tweejaarlijkse enquêtes. Gegevens kunnen licht verouderen. We vragen alle opleidingen expliciet om informatie, maar soms worden nieuwe ontwikkelingen ons gewoon niet gemeld.”

Ondanks het belang dat universiteiten zeggen te hechten aan de gids, is het nog niet helemaal zeker of deze volgend jaar een vervolg zal krijgen. De driejarige subsidie van het onderwijsministerie is afgelopen en de opbrengsten uit verkoop vallen tegen. Zonder de financiële basis van de subsidie valt de gids volgens Steenkamp niet te maken. Hij is optimistisch over een gesprek over verlenging van de overheidssubsidie. ,,Het belang van de Keuzegids staat in ieder geval niet ter discussie.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.