Onderwijs

Debaters eensgezind over energietransitie

Dat er iets moet veranderen aan de energievoorziening was wel duidelijk bij het debat gisteren in de hoogspanningshal. Tweede Kamerleden verschilden alleen nog van mening over de aanpak.


De inrichting was die van het Engelse parlement: voor- en tegenstanders op rijen stoelen tegenover elkaar. De snel wisselende stellingen en de spelregel bij je medestanders te gaan zitten, zorgden voor dynamiek in het debat.


Tweede Kamerleden van VVD, SP, CDA, D66 en GroenLinks waren naar het debat gekomen om de visie van hun partij op energiegebied te verdedigen. Grote afwezige in het debat was natuurlijk PvdA lijsttrekker en TU-alumnus Diederik Samsom.


Christiaan Kwint (GroenLinks) was het meest radicaal in zijn standpunt dat de overheid de zes miljard euro subsidie per jaar aan de grootste gebruikers van fossiele brandstof moet afbouwen. Anderen nuanceerden dat. Zo vond Paulus Jansen (SP) dat de overheid te afwezig is geweest in het energiedebat en nu een ‘punt moet zetten op de horizon’. René Leegte nam het als VVD-er op voor de minima door te waarschuwen dat het GroenLinks beleid zou leiden tot veel hogere energierekeningen.


Marieke van der Werf (CDA) gaf een inkijkje in het politieke denken door te vertellen dat de bedrijven die energiesubsidie alleen krijgen omdat de overheid er door belastingen een veel groter bedrag aan overhoudt. Ook op duurzame energie moet een ‘verdienmodel’ komen, legde Van der Werf uit. Want “als de overheid er niets aan kan verdienen, gaan de hakken in het zand.”


Een lijst met energiestandpunten laat zien dat ook ChristenUnie en PvdA subsidies op fossiele energie willen afbouwen.


Het energiedebat is een rondreizend circus. Voor Delft hadden de Kamerleden elkaar al in twee andere steden getroffen. Daarbij waren ze overeengekomen een nationaal transitieakkoord op te zetten. Zelf zagen ze dat als een ‘doorbraak’ en in Delft debatteerde men over de vraag hoe tot een helder beleid te komen voor een langere termijn.


Debatleider Gijs Weenink (DebatAcademie) opperde de stelling dat er een energiecommissaris moet komen om net als de deltacommissaris opeenvolgende kabinetten in een afgesproken koers te houden. Jansen (SP) vond dat een ouderwetse constructie. Stientje van Velthoven (D66) zei liever een minister van energie te zien om het ovenverse nationaal transitieakkoord te verankeren. “Hear, hear”, mompelde de zaal.


Leegte (VVD) verzuchtte dat een commissaris hem teveel naar goede bedoelingen riekte, en dat de markt het moest doen. Pieter Guldemond (TU alumnus en wethouder STIP) vond zo’n commissaris niet zo’n slecht idee. “Een minister zit er niet lang genoeg en voor energiemaatregelen moet je stabiliteit bieden over een termijn van 20 jaar.”


CvB-lid Paul Rullmann keek in zijn afsluiting met genoegen terug op een mooi en levendig debat. Er waren weliswaar veel facetten aan de orde gekomen (opwekking, verbruik, marktwerking, industrie, Europese samenwerking) maar het ontbrak wat aan de verdieping, vond Rullmann.


Toch was het debat ook een eyeopener voor Delftse techneuten. “Techniek is het begin”, hield Rullmann zijn publiek voor. “Maar alleen samen met partners, industrie, markt, politiek en burgers verovert techniek een plek in de samenleving.”




 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.