Wetenschap

‘De Watergraafsmeer is een waar lustoord’

Bijna iedereen denkt dat de achttiende eeuwse Engelse landschapstuin ‘romantisch% is. ,,Dat is een fout cliché%%, meent Dr.ir. Wouter Reh, universitair hoofddocent landschapsarchitectuur aan de faculteit bouwkunde.

In zijn proefschrift ‘Arcadia en Metropolis% stelt hij dat de Engelse landschapstuin de kiemen in zich droeg van de moderne stad. Na een lange historische aanloop komt hij in het kloeke boek uit bij de inrichting van het ‘Groene Hart%.


Figuur 1 Wouter Reh: ,,Het Groene Hart schrompelt ineen”

Veel tuinliefhebbers zullen de handen voelen jeuken, want de natuur loopt bijna een maand achter op schema. In de tuin van Wouter Reh, waar we aan het einde van het gesprek nog even doorheen wandelen, staan de lenteklokjes dapper boven de grond en begint de buxus uit te botten. Maar voor het overige biedt hij nog een dorre aanblik. Een beetje trots laat Reh zien hoe hij vanaf de tuinbank, waarop dikke klonters vogelpoep zijn vastgekoekt, een zichtlijn heeft gecreëerd naar een hekje naast het huis van de achterburen.

Het begrip ‘zichtlijn% behoort bij uitstek tot het instrumentarium van de landschapsarchitect en duikt dan ook ontelbare keren in het proefschrift op. Typerend aan de Engelse landschapstuin zijn namelijk de vergezichten en de open inbedding in het omliggende cultuurlandschap. Geen wonder dus dat Reh het middel ook in zijn eigen tuin niet onbeproefd heeft gelaten. Hoewel hij te kennen geeft dat je als amateurtuinier wat zichtlijnen betreft altijd afhankelijk bent van de welwillendheid van de buren.

Reh is overigens blij dat hij eindelijk een eigen tuin heeft. Lange tijd woonde hij in het centrum van Amsterdam zodat hij het zonder moest stellen. ,,Mijn beroep is landschapsarchitect, maar zelf had ik nog nooit een tuin gehad%%, zegt hij met enige zelfspot. Dat was een belangrijke reden waarom hij verhuisde naar Nieuwveen, een forensendorp ten zuiden van Uithoorn, op de rand van een droogmakerij midden in het Groene Hart.
Illusie

Althans, zo wordt het gebied binnen de hoefijzervormige stedenring in nota%s altijd genoemd. Op de vraag of Reh ook daadwerkelijk ervaart dat hij in het Groene Hart woont, heeft hij een pasklaar antwoord. ,,Ja, we horen natuurlijk Schiphol. Bij oostenwind komen de vliegtuigen hier zelfs recht over. Het Groene Hart zinspeelt op een soort groot park van de Randstad Holland. Dat is een illusie. Bij iedere overheidsnota schrompelt het verder ineen. Bovendien is dat wat je op de kaart ‘groen% noemt allang niet meer groen.%%

De verschraling is volgens hem tijdens de vorige eeuw al ingezet toen de overheid de inpoldering naar zich toetrok. Daarvóór warenhet vooral rijke stedelingen die hun geld in droogmakerijen investeerden en er ook gingen wonen. Reh: ,,De Watergraafsmeer en de Beemster zijn ware lustoorden met prachtige buitenplaatsen en boerderijen die door de beste architecten zijn ontworpen. Een soort arcadia (‘liefelijk oord’). De Haarlemmermeer was dat al lang niet meer. Die is technisch heel goed ingepolderd, maar wel voor een koopje. De inpolderingen werden namelijk steeds vaker verkapte werkgelegenheidsprojecten.%%
Jachtbossen

In ‘Arcadia en Metropolis% – een titel waarmee je voor de dag kunt komen – staat Reh eerst stil bij de geleidelijke evolutie van de Engelse landschapstuin. Het ontstaan ervan heeft te maken met tal van factoren, zoals de opkomende industrialisering, de ontwikkeling van het transport en de daarmee samenhangende stedelijke kolonisatie van het platteland. Uiteindelijk zijn het volgens Reh de jachtbossen die het begin markeren van de achttiende eeuwse landschapstuinen.

Aan de hand van grondige analyses van de prototypen Castle Howard, ten noordoosten van York, en Stowe in Buckinghamshire, het paradepaardje van de Engelse landschapskunst, laat hij zien hoe de picturale compositieschema%s tot ontwikkeling kwamen. In Castle Howard werd de gescheiden wereld tussen de tuin en het cultuurlandschap opgeheven. En in Stowe gaf de topografische ontwerpmatrix, die in aanleg ook al in Castle Howard viel te onderscheiden, het grondplan een rationele grondslag, gebaseerd op de morfologie en de topografie van het cultuurlandschap.

Daarna behandelt hij een zestal Engelse landschapstuinen waarin de compositieschema%s zich verder hebben ontplooid. In de loop van de achttiende eeuw werd de landschapstuin een ‘open% compositie en werd hij architectonisch geïntegreerd met het cultuurlandschap. Via een continentaal uitstapje naar het Parijse park Monceau, dat Reh omschrijft als een ‘rariteitenkabinet%, en het Wörlitzer park bij Dessau, de eerste Duitse landschapstuin waarin een hele regio werd vormgegeven, komt hij met een paardensprong uit bij drie Engelse stadsparken en het Central Park in Manhattan. Hierin werden de picturale compositieschema%s van de landschapstuin getransformeerd naar een stedelijke context.
Verbinding


Figuur 2 ,,We moeten veel zuiniger omgaan met de visuele karakteristieken van het Hollandse landschap”

Aansluitend laat hij zijn licht schijnen op de vormgeving van de Randstad. Uiteindelijk werkt hij daar naartoe, terwijl hij er veel minder diep op ingaat dan op de Engelse landschaptuinen. ,,Dat is inderdaad tijdens de promotiezitting ook opgemerkt door één van mijn opponenten, de architectuurhistoricus Erik de Jong%%, zegt Reh. ,,Hij had het logischer gevonden als ik eerst de Engelse landschapstuin had behandeld, vervolgens de Nederlandse en dat ik daarna de verbinding probeerde te leggen met het heden. Maar dat is helemaal niet de opzet van het boek.%%

,,De bedoeling is juist om het vormgevend instrumentarium in delandschapsarchitectuur uit zijn historische context te lichten en in verband te brengen met de huidige stedelijke opgave. En dan is het interessant om te zien dat er in het begin van de achttiende eeuw in Engeland soortgelijke verschuivingen optraden tussen stad en land en er vergelijkbare experimentele aspecten aan vastzaten als nu in Nederland.%%

Vergeleken met Engeland heeft de ontginning van Nederland zich in de vorm van stroken veel rationeler voltrokken. Je bent al snel geneigd te denken dat esthetiek hier een veel minder belangrijke rol speelde dan de functie. Reh: ,,Dat denk ik niet, hoewel de discussie daarover eigenlijk nog nooit gevoerd is. Ik geloof dat je in de vormgeving van de zeventiende eeuwse buitenplaatsen en zelfs in het ontginningsgrid van de Middeleeuwse polders heel duidelijk esthetische motieven kunt vinden. In de vormgeving van het land en de stad zitten altíjd esthetische motieven.%%
Ideale stad

,,Het ontstaan van de grachten in de steden vond plaats vanuit een functioneel motief. Ze zijn stedebouwkundig erg clever gemaakt, maar dat neemt niet weg dat ze ook vanuit esthetisch oogpunt zorgvuldig zijn ontworpen met knikken en bruggen op de juiste plaats. Dat is een zeventiende eeuwse traditie die ook in het ontwerp van het land zit. Als je de ontginning van de Beemster analyseert dan blijkt dat er een civieltechnisch vierkanten raster is toegepast met daar bovenop een model van de ‘ideale stad% waarin het gulden snede-principe zit verborgen.%%

Dat betekent volgens hem niet dat Nederland in zijn geheel een landschapstuin is. Wel is het een landschap met duidelijke picturale kenmerken, ,,die voor ons zo bekend zijn dat we ze niet eens meer zien%%. Het Groene Hart zou hij evenmin graag in een landschapstuin zien veranderen. ,,Toch denk ik dat we veel zuiniger en zorgvuldiger moeten omgaan met de visuele karakteristieken van het Hollandse landschap. Een goed voorbeeld is hoe er in de planologie de laatste decennia is omgegaan met de Haarlemmermeer. Dat was in elke nota een groot, open landbouwgebied. Nu loopt het helemaal vol. Het inklappen van het beeld van die leegte is erg dramatisch. Groenstroken zijn belangrijk, maar het is fundamenteler dat je op essentiële plekken leegten hebt.%%

Voor het ‘Groene Hart% stelt hij dan ook voor dat er ‘leegten% of in vaktermen ‘vides% moeten worden gecreëerd. De binnenkant van de Randstad moet vakmatig worden gescreend op plekken die daarvoor in aanmerking komen. ,,Het is belangrijk dat je de zichten vastlegt, net zoals in de tuin. Als je dat niet doet dan krijg je hetzelfde als in Zoetermeer. Daar is de Zoetermeerse Meerpolder, een klein eivormig poldertje, als de vide aangewezen, terwijl op Randstadsschaal de Middeleeuwse poldervlakte ten noorden daarvan, met het silhouet van Stompwijk en de Oude Rijn, veel essentiëler is.%%

,,Het gaat erom dat in het verstedelijkende landschap van de Randstad het arcadische moment op een nieuwe manier in de metropool wordt vastgelegd. De teloorgang van de Hollandse arcadia grijpt ons vrij diep aan. Dat zie je bijvoorbeeld nietalleen weerspiegeld in de populariteit van de bungalows in boerderijstijl die overal worden gebouwd, maar ook in de overdreven belangstelling voor Vermeer. Op het moment dat de stad dominant en onoverzienbaar wordt in je ervaring en de arcadia verdwijnt, wordt het opeens heilig verklaard. Zo simpel is dat.%%

‘Arcadia en Metropolis%, het proefschrift van Wouter Reh is uitgegeven door Publikatieburo Bouwkunde. ISBN 90-5269-204-1 Prijs: 75 gulden. Studenteditie: 49,50 gulden.

Mannus van der Laan

,

Bijna iedereen denkt dat de achttiende eeuwse Engelse landschapstuin ‘romantisch% is. ,,Dat is een fout cliché%%, meent Dr.ir. Wouter Reh, universitair hoofddocent landschapsarchitectuur aan de faculteit bouwkunde. In zijn proefschrift ‘Arcadia en Metropolis% stelt hij dat de Engelse landschapstuin de kiemen in zich droeg van de moderne stad. Na een lange historische aanloop komt hij in het kloeke boek uit bij de inrichting van het ‘Groene Hart%.


Figuur 1 Wouter Reh: ,,Het Groene Hart schrompelt ineen”

Veel tuinliefhebbers zullen de handen voelen jeuken, want de natuur loopt bijna een maand achter op schema. In de tuin van Wouter Reh, waar we aan het einde van het gesprek nog even doorheen wandelen, staan de lenteklokjes dapper boven de grond en begint de buxus uit te botten. Maar voor het overige biedt hij nog een dorre aanblik. Een beetje trots laat Reh zien hoe hij vanaf de tuinbank, waarop dikke klonters vogelpoep zijn vastgekoekt, een zichtlijn heeft gecreëerd naar een hekje naast het huis van de achterburen.

Het begrip ‘zichtlijn% behoort bij uitstek tot het instrumentarium van de landschapsarchitect en duikt dan ook ontelbare keren in het proefschrift op. Typerend aan de Engelse landschapstuin zijn namelijk de vergezichten en de open inbedding in het omliggende cultuurlandschap. Geen wonder dus dat Reh het middel ook in zijn eigen tuin niet onbeproefd heeft gelaten. Hoewel hij te kennen geeft dat je als amateurtuinier wat zichtlijnen betreft altijd afhankelijk bent van de welwillendheid van de buren.

Reh is overigens blij dat hij eindelijk een eigen tuin heeft. Lange tijd woonde hij in het centrum van Amsterdam zodat hij het zonder moest stellen. ,,Mijn beroep is landschapsarchitect, maar zelf had ik nog nooit een tuin gehad%%, zegt hij met enige zelfspot. Dat was een belangrijke reden waarom hij verhuisde naar Nieuwveen, een forensendorp ten zuiden van Uithoorn, op de rand van een droogmakerij midden in het Groene Hart.
Illusie

Althans, zo wordt het gebied binnen de hoefijzervormige stedenring in nota%s altijd genoemd. Op de vraag of Reh ook daadwerkelijk ervaart dat hij in het Groene Hart woont, heeft hij een pasklaar antwoord. ,,Ja, we horen natuurlijk Schiphol. Bij oostenwind komen de vliegtuigen hier zelfs recht over. Het Groene Hart zinspeelt op een soort groot park van de Randstad Holland. Dat is een illusie. Bij iedere overheidsnota schrompelt het verder ineen. Bovendien is dat wat je op de kaart ‘groen% noemt allang niet meer groen.%%

De verschraling is volgens hem tijdens de vorige eeuw al ingezet toen de overheid de inpoldering naar zich toetrok. Daarvóór warenhet vooral rijke stedelingen die hun geld in droogmakerijen investeerden en er ook gingen wonen. Reh: ,,De Watergraafsmeer en de Beemster zijn ware lustoorden met prachtige buitenplaatsen en boerderijen die door de beste architecten zijn ontworpen. Een soort arcadia (‘liefelijk oord’). De Haarlemmermeer was dat al lang niet meer. Die is technisch heel goed ingepolderd, maar wel voor een koopje. De inpolderingen werden namelijk steeds vaker verkapte werkgelegenheidsprojecten.%%
Jachtbossen

In ‘Arcadia en Metropolis% – een titel waarmee je voor de dag kunt komen – staat Reh eerst stil bij de geleidelijke evolutie van de Engelse landschapstuin. Het ontstaan ervan heeft te maken met tal van factoren, zoals de opkomende industrialisering, de ontwikkeling van het transport en de daarmee samenhangende stedelijke kolonisatie van het platteland. Uiteindelijk zijn het volgens Reh de jachtbossen die het begin markeren van de achttiende eeuwse landschapstuinen.

Aan de hand van grondige analyses van de prototypen Castle Howard, ten noordoosten van York, en Stowe in Buckinghamshire, het paradepaardje van de Engelse landschapskunst, laat hij zien hoe de picturale compositieschema%s tot ontwikkeling kwamen. In Castle Howard werd de gescheiden wereld tussen de tuin en het cultuurlandschap opgeheven. En in Stowe gaf de topografische ontwerpmatrix, die in aanleg ook al in Castle Howard viel te onderscheiden, het grondplan een rationele grondslag, gebaseerd op de morfologie en de topografie van het cultuurlandschap.

Daarna behandelt hij een zestal Engelse landschapstuinen waarin de compositieschema%s zich verder hebben ontplooid. In de loop van de achttiende eeuw werd de landschapstuin een ‘open% compositie en werd hij architectonisch geïntegreerd met het cultuurlandschap. Via een continentaal uitstapje naar het Parijse park Monceau, dat Reh omschrijft als een ‘rariteitenkabinet%, en het Wörlitzer park bij Dessau, de eerste Duitse landschapstuin waarin een hele regio werd vormgegeven, komt hij met een paardensprong uit bij drie Engelse stadsparken en het Central Park in Manhattan. Hierin werden de picturale compositieschema%s van de landschapstuin getransformeerd naar een stedelijke context.
Verbinding


Figuur 2 ,,We moeten veel zuiniger omgaan met de visuele karakteristieken van het Hollandse landschap”

Aansluitend laat hij zijn licht schijnen op de vormgeving van de Randstad. Uiteindelijk werkt hij daar naartoe, terwijl hij er veel minder diep op ingaat dan op de Engelse landschaptuinen. ,,Dat is inderdaad tijdens de promotiezitting ook opgemerkt door één van mijn opponenten, de architectuurhistoricus Erik de Jong%%, zegt Reh. ,,Hij had het logischer gevonden als ik eerst de Engelse landschapstuin had behandeld, vervolgens de Nederlandse en dat ik daarna de verbinding probeerde te leggen met het heden. Maar dat is helemaal niet de opzet van het boek.%%

,,De bedoeling is juist om het vormgevend instrumentarium in delandschapsarchitectuur uit zijn historische context te lichten en in verband te brengen met de huidige stedelijke opgave. En dan is het interessant om te zien dat er in het begin van de achttiende eeuw in Engeland soortgelijke verschuivingen optraden tussen stad en land en er vergelijkbare experimentele aspecten aan vastzaten als nu in Nederland.%%

Vergeleken met Engeland heeft de ontginning van Nederland zich in de vorm van stroken veel rationeler voltrokken. Je bent al snel geneigd te denken dat esthetiek hier een veel minder belangrijke rol speelde dan de functie. Reh: ,,Dat denk ik niet, hoewel de discussie daarover eigenlijk nog nooit gevoerd is. Ik geloof dat je in de vormgeving van de zeventiende eeuwse buitenplaatsen en zelfs in het ontginningsgrid van de Middeleeuwse polders heel duidelijk esthetische motieven kunt vinden. In de vormgeving van het land en de stad zitten altíjd esthetische motieven.%%
Ideale stad

,,Het ontstaan van de grachten in de steden vond plaats vanuit een functioneel motief. Ze zijn stedebouwkundig erg clever gemaakt, maar dat neemt niet weg dat ze ook vanuit esthetisch oogpunt zorgvuldig zijn ontworpen met knikken en bruggen op de juiste plaats. Dat is een zeventiende eeuwse traditie die ook in het ontwerp van het land zit. Als je de ontginning van de Beemster analyseert dan blijkt dat er een civieltechnisch vierkanten raster is toegepast met daar bovenop een model van de ‘ideale stad% waarin het gulden snede-principe zit verborgen.%%

Dat betekent volgens hem niet dat Nederland in zijn geheel een landschapstuin is. Wel is het een landschap met duidelijke picturale kenmerken, ,,die voor ons zo bekend zijn dat we ze niet eens meer zien%%. Het Groene Hart zou hij evenmin graag in een landschapstuin zien veranderen. ,,Toch denk ik dat we veel zuiniger en zorgvuldiger moeten omgaan met de visuele karakteristieken van het Hollandse landschap. Een goed voorbeeld is hoe er in de planologie de laatste decennia is omgegaan met de Haarlemmermeer. Dat was in elke nota een groot, open landbouwgebied. Nu loopt het helemaal vol. Het inklappen van het beeld van die leegte is erg dramatisch. Groenstroken zijn belangrijk, maar het is fundamenteler dat je op essentiële plekken leegten hebt.%%

Voor het ‘Groene Hart% stelt hij dan ook voor dat er ‘leegten% of in vaktermen ‘vides% moeten worden gecreëerd. De binnenkant van de Randstad moet vakmatig worden gescreend op plekken die daarvoor in aanmerking komen. ,,Het is belangrijk dat je de zichten vastlegt, net zoals in de tuin. Als je dat niet doet dan krijg je hetzelfde als in Zoetermeer. Daar is de Zoetermeerse Meerpolder, een klein eivormig poldertje, als de vide aangewezen, terwijl op Randstadsschaal de Middeleeuwse poldervlakte ten noorden daarvan, met het silhouet van Stompwijk en de Oude Rijn, veel essentiëler is.%%

,,Het gaat erom dat in het verstedelijkende landschap van de Randstad het arcadische moment op een nieuwe manier in de metropool wordt vastgelegd. De teloorgang van de Hollandse arcadia grijpt ons vrij diep aan. Dat zie je bijvoorbeeld nietalleen weerspiegeld in de populariteit van de bungalows in boerderijstijl die overal worden gebouwd, maar ook in de overdreven belangstelling voor Vermeer. Op het moment dat de stad dominant en onoverzienbaar wordt in je ervaring en de arcadia verdwijnt, wordt het opeens heilig verklaard. Zo simpel is dat.%%

‘Arcadia en Metropolis%, het proefschrift van Wouter Reh is uitgegeven door Publikatieburo Bouwkunde. ISBN 90-5269-204-1 Prijs: 75 gulden. Studenteditie: 49,50 gulden.

Mannus van der Laan

Bijna iedereen denkt dat de achttiende eeuwse Engelse landschapstuin ‘romantisch% is. ,,Dat is een fout cliché%%, meent Dr.ir. Wouter Reh, universitair hoofddocent landschapsarchitectuur aan de faculteit bouwkunde. In zijn proefschrift ‘Arcadia en Metropolis% stelt hij dat de Engelse landschapstuin de kiemen in zich droeg van de moderne stad. Na een lange historische aanloop komt hij in het kloeke boek uit bij de inrichting van het ‘Groene Hart%.


Figuur 1 Wouter Reh: ,,Het Groene Hart schrompelt ineen”

Veel tuinliefhebbers zullen de handen voelen jeuken, want de natuur loopt bijna een maand achter op schema. In de tuin van Wouter Reh, waar we aan het einde van het gesprek nog even doorheen wandelen, staan de lenteklokjes dapper boven de grond en begint de buxus uit te botten. Maar voor het overige biedt hij nog een dorre aanblik. Een beetje trots laat Reh zien hoe hij vanaf de tuinbank, waarop dikke klonters vogelpoep zijn vastgekoekt, een zichtlijn heeft gecreëerd naar een hekje naast het huis van de achterburen.

Het begrip ‘zichtlijn% behoort bij uitstek tot het instrumentarium van de landschapsarchitect en duikt dan ook ontelbare keren in het proefschrift op. Typerend aan de Engelse landschapstuin zijn namelijk de vergezichten en de open inbedding in het omliggende cultuurlandschap. Geen wonder dus dat Reh het middel ook in zijn eigen tuin niet onbeproefd heeft gelaten. Hoewel hij te kennen geeft dat je als amateurtuinier wat zichtlijnen betreft altijd afhankelijk bent van de welwillendheid van de buren.

Reh is overigens blij dat hij eindelijk een eigen tuin heeft. Lange tijd woonde hij in het centrum van Amsterdam zodat hij het zonder moest stellen. ,,Mijn beroep is landschapsarchitect, maar zelf had ik nog nooit een tuin gehad%%, zegt hij met enige zelfspot. Dat was een belangrijke reden waarom hij verhuisde naar Nieuwveen, een forensendorp ten zuiden van Uithoorn, op de rand van een droogmakerij midden in het Groene Hart.
Illusie

Althans, zo wordt het gebied binnen de hoefijzervormige stedenring in nota%s altijd genoemd. Op de vraag of Reh ook daadwerkelijk ervaart dat hij in het Groene Hart woont, heeft hij een pasklaar antwoord. ,,Ja, we horen natuurlijk Schiphol. Bij oostenwind komen de vliegtuigen hier zelfs recht over. Het Groene Hart zinspeelt op een soort groot park van de Randstad Holland. Dat is een illusie. Bij iedere overheidsnota schrompelt het verder ineen. Bovendien is dat wat je op de kaart ‘groen% noemt allang niet meer groen.%%

De verschraling is volgens hem tijdens de vorige eeuw al ingezet toen de overheid de inpoldering naar zich toetrok. Daarvóór warenhet vooral rijke stedelingen die hun geld in droogmakerijen investeerden en er ook gingen wonen. Reh: ,,De Watergraafsmeer en de Beemster zijn ware lustoorden met prachtige buitenplaatsen en boerderijen die door de beste architecten zijn ontworpen. Een soort arcadia (‘liefelijk oord’). De Haarlemmermeer was dat al lang niet meer. Die is technisch heel goed ingepolderd, maar wel voor een koopje. De inpolderingen werden namelijk steeds vaker verkapte werkgelegenheidsprojecten.%%
Jachtbossen

In ‘Arcadia en Metropolis% – een titel waarmee je voor de dag kunt komen – staat Reh eerst stil bij de geleidelijke evolutie van de Engelse landschapstuin. Het ontstaan ervan heeft te maken met tal van factoren, zoals de opkomende industrialisering, de ontwikkeling van het transport en de daarmee samenhangende stedelijke kolonisatie van het platteland. Uiteindelijk zijn het volgens Reh de jachtbossen die het begin markeren van de achttiende eeuwse landschapstuinen.

Aan de hand van grondige analyses van de prototypen Castle Howard, ten noordoosten van York, en Stowe in Buckinghamshire, het paradepaardje van de Engelse landschapskunst, laat hij zien hoe de picturale compositieschema%s tot ontwikkeling kwamen. In Castle Howard werd de gescheiden wereld tussen de tuin en het cultuurlandschap opgeheven. En in Stowe gaf de topografische ontwerpmatrix, die in aanleg ook al in Castle Howard viel te onderscheiden, het grondplan een rationele grondslag, gebaseerd op de morfologie en de topografie van het cultuurlandschap.

Daarna behandelt hij een zestal Engelse landschapstuinen waarin de compositieschema%s zich verder hebben ontplooid. In de loop van de achttiende eeuw werd de landschapstuin een ‘open% compositie en werd hij architectonisch geïntegreerd met het cultuurlandschap. Via een continentaal uitstapje naar het Parijse park Monceau, dat Reh omschrijft als een ‘rariteitenkabinet%, en het Wörlitzer park bij Dessau, de eerste Duitse landschapstuin waarin een hele regio werd vormgegeven, komt hij met een paardensprong uit bij drie Engelse stadsparken en het Central Park in Manhattan. Hierin werden de picturale compositieschema%s van de landschapstuin getransformeerd naar een stedelijke context.
Verbinding


Figuur 2 ,,We moeten veel zuiniger omgaan met de visuele karakteristieken van het Hollandse landschap”

Aansluitend laat hij zijn licht schijnen op de vormgeving van de Randstad. Uiteindelijk werkt hij daar naartoe, terwijl hij er veel minder diep op ingaat dan op de Engelse landschaptuinen. ,,Dat is inderdaad tijdens de promotiezitting ook opgemerkt door één van mijn opponenten, de architectuurhistoricus Erik de Jong%%, zegt Reh. ,,Hij had het logischer gevonden als ik eerst de Engelse landschapstuin had behandeld, vervolgens de Nederlandse en dat ik daarna de verbinding probeerde te leggen met het heden. Maar dat is helemaal niet de opzet van het boek.%%

,,De bedoeling is juist om het vormgevend instrumentarium in delandschapsarchitectuur uit zijn historische context te lichten en in verband te brengen met de huidige stedelijke opgave. En dan is het interessant om te zien dat er in het begin van de achttiende eeuw in Engeland soortgelijke verschuivingen optraden tussen stad en land en er vergelijkbare experimentele aspecten aan vastzaten als nu in Nederland.%%

Vergeleken met Engeland heeft de ontginning van Nederland zich in de vorm van stroken veel rationeler voltrokken. Je bent al snel geneigd te denken dat esthetiek hier een veel minder belangrijke rol speelde dan de functie. Reh: ,,Dat denk ik niet, hoewel de discussie daarover eigenlijk nog nooit gevoerd is. Ik geloof dat je in de vormgeving van de zeventiende eeuwse buitenplaatsen en zelfs in het ontginningsgrid van de Middeleeuwse polders heel duidelijk esthetische motieven kunt vinden. In de vormgeving van het land en de stad zitten altíjd esthetische motieven.%%
Ideale stad

,,Het ontstaan van de grachten in de steden vond plaats vanuit een functioneel motief. Ze zijn stedebouwkundig erg clever gemaakt, maar dat neemt niet weg dat ze ook vanuit esthetisch oogpunt zorgvuldig zijn ontworpen met knikken en bruggen op de juiste plaats. Dat is een zeventiende eeuwse traditie die ook in het ontwerp van het land zit. Als je de ontginning van de Beemster analyseert dan blijkt dat er een civieltechnisch vierkanten raster is toegepast met daar bovenop een model van de ‘ideale stad% waarin het gulden snede-principe zit verborgen.%%

Dat betekent volgens hem niet dat Nederland in zijn geheel een landschapstuin is. Wel is het een landschap met duidelijke picturale kenmerken, ,,die voor ons zo bekend zijn dat we ze niet eens meer zien%%. Het Groene Hart zou hij evenmin graag in een landschapstuin zien veranderen. ,,Toch denk ik dat we veel zuiniger en zorgvuldiger moeten omgaan met de visuele karakteristieken van het Hollandse landschap. Een goed voorbeeld is hoe er in de planologie de laatste decennia is omgegaan met de Haarlemmermeer. Dat was in elke nota een groot, open landbouwgebied. Nu loopt het helemaal vol. Het inklappen van het beeld van die leegte is erg dramatisch. Groenstroken zijn belangrijk, maar het is fundamenteler dat je op essentiële plekken leegten hebt.%%

Voor het ‘Groene Hart% stelt hij dan ook voor dat er ‘leegten% of in vaktermen ‘vides% moeten worden gecreëerd. De binnenkant van de Randstad moet vakmatig worden gescreend op plekken die daarvoor in aanmerking komen. ,,Het is belangrijk dat je de zichten vastlegt, net zoals in de tuin. Als je dat niet doet dan krijg je hetzelfde als in Zoetermeer. Daar is de Zoetermeerse Meerpolder, een klein eivormig poldertje, als de vide aangewezen, terwijl op Randstadsschaal de Middeleeuwse poldervlakte ten noorden daarvan, met het silhouet van Stompwijk en de Oude Rijn, veel essentiëler is.%%

,,Het gaat erom dat in het verstedelijkende landschap van de Randstad het arcadische moment op een nieuwe manier in de metropool wordt vastgelegd. De teloorgang van de Hollandse arcadia grijpt ons vrij diep aan. Dat zie je bijvoorbeeld nietalleen weerspiegeld in de populariteit van de bungalows in boerderijstijl die overal worden gebouwd, maar ook in de overdreven belangstelling voor Vermeer. Op het moment dat de stad dominant en onoverzienbaar wordt in je ervaring en de arcadia verdwijnt, wordt het opeens heilig verklaard. Zo simpel is dat.%%

‘Arcadia en Metropolis%, het proefschrift van Wouter Reh is uitgegeven door Publikatieburo Bouwkunde. ISBN 90-5269-204-1 Prijs: 75 gulden. Studenteditie: 49,50 gulden.

Mannus van der Laan

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.