Campus

De toekomst daargelaten

2000 dagen Terwijl ze zacht met haar handen door mijn haar woelde vroeg ze of ik eigenlijk al afgestudeerd was. Ik lag onderuitgezakt naar het plafond te kijken en dan houd ik van mensen die door mijn haar woelen, maar ze moeten daar niet te veel bij praten.

En zeker niet te veel vragen. Ik stel hier de vragen. Ik geef niet graag antwoord, terwijl de mensen dat wel altijd verwachten als ze iets vragen. Ik heb een hekel aan antwoorden. De mensen zijn er nooit tevreden mee. Ikzelf ook niet.

Nu wil ze dus weten of ik eigenlijk al afgestudeerd ben. Ik krijg die vraag wel vaker de laatste tijd. Het is een soort ziekte. Mijn ouders zijn ermee begonnen. Zij zijn er trouwens ook alweer mee opgehouden. Maar toen hadden ze mijn vrienden, vakgroepgenoten, buren en tantes inmiddels al aangestoken. Iedereen begon zich voor mijn afstuderen te interesseren. En nu deze weer. Lekker ding , maar waar bemoeit ze zich mee? Ik sluit mijn ogen en probeer me doof te houden, maar met elke beweging van haar handen masseert ze de vraag verder mijn hoofd in, samen met de shampoo. Als kapsters gaan vragen of je al afgestudeerd ben moet je je zorgen gaan maken. Of misschien ook niet. Misschien dat ze het aan elke klant vragen als ze zijn beginnende inhammen ontdekken.


1 Ilustratie Victor Lemstra.

,,Binnenkort”, zeg ik maar. Ze droogt mijn haar af en ik ga voor de met kerstboomlichtjes omlijste spiegel zitten. Ze knipt een paar keer met haar schaar in de lucht.

– ,,Dus dit is de laatste keer dat ik je hier zie?”

– ,,Dat sowieso”, zeg ik.

Ik heb altijd een haat-liefde verhouding gehad met kapsters. Haat tijdens het knippen, liefde tijdens het wassen. Als ze praten tijdens het wassen is de liefde wat minder. Als ze überhaupt niet wassen is er alleen maar haat. Het komt niet alleen door de rücksichtslose routine waarmee ze mijn hoofd te grabbel gooien, maar vooral door het feit dat ik dat allemaal live moet aanschouwen. ,,Hoofd echt even rechtop, alsjeblieft”, hoor ik, terwijl ik met mijn kin op mijn borst naar de treurig neerstortende haren zit te kijken. Ik kijk op. Tegenover me zit iemand me aan te kijken die eruitziet alsof hij in een wasmachine heeft geslapen. Spiegels worden steeds genadelozer, de laatste tijd.

,,Wat wil je eigenlijk?”, vraagt het meisje. Weer zo’n kutvraag. Wat wil ik eigenlijk? Zelfs bij de hoeren zou ik het antwoord niet weten. ,,Doe maar zoals altijd”, zeg ik.

Ik zie mijn hoofd voor mijn ogen veranderen. Ongelooflijk. Ik weet dan misschien niet wat ik wil, maar ik weet heel goed wat ik niet wil, en vreemd genoeg weet de kapster dat ook want dat is precies wat ze altijd met mijn haar doet. De kapsters van de wereld hebben het initiatief in handen maar ze doen er geen flikker mee.

Terwijl mijn hoofd best een beetje lekker mag blijven. Over twee uur landt Marion op Schiphol en ze moet me op z’n minst herkennen.

– ,,Waar studeer je eigenlijk op af?”, vraagt de kapster, terwijl ze mijn favoriete krul onthoofdt.

– ,,El Niño”, zeg ik. Ze knikt begrijpend. Ik heb geen zin om het uit te leggen. El Niño, Het Kerstkind, het kutkind, de gekgeworden golfstroom van de Stille Oceaan. Oorzaak van de stormen in Zuid-Amerika, de bosbranden in Australië, de sneeuw in Madrid, de potvissen op Texel, de roos in mijn haar. Eén grote oorzaak met duizenden subtiele gevolgen, tot in de uithoeken van de wereld. Alles komt voortaan door El Niño. Ik ben jaloers. Zelf wacht ik al jaren op één groteoorzaak met duizenden subtiele gevolgen, tot in de uithoeken van mijn leven. Het zou het zoveel makkelijker maken.

Ik reken af en stap naar buiten. Over de Markt, langs de kerstboom richting Kobus Kuch, richting de grote afspraak met Joost. Er valt wat sneeuw, maar op de grond liggen alleen hoopjes grauwe ellende langs de stoepranden. Het is lang geleden dat ik witte sneeuw gezien heb. Ik sta er te laat voor op tegenwoordig. Vroeger was ik vroeg genoeg om het spul te kunnen zien zoals het bedoeld is, puur en onbevlekt, dus nog voordat het verkracht is door auto’s en strooiwagens.

Als ik het tochtgordijn van Kuch opzij schuif voel ik de kou heel even mee naar binnen stromen, voor de laatste rilling. Het is vol, met een mengeling van Belgische en Elfstedentochtgezelligheid. Joost zal er waarschijnlijk al zijn. Ik ben meestal te laat. Laatkomen geeft me de illusie dat ik m’n tijd goed gebruik. Dan zie ik hem. Redelijk hetzelfde gebleven. Grote kop, grote grijns, grote bek.

– ,,Hé lul man! Hier zit ik!”

Joost denkt dat hij zijn identiteit kan camoufleren door hem juist te overdrijven. De mensen moeten dan denken: Die vent doet wel heel overdreven yupperig, hij zal vast geen yup zijn. Maar zo denken de mensen niet. Ze denken: die vent doet heel yupperig, dus dat zal wel een yup zijn. De mensen denken meestal simpeler dan je denkt.

– ,,Zo eikel, lekker op tijd natuurlijk”, zegt Joost als ik voor hem sta. ,,Maar ja, jij woont ook op minstens honderd meter hiervandaan. Terwijl ik maar uit Californië heb hoeven komen. Gaat het?” We schudden handen, best hard. Ik ga zitten, we krijgen bier. We toosten.

– ,,Goeiemorgen”, zeg ik.

– ,,Kut he”, zegt Joost. Dat is zijn toost. ,,Op de volgende tweeduizend.”

Oorspronkelijk hadden we precies op de eeuwwisseling afgesproken. Oudjaar 1999, ergens in een blokhut in de Rocky Mountains, met onze vrouwen, eventuele kinderen en honden, dat was zo%n beetje het idee geweest. We hadden die afspraak gemaakt toen we elkaar een half jaar kenden en we goede vrienden waren. Want het jaar tweeduizend, dat begin je met je beste vrienden, dachten we. Een tijdje later had ik de afspraak weer verbroken. Want het jaar tweeduizend, dat begin je met je beste vrienden, vond ik. Joost was nog steeds een goede vriend maar ik wilde de mogelijkheid open houden dat ik betere vrienden tegen zou komen. Ik wil altijd mogelijkheden openhouden. Als ik een partner nodig heb voor een kerstdiner wacht ik tot de dag zelf; want je weet maar nooit of je in de trein of in de supermarkt misschien de grote heldin tegenkomt die je het liefst bij je kerstdiner zou willen hebben. Die heldin kom je nooit tegen natuurlijk. Dus bel je een uur voor het diner alsnog gewoon je vriendin op, die dan natuurlijk niet meer kan, waarna je hooguit nog een vijfde-keus reserve kunt regelen om daarmee net iets te laat op het diner te verschijnen. Ik streef te onbereikbaar, denk ik. Ik bedoel, ik weet niet eens waarnaar ik streef, dus dat lijkt me redelijk onbereikbaar. En dan krijg je wel heel bereikbare dingen in handen, uiteindelijk.

Maar goed, de jaar-2000-afspraak met Joost had ik dus afgezegd. In plaats daarvan had ik een slap aftreksel bedacht: we spraken af op de dag dat we elkaar precies tweeduizend dagen zouden kennen. Het handige van zo’n deal is dat je die met iedereen kan maken, vooropgesteld dat je niet teveel mensen op dezelfde dag leert kennen. Maar tot nu toe had ik alleen met Joost zo’n afspraak, en die was dus vandaag.

Ballet

– ,,Inge komt rechtstreeks naar Bergen%%, zegt Joost. ,,Dus die zien we vanavond wel. En jij neemt dus Marion mee? Wat gezellig. Ik ga wel met je mee naar Schiphol straks om haar op te halen.%% Hij zet zijn lege glas aan zijn mond om een grijns te verdoezelen.

Joost is de ontdekker van Marion. Ik kreeg haar daarna min of meer in de schoot geworpen. Het gebeurde toen ik Joost een half jaar kende en hij de auto van zijn vader voor een weekje te leen kreeg. ,,We moeten weg uit dit aquarium”, zei hij toen ik hem op een avond tegenkwam op de sociëteit. ,,We zijn alleen maar rondjes aan het zwemmen hier en zijn zo tevreden als goudvissen, want elke dag vergeten we het rondje van de vorige dag. Ik houd niet van rondjes. Ik houd wel van beweging, maar het moet ergens toe leiden. We moeten ergens heen. En ik heb de wagen van m’n pa, man! Een dikke Volvo. Morgen om twaalf uur sta ik bij je voor de deur.”

Dus gingen we een week naar Frankrijk, ‘voor de wijven en de goede gesprekken’. En die kwamen nog ook.

– ,,Wat wil je eigenlijk?%%, vroeg ik hem, de volgende avond, om een uur of zeven op een terras in Le Havre. Of all places.

– ,,Biertje lijkt me lekker.%%

– ,,Ik bedoel later. Wat wil je worden, wie wil je zijn, dat soort shit.%%

– ,,Regisseur. Hollywood, geld, roem, wijven. Jij?

Ik had toen nog geen hekel aan dat soort vragen. ,,Ik ga de wereld redden.%%

Joost grinnikte. ,,Ik ga mezelf redden. Lekker ding trouwens.”

Ze liep langs ons tafeltje. Een zomerjurkje. En het was nog niet eens zomer. Ze had haar haar opgestoken, maar niet alles, zodat er ook wat lokken gewoon naar beneden hingen, om een beetje te dansen in de zon. Ze had hoge hakken met blote voeten erin. Eigenlijk was ze sowieso nogal bloot, tenminste, voor de tijd van het jaar. Haar ogen waren scherp, niet zomaar twee holletjes met twee bolletjes erin, maar echte ogen, omlijst door jukbeenderen, wimpers, oogleden, wenkbrauwen, alles. En ze had een mond. Haar bovenlip was net een tikje opgekruld, zodat je net dat weerloze stukje lip kon zien dat je normaal gesproken niet ziet. Verlegen en geil tegelijk. Ik keek haar na totdat ze de hoek om was.

– ,,Holy shit%%, zei ik. ,,Dat waren dus de vrouwen. Nu nog een goed gesprek en we zijn klaar.%%

Joost keek me aan. Hij grijnsde. Hij grijnst altijd, maar dit was de grijns die voorafging aan een kansloos project. Joost had de neiging nogal aanpakkerig te zijn, vooral als het ging om kansloze projecten. Joost streefde naar het onbereikbare dat onder handbereik was. ,,Je weet het, ik houd niet van gemiste kansen%%, zei hij. ,,Zeker niet als ze in zo%n zomerjurkje lopen. We moeten erachteraan. Liever spijt van dingen die ik wel gedaan heb dan van dingen die ik niet gedaan heb.%% Hij wachtte mijn reactie niet eens af en stond op. Hij wist dat ik toch wel zou volgen.

We liepen een kwartier achter haar aan, op veilige afstand overleggend hoe we die afstand wat minder veilig moesten gaan maken. Toen ging ze een klassiek uitziend gebouw binnen. Académie, stond erop, in Romeinse letters.

– ,,En nu?%% vroeg ik.

Joost liep naar binnen. Ik liep naar binnen. In een marmeren hal kwam een klein mannetje op ons af. Hij vroeg wat we wilden. We wilden naar de classe, zei Joost. Dan moesten we op de derde verdieping zijn, zei het mannetje. Hij maakte er een soort buiginkje bij. Sommige mensen zijn zo klein dat ze alleen maar nog kleiner willen worden. Op de derde verdieping liepen we het gebouw rond. De meeste gangen waren donker, de meeste deuren op slot. We maakten wat Hollandse herrie, om onszelf op ons gemak te stellen. Nergens iemand te zien.

Net toen we weer naar beneden wilden gaan hoorden we de muziek, gedempt, alsof er een kussen op de luidspreker lag. Tsjaikovski. We volgden de klanken en kwamenvoor een verveloze deur uit, gesloten maar niet op slot. ,,En nu?%%, fluisterde ik weer. Het was zo%n omgeving waar je vanzelf gaat fluisteren. We stonden een kwartier voor de dichte deur. Het leek erop dat hij niet vanzelf open zou gaan. In dat soort gevallen wint de deur, wat mij betreft, en ga ik ervandoor. Joost niet. Na een tijdje opent hij de deur gewoon. Hij wil weten wat erachter zit.

We belandden in een soort kleedkamer. Rechts werd de ruimte afgesloten door een zwaar gordijn, dat de muziek gevangen hield die daarachter galmde. Links hingen kleren aan kapstokjes. Vrouwenkleren. Ik voelde me ongemakkelijk. Joost juist niet.

– ,,We weten genoeg%%, zei ik. ,,We kunnen gaan.%%

– ,, We weten nog niks%%, zei Joost. ,,Het ging me niet om haar kleren.%% En voordat ik het in de gaten had pakte hij het gordijn theatraal beet en schoof het opzij en stapte de muziek binnen en was verdwenen. Dat deed hij gewoon. Ik haalde diep adem, repeteerde wat Franse excuses en glipte toen maar achter hem aan, richting de muziek.

Ik kwam in een soort zaaltje en zag een stel meisjes, een spiegelwand en een parketvloer, vooral een parketvloer, want daarop probeerde ik me te concentreren. ,,Bonjour%%, hoorde ik Joost zeggen. Iemand antwoordde hem met verbaasde geamuseerdheid. Een twinkelende stem. Ik durfde weer op te kijken. Het was onze droomvrouw, nog steeds in zomerjurkje. Verder waren er nog een stuk of twintig andere meisjes in balletpakjes, die allemaal midden in een sprong of een pirouette waren bevroren, en ons aankeken alsof we twee wildvreemden waren die net een balletklasje in Le Havre waren binnengevallen. Joost was inmiddels aan het uitleggen dat ik aan de balletacademie van Amsterdam verbonden was met de specialisatie Buitenland. ,,Dus nu komen we kijken hoe het hier gaat, snapt u.%% Joost grijnsde me toe. Het meisje vroeg of ik misschien mee wilde dansen. Ik wees demonstratief naar mijn benen en schudde mijn hoofd. ,,Geblesseerd%%, zei ik, ernstig, alsof ik net op een landmijn was gestapt. Daar had ik me aardig uit gered, leek mij. Wie is je favoriete danser, vroeg het meisje enthousiast. Ik fronste mijn voorhoofd. Moeilijk om te kiezen uit al mijn helden, lachte ik, terwijl ik me koortsachtig een naam voor de geest probeerde te halen. Ik keek haar vragend aan. Achter haar hing een arti zwart-wit poster van een man in een maillot. ‘Nijinsky vive%, stond erop. ,,Nijinsky%%, zei ik, barstend van opluchting, waardoor er wat kloddertjes speeksel door de lucht vlogen. ,,Twee weken geleden nog gezien, wat een geweldige techniek%%, voegde ik er overmoedig aan toe. Had ik me weer aardig uit gered, leek mij. Het meisje knikte vrolijk. ,,Nijinsky is al vijftig jaar dood%%, zei ze. Dat was mijn kennismaking met Marion.

Broeierig

Vreemd genoeg werd het nog wat met haar ook. Zo volmaakt kansloos mooi was ze dat ik me echt geen illusies hoefde te maken, en waarschijnlijk juist daardoor lukte het toch, en voor het eerst ooit werd ik verliefd. Anderhalf jaar lang zagen we elkaar een paar keer per maand en de seks was gezellig en we konden goed lachen. We praatten nooit meer over ballet.

– ,,Zie je haar nog vaak eigenlijk?%%, vraagt Joost. We zijn op weg van Kobus Kuch naar het station. Het is gaan waaien. Er klinken wat losse lege knallen door de stad.

– ,,Vorig jaar voor het laatst, met jou. Dat feest. Het was nog steeds geweldig, maar ik ben een beetje ranzig geweest de laatste tijd en daardoor heb ik haar niet meer gezien. Maar dit diner leek haar weer leuk. Volgens mij wordt het wel lekker sentimenteel op Schiphol straks.%%

– ,,Hm. Supermooi feest was dat, inderdaad. Ik heb toen ook weer goed gelachenmet haar. Lekker ding ook nog steeds.%% Hij kijkt me aan. ,,Volgens mij vindt ze mij ook wel leuk. Ik bedoel… je weet wel wat ik bedoel.%% Ik weet niet wat hij bedoelt. Ik weet alleen dat het allemaal wat broeierig was, een jaar geleden. Maar misschien is dat onvermijdelijk. Waarschijnlijk hebben vrienden dat vaker, dat ze voor hetzelfde meisje gaan. Misschien ben je überhaupt pas vrienden als je voor hetzelfde meisje gaat.

We komen aan op het station. In de hal staat een groepje rokkostuums bij elkaar. Er zweven ook wat galajurken rond. ,,Grappig eigenlijk%%, zegt Joost. ,,Mannen maken zich voor een feest zo uniform mogelijk terwijl vrouwen juist de verschillen benadrukken door allemaal een andere jurk aan te trekken. Wat weer bewijst dat vrouwen het uiterlijk van mannen minder belangrijk vinden dan andersom en dat is niet positief bedoeld. Het gevolg is namelijk dat mannen makkelijker inwisselbaar zijn. Iedereen die aardig en grappig is maakt bij elke vrouw een kans. Ook bij Marion, om maar iemand te noemen.%%

– ,,Houd je bek%%, zeg ik. Hij houdt zijn bek. De trein stopt. De rokkostuums stappen in, wij ook.

– ,,Wanneer studeer je eigenlijk af?%%, vraagt Joost als we door de tunnel van Rijswijk rijden. ,,En wat wil je eigenlijk?%%

Ik antwoord niet. ,,Kom op%%, probeert hij. ,,Je hebt inmiddels toch wel een idee wat je gaat doen? Waar is je ambitie? Moet de wereld niet meer gered worden?%%

– ,,Ik wil mezelf redden, inmiddels%%, zeg ik maar. ,,Ambitie? Mijn kansen zijn voorbij. Voor ambities moet je keuzes kunnen maken. Ik bedoel: om vioolspeler te worden moet je op je zesde al daarvoor kiezen. Voor voetballer hooguit op je twaalfde. Voor wetenschapper rond je twintigste. Daarna blijven er nog wat surrogaat-ambities over: manager, politicus misschien. Dat is je laatste kans. Maar zelfs daarvoor moet je kiezen. Daar heb ik een hekel aan. Ik wil mogelijkheden open houden.%%

– ,,Wat een gelul. Een mens kan niet zonder ambitie. Je moet toch ergens voldoening uit halen?%%

– ,,Alsof ambitie voldoening geeft. Ambitie is iets voor strebers en strebers bestaan er maar in twee soorten: dom of ontevreden. Intelligent en tegelijkertijd tevreden bestaat niet. Er is namelijk altijd ergens iemand te vinden, die beter en jonger is dan jijzelf. Wanneer je dat beseft ben je ontevreden. Wanneer je dat niet beseft ben je dom.%%

– ,,Je bent gewoon altijd besluiteloos geweest en dat gooi je nu op intelligentie. Bull shit. Het gaat er niet om dat anderen beter zijn. Daar moet je niet naar kijken. Het gaat erom dat anderen slechter zijn, daar haal ik voldoening uit. Het gaat er alleen maar om niet te mislukken%%, zegt Joost.

– ,,Je mislukt altijd. Op je vijftigste heb je een midlife crisis. Waarna je wanhopig gaat proberen alsnog wat voldoening bij elkaar te schrapen. Uit je gezinnetje enzo.%%

– ,,Beter op mijn vijftigste dan op mijn vijfentwintigste. Volgens ben jij nu al een wandelende midlife crisis. Beetje vroeg lijkt mij.%%

– ,,Prima toch? Een midlife crisis kan niet vroeg genoeg komen. Des te eerder kan je je met leuke dingen gaan bezighouden.%%

– ,,Dus nu al een gezinnetje? Lul toch niet zo krom, man.%%

– ,,Niks kroms. Ik zou er nooit zelf aan beginnen, maar als er nu een leuke vrouw bij me op de stoep zou staan met zo%n levend pakketje in haar armen, zo van sorry, er is iets misgegaan, dan zit ik misschien een paar seconden stuk, maar daarna ben zou ik er helemaal klaar voor zijn. Echte voldoening, die zomaar aan komt waaien.%%

– ,,Lul. Dat wordt dan ook nog een endlife crisis voor jou. Een tijd van grote spijt. Je vrijheid! Zolang je kan bewegen moet je ook bewegen. Een kind, dat is verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid is stilstand. Kinderen zouden mijndood zijn, op z%n minst figuurlijk. Wees vrij.%%

– ,,Vrijheid is voor de vogels.%%

– ,,We zijn er.%%

De ontvangst

De ontvangsthal op Schiphol heeft een hoog Endemol-gehalte. Met kerst komt dan ook de kerst er nog eens bovenop. Sentiment volgens het boekje. Er wordt veel gewerkt met tranen en bloemen enzo. Er zit ook een leuk verrassingselement in doordat je de arriverende passagiers niet al ver van te voren ziet aankomen, maar pas op het laatste moment. Dan komen ze heel abrupt uit een opening in een matglazen wand tevoorschijn. Daardoor krijgt het weerzien ook een beetje een dating-show-effect. Je moet elkaar bijna blind in de armen vliegen, zonder dat je even goed kan kijken hoe dat gezicht er nou precies uitziet waarmee je vol op de bek gaat. Om dat te voorkomen ga ik een beetje achteraf staan.

En plotseling staat ze daar. Mooi als altijd en als nooit tevoren, in een zwarte lichaamsjurk. Dat is een jurk in de vorm van het lichaam. Ze heeft net een reis achter de rug, maar ze ziet er helemaal niet uit als een reiziger. Reizigers zijn verwilderd en geslachtsloos, en schommelen onder het gewicht van zo’n rinkelende bochel op hun rug. Marion is strak en vrouwelijk en ze staat doodstil. En ze heeft geen bult op rug, maar op haar buik. Daar heeft ze zo’n buikbuidel met een baby erin.

Ik ben nooit goed geweest in emoties. Ik bedoel ik heb ze wel, maar ze komen nooit echt lekker over. Dat komt doordat ik emoties altijd speel terwijl ik niet zo goed kan spelen. Als ik blij ben, vragen mensen vaak bezorgd wat er aan de hand is. Als ik kwaad ben op iemand denkt die persoon dat ik een grap vertel. En als mijn vriendin plotseling met een kind voor me staat, en ik na een kleine schok een en al inwendige glimlach ben, dan denkt ze dat ik geschrokken ben.

– ,,Maak je geen zorgen%’, zegt ze. ,,Maak je geen zorgen.%%

Ik maak me geen zorgen. Natuurlijk maak ik me geen zorgen. Holy shit. Huist niet. Ongelooflijk, het bestaat dus echt. Mijn toekomst. Zo bij me in de schoot geworpen. Uit haar schoot. Ik zoen haar, ik zoen het kind. Ik neem de baby van haar over. Wat een lekker ding. Ik zoen haar weer, en zie in haar ogen mooi moedersgeluk. We zijn lekker kitscherig zo met z%n drieën. Fantastisch. Dit is de show waar iedereen hier op stond te wachten, en ze kunnen hem krijgen. En het is nog kerst ook. Dan pakt ze het kind weer van me af. ,,Sorry hoor. Ik moest hem wel meenemen. Dat was natuurlijk niet helemaal tactisch, maar het ging me een beetje om de confrontatie. Maar goed, jij hoeft je dus geen zorgen te maken. Het is tenslotte niet van jou.%%

Het is niet van mij. Mijn toekomst is niet van mij. Ik begin een beetje te wankelen en probeer haar blik te pakken, maar krijg geen houvast. Haar ogen glijden langs mijn gezicht, en dan over mijn schouder, en ik weet eigenlijk meteen wie ze daar zoekt. Zonder om te kijken zie ik de grijns op Joosts gezicht verstarren.

Terwijl ze zacht met haar handen door mijn haar woelde vroeg ze of ik eigenlijk al afgestudeerd was. Ik lag onderuitgezakt naar het plafond te kijken en dan houd ik van mensen die door mijn haar woelen, maar ze moeten daar niet te veel bij praten. En zeker niet te veel vragen. Ik stel hier de vragen. Ik geef niet graag antwoord, terwijl de mensen dat wel altijd verwachten als ze iets vragen. Ik heb een hekel aan antwoorden. De mensen zijn er nooit tevreden mee. Ikzelf ook niet.

Nu wil ze dus weten of ik eigenlijk al afgestudeerd ben. Ik krijg die vraag wel vaker de laatste tijd. Het is een soort ziekte. Mijn ouders zijn ermee begonnen. Zij zijn er trouwens ook alweer mee opgehouden. Maar toen hadden ze mijn vrienden, vakgroepgenoten, buren en tantes inmiddels al aangestoken. Iedereen begon zich voor mijn afstuderen te interesseren. En nu deze weer. Lekker ding , maar waar bemoeit ze zich mee? Ik sluit mijn ogen en probeer me doof te houden, maar met elke beweging van haar handen masseert ze de vraag verder mijn hoofd in, samen met de shampoo. Als kapsters gaan vragen of je al afgestudeerd ben moet je je zorgen gaan maken. Of misschien ook niet. Misschien dat ze het aan elke klant vragen als ze zijn beginnende inhammen ontdekken.


1 Ilustratie Victor Lemstra.

,,Binnenkort”, zeg ik maar. Ze droogt mijn haar af en ik ga voor de met kerstboomlichtjes omlijste spiegel zitten. Ze knipt een paar keer met haar schaar in de lucht.

– ,,Dus dit is de laatste keer dat ik je hier zie?”

– ,,Dat sowieso”, zeg ik.

Ik heb altijd een haat-liefde verhouding gehad met kapsters. Haat tijdens het knippen, liefde tijdens het wassen. Als ze praten tijdens het wassen is de liefde wat minder. Als ze überhaupt niet wassen is er alleen maar haat. Het komt niet alleen door de rücksichtslose routine waarmee ze mijn hoofd te grabbel gooien, maar vooral door het feit dat ik dat allemaal live moet aanschouwen. ,,Hoofd echt even rechtop, alsjeblieft”, hoor ik, terwijl ik met mijn kin op mijn borst naar de treurig neerstortende haren zit te kijken. Ik kijk op. Tegenover me zit iemand me aan te kijken die eruitziet alsof hij in een wasmachine heeft geslapen. Spiegels worden steeds genadelozer, de laatste tijd.

,,Wat wil je eigenlijk?”, vraagt het meisje. Weer zo’n kutvraag. Wat wil ik eigenlijk? Zelfs bij de hoeren zou ik het antwoord niet weten. ,,Doe maar zoals altijd”, zeg ik.

Ik zie mijn hoofd voor mijn ogen veranderen. Ongelooflijk. Ik weet dan misschien niet wat ik wil, maar ik weet heel goed wat ik niet wil, en vreemd genoeg weet de kapster dat ook want dat is precies wat ze altijd met mijn haar doet. De kapsters van de wereld hebben het initiatief in handen maar ze doen er geen flikker mee.

Terwijl mijn hoofd best een beetje lekker mag blijven. Over twee uur landt Marion op Schiphol en ze moet me op z’n minst herkennen.

– ,,Waar studeer je eigenlijk op af?”, vraagt de kapster, terwijl ze mijn favoriete krul onthoofdt.

– ,,El Niño”, zeg ik. Ze knikt begrijpend. Ik heb geen zin om het uit te leggen. El Niño, Het Kerstkind, het kutkind, de gekgeworden golfstroom van de Stille Oceaan. Oorzaak van de stormen in Zuid-Amerika, de bosbranden in Australië, de sneeuw in Madrid, de potvissen op Texel, de roos in mijn haar. Eén grote oorzaak met duizenden subtiele gevolgen, tot in de uithoeken van de wereld. Alles komt voortaan door El Niño. Ik ben jaloers. Zelf wacht ik al jaren op één groteoorzaak met duizenden subtiele gevolgen, tot in de uithoeken van mijn leven. Het zou het zoveel makkelijker maken.

Ik reken af en stap naar buiten. Over de Markt, langs de kerstboom richting Kobus Kuch, richting de grote afspraak met Joost. Er valt wat sneeuw, maar op de grond liggen alleen hoopjes grauwe ellende langs de stoepranden. Het is lang geleden dat ik witte sneeuw gezien heb. Ik sta er te laat voor op tegenwoordig. Vroeger was ik vroeg genoeg om het spul te kunnen zien zoals het bedoeld is, puur en onbevlekt, dus nog voordat het verkracht is door auto’s en strooiwagens.

Als ik het tochtgordijn van Kuch opzij schuif voel ik de kou heel even mee naar binnen stromen, voor de laatste rilling. Het is vol, met een mengeling van Belgische en Elfstedentochtgezelligheid. Joost zal er waarschijnlijk al zijn. Ik ben meestal te laat. Laatkomen geeft me de illusie dat ik m’n tijd goed gebruik. Dan zie ik hem. Redelijk hetzelfde gebleven. Grote kop, grote grijns, grote bek.

– ,,Hé lul man! Hier zit ik!”

Joost denkt dat hij zijn identiteit kan camoufleren door hem juist te overdrijven. De mensen moeten dan denken: Die vent doet wel heel overdreven yupperig, hij zal vast geen yup zijn. Maar zo denken de mensen niet. Ze denken: die vent doet heel yupperig, dus dat zal wel een yup zijn. De mensen denken meestal simpeler dan je denkt.

– ,,Zo eikel, lekker op tijd natuurlijk”, zegt Joost als ik voor hem sta. ,,Maar ja, jij woont ook op minstens honderd meter hiervandaan. Terwijl ik maar uit Californië heb hoeven komen. Gaat het?” We schudden handen, best hard. Ik ga zitten, we krijgen bier. We toosten.

– ,,Goeiemorgen”, zeg ik.

– ,,Kut he”, zegt Joost. Dat is zijn toost. ,,Op de volgende tweeduizend.”

Oorspronkelijk hadden we precies op de eeuwwisseling afgesproken. Oudjaar 1999, ergens in een blokhut in de Rocky Mountains, met onze vrouwen, eventuele kinderen en honden, dat was zo%n beetje het idee geweest. We hadden die afspraak gemaakt toen we elkaar een half jaar kenden en we goede vrienden waren. Want het jaar tweeduizend, dat begin je met je beste vrienden, dachten we. Een tijdje later had ik de afspraak weer verbroken. Want het jaar tweeduizend, dat begin je met je beste vrienden, vond ik. Joost was nog steeds een goede vriend maar ik wilde de mogelijkheid open houden dat ik betere vrienden tegen zou komen. Ik wil altijd mogelijkheden openhouden. Als ik een partner nodig heb voor een kerstdiner wacht ik tot de dag zelf; want je weet maar nooit of je in de trein of in de supermarkt misschien de grote heldin tegenkomt die je het liefst bij je kerstdiner zou willen hebben. Die heldin kom je nooit tegen natuurlijk. Dus bel je een uur voor het diner alsnog gewoon je vriendin op, die dan natuurlijk niet meer kan, waarna je hooguit nog een vijfde-keus reserve kunt regelen om daarmee net iets te laat op het diner te verschijnen. Ik streef te onbereikbaar, denk ik. Ik bedoel, ik weet niet eens waarnaar ik streef, dus dat lijkt me redelijk onbereikbaar. En dan krijg je wel heel bereikbare dingen in handen, uiteindelijk.

Maar goed, de jaar-2000-afspraak met Joost had ik dus afgezegd. In plaats daarvan had ik een slap aftreksel bedacht: we spraken af op de dag dat we elkaar precies tweeduizend dagen zouden kennen. Het handige van zo’n deal is dat je die met iedereen kan maken, vooropgesteld dat je niet teveel mensen op dezelfde dag leert kennen. Maar tot nu toe had ik alleen met Joost zo’n afspraak, en die was dus vandaag.

Ballet

– ,,Inge komt rechtstreeks naar Bergen%%, zegt Joost. ,,Dus die zien we vanavond wel. En jij neemt dus Marion mee? Wat gezellig. Ik ga wel met je mee naar Schiphol straks om haar op te halen.%% Hij zet zijn lege glas aan zijn mond om een grijns te verdoezelen.

Joost is de ontdekker van Marion. Ik kreeg haar daarna min of meer in de schoot geworpen. Het gebeurde toen ik Joost een half jaar kende en hij de auto van zijn vader voor een weekje te leen kreeg. ,,We moeten weg uit dit aquarium”, zei hij toen ik hem op een avond tegenkwam op de sociëteit. ,,We zijn alleen maar rondjes aan het zwemmen hier en zijn zo tevreden als goudvissen, want elke dag vergeten we het rondje van de vorige dag. Ik houd niet van rondjes. Ik houd wel van beweging, maar het moet ergens toe leiden. We moeten ergens heen. En ik heb de wagen van m’n pa, man! Een dikke Volvo. Morgen om twaalf uur sta ik bij je voor de deur.”

Dus gingen we een week naar Frankrijk, ‘voor de wijven en de goede gesprekken’. En die kwamen nog ook.

– ,,Wat wil je eigenlijk?%%, vroeg ik hem, de volgende avond, om een uur of zeven op een terras in Le Havre. Of all places.

– ,,Biertje lijkt me lekker.%%

– ,,Ik bedoel later. Wat wil je worden, wie wil je zijn, dat soort shit.%%

– ,,Regisseur. Hollywood, geld, roem, wijven. Jij?

Ik had toen nog geen hekel aan dat soort vragen. ,,Ik ga de wereld redden.%%

Joost grinnikte. ,,Ik ga mezelf redden. Lekker ding trouwens.”

Ze liep langs ons tafeltje. Een zomerjurkje. En het was nog niet eens zomer. Ze had haar haar opgestoken, maar niet alles, zodat er ook wat lokken gewoon naar beneden hingen, om een beetje te dansen in de zon. Ze had hoge hakken met blote voeten erin. Eigenlijk was ze sowieso nogal bloot, tenminste, voor de tijd van het jaar. Haar ogen waren scherp, niet zomaar twee holletjes met twee bolletjes erin, maar echte ogen, omlijst door jukbeenderen, wimpers, oogleden, wenkbrauwen, alles. En ze had een mond. Haar bovenlip was net een tikje opgekruld, zodat je net dat weerloze stukje lip kon zien dat je normaal gesproken niet ziet. Verlegen en geil tegelijk. Ik keek haar na totdat ze de hoek om was.

– ,,Holy shit%%, zei ik. ,,Dat waren dus de vrouwen. Nu nog een goed gesprek en we zijn klaar.%%

Joost keek me aan. Hij grijnsde. Hij grijnst altijd, maar dit was de grijns die voorafging aan een kansloos project. Joost had de neiging nogal aanpakkerig te zijn, vooral als het ging om kansloze projecten. Joost streefde naar het onbereikbare dat onder handbereik was. ,,Je weet het, ik houd niet van gemiste kansen%%, zei hij. ,,Zeker niet als ze in zo%n zomerjurkje lopen. We moeten erachteraan. Liever spijt van dingen die ik wel gedaan heb dan van dingen die ik niet gedaan heb.%% Hij wachtte mijn reactie niet eens af en stond op. Hij wist dat ik toch wel zou volgen.

We liepen een kwartier achter haar aan, op veilige afstand overleggend hoe we die afstand wat minder veilig moesten gaan maken. Toen ging ze een klassiek uitziend gebouw binnen. Académie, stond erop, in Romeinse letters.

– ,,En nu?%% vroeg ik.

Joost liep naar binnen. Ik liep naar binnen. In een marmeren hal kwam een klein mannetje op ons af. Hij vroeg wat we wilden. We wilden naar de classe, zei Joost. Dan moesten we op de derde verdieping zijn, zei het mannetje. Hij maakte er een soort buiginkje bij. Sommige mensen zijn zo klein dat ze alleen maar nog kleiner willen worden. Op de derde verdieping liepen we het gebouw rond. De meeste gangen waren donker, de meeste deuren op slot. We maakten wat Hollandse herrie, om onszelf op ons gemak te stellen. Nergens iemand te zien.

Net toen we weer naar beneden wilden gaan hoorden we de muziek, gedempt, alsof er een kussen op de luidspreker lag. Tsjaikovski. We volgden de klanken en kwamenvoor een verveloze deur uit, gesloten maar niet op slot. ,,En nu?%%, fluisterde ik weer. Het was zo%n omgeving waar je vanzelf gaat fluisteren. We stonden een kwartier voor de dichte deur. Het leek erop dat hij niet vanzelf open zou gaan. In dat soort gevallen wint de deur, wat mij betreft, en ga ik ervandoor. Joost niet. Na een tijdje opent hij de deur gewoon. Hij wil weten wat erachter zit.

We belandden in een soort kleedkamer. Rechts werd de ruimte afgesloten door een zwaar gordijn, dat de muziek gevangen hield die daarachter galmde. Links hingen kleren aan kapstokjes. Vrouwenkleren. Ik voelde me ongemakkelijk. Joost juist niet.

– ,,We weten genoeg%%, zei ik. ,,We kunnen gaan.%%

– ,, We weten nog niks%%, zei Joost. ,,Het ging me niet om haar kleren.%% En voordat ik het in de gaten had pakte hij het gordijn theatraal beet en schoof het opzij en stapte de muziek binnen en was verdwenen. Dat deed hij gewoon. Ik haalde diep adem, repeteerde wat Franse excuses en glipte toen maar achter hem aan, richting de muziek.

Ik kwam in een soort zaaltje en zag een stel meisjes, een spiegelwand en een parketvloer, vooral een parketvloer, want daarop probeerde ik me te concentreren. ,,Bonjour%%, hoorde ik Joost zeggen. Iemand antwoordde hem met verbaasde geamuseerdheid. Een twinkelende stem. Ik durfde weer op te kijken. Het was onze droomvrouw, nog steeds in zomerjurkje. Verder waren er nog een stuk of twintig andere meisjes in balletpakjes, die allemaal midden in een sprong of een pirouette waren bevroren, en ons aankeken alsof we twee wildvreemden waren die net een balletklasje in Le Havre waren binnengevallen. Joost was inmiddels aan het uitleggen dat ik aan de balletacademie van Amsterdam verbonden was met de specialisatie Buitenland. ,,Dus nu komen we kijken hoe het hier gaat, snapt u.%% Joost grijnsde me toe. Het meisje vroeg of ik misschien mee wilde dansen. Ik wees demonstratief naar mijn benen en schudde mijn hoofd. ,,Geblesseerd%%, zei ik, ernstig, alsof ik net op een landmijn was gestapt. Daar had ik me aardig uit gered, leek mij. Wie is je favoriete danser, vroeg het meisje enthousiast. Ik fronste mijn voorhoofd. Moeilijk om te kiezen uit al mijn helden, lachte ik, terwijl ik me koortsachtig een naam voor de geest probeerde te halen. Ik keek haar vragend aan. Achter haar hing een arti zwart-wit poster van een man in een maillot. ‘Nijinsky vive%, stond erop. ,,Nijinsky%%, zei ik, barstend van opluchting, waardoor er wat kloddertjes speeksel door de lucht vlogen. ,,Twee weken geleden nog gezien, wat een geweldige techniek%%, voegde ik er overmoedig aan toe. Had ik me weer aardig uit gered, leek mij. Het meisje knikte vrolijk. ,,Nijinsky is al vijftig jaar dood%%, zei ze. Dat was mijn kennismaking met Marion.

Broeierig

Vreemd genoeg werd het nog wat met haar ook. Zo volmaakt kansloos mooi was ze dat ik me echt geen illusies hoefde te maken, en waarschijnlijk juist daardoor lukte het toch, en voor het eerst ooit werd ik verliefd. Anderhalf jaar lang zagen we elkaar een paar keer per maand en de seks was gezellig en we konden goed lachen. We praatten nooit meer over ballet.

– ,,Zie je haar nog vaak eigenlijk?%%, vraagt Joost. We zijn op weg van Kobus Kuch naar het station. Het is gaan waaien. Er klinken wat losse lege knallen door de stad.

– ,,Vorig jaar voor het laatst, met jou. Dat feest. Het was nog steeds geweldig, maar ik ben een beetje ranzig geweest de laatste tijd en daardoor heb ik haar niet meer gezien. Maar dit diner leek haar weer leuk. Volgens mij wordt het wel lekker sentimenteel op Schiphol straks.%%

– ,,Hm. Supermooi feest was dat, inderdaad. Ik heb toen ook weer goed gelachenmet haar. Lekker ding ook nog steeds.%% Hij kijkt me aan. ,,Volgens mij vindt ze mij ook wel leuk. Ik bedoel… je weet wel wat ik bedoel.%% Ik weet niet wat hij bedoelt. Ik weet alleen dat het allemaal wat broeierig was, een jaar geleden. Maar misschien is dat onvermijdelijk. Waarschijnlijk hebben vrienden dat vaker, dat ze voor hetzelfde meisje gaan. Misschien ben je überhaupt pas vrienden als je voor hetzelfde meisje gaat.

We komen aan op het station. In de hal staat een groepje rokkostuums bij elkaar. Er zweven ook wat galajurken rond. ,,Grappig eigenlijk%%, zegt Joost. ,,Mannen maken zich voor een feest zo uniform mogelijk terwijl vrouwen juist de verschillen benadrukken door allemaal een andere jurk aan te trekken. Wat weer bewijst dat vrouwen het uiterlijk van mannen minder belangrijk vinden dan andersom en dat is niet positief bedoeld. Het gevolg is namelijk dat mannen makkelijker inwisselbaar zijn. Iedereen die aardig en grappig is maakt bij elke vrouw een kans. Ook bij Marion, om maar iemand te noemen.%%

– ,,Houd je bek%%, zeg ik. Hij houdt zijn bek. De trein stopt. De rokkostuums stappen in, wij ook.

– ,,Wanneer studeer je eigenlijk af?%%, vraagt Joost als we door de tunnel van Rijswijk rijden. ,,En wat wil je eigenlijk?%%

Ik antwoord niet. ,,Kom op%%, probeert hij. ,,Je hebt inmiddels toch wel een idee wat je gaat doen? Waar is je ambitie? Moet de wereld niet meer gered worden?%%

– ,,Ik wil mezelf redden, inmiddels%%, zeg ik maar. ,,Ambitie? Mijn kansen zijn voorbij. Voor ambities moet je keuzes kunnen maken. Ik bedoel: om vioolspeler te worden moet je op je zesde al daarvoor kiezen. Voor voetballer hooguit op je twaalfde. Voor wetenschapper rond je twintigste. Daarna blijven er nog wat surrogaat-ambities over: manager, politicus misschien. Dat is je laatste kans. Maar zelfs daarvoor moet je kiezen. Daar heb ik een hekel aan. Ik wil mogelijkheden open houden.%%

– ,,Wat een gelul. Een mens kan niet zonder ambitie. Je moet toch ergens voldoening uit halen?%%

– ,,Alsof ambitie voldoening geeft. Ambitie is iets voor strebers en strebers bestaan er maar in twee soorten: dom of ontevreden. Intelligent en tegelijkertijd tevreden bestaat niet. Er is namelijk altijd ergens iemand te vinden, die beter en jonger is dan jijzelf. Wanneer je dat beseft ben je ontevreden. Wanneer je dat niet beseft ben je dom.%%

– ,,Je bent gewoon altijd besluiteloos geweest en dat gooi je nu op intelligentie. Bull shit. Het gaat er niet om dat anderen beter zijn. Daar moet je niet naar kijken. Het gaat erom dat anderen slechter zijn, daar haal ik voldoening uit. Het gaat er alleen maar om niet te mislukken%%, zegt Joost.

– ,,Je mislukt altijd. Op je vijftigste heb je een midlife crisis. Waarna je wanhopig gaat proberen alsnog wat voldoening bij elkaar te schrapen. Uit je gezinnetje enzo.%%

– ,,Beter op mijn vijftigste dan op mijn vijfentwintigste. Volgens ben jij nu al een wandelende midlife crisis. Beetje vroeg lijkt mij.%%

– ,,Prima toch? Een midlife crisis kan niet vroeg genoeg komen. Des te eerder kan je je met leuke dingen gaan bezighouden.%%

– ,,Dus nu al een gezinnetje? Lul toch niet zo krom, man.%%

– ,,Niks kroms. Ik zou er nooit zelf aan beginnen, maar als er nu een leuke vrouw bij me op de stoep zou staan met zo%n levend pakketje in haar armen, zo van sorry, er is iets misgegaan, dan zit ik misschien een paar seconden stuk, maar daarna ben zou ik er helemaal klaar voor zijn. Echte voldoening, die zomaar aan komt waaien.%%

– ,,Lul. Dat wordt dan ook nog een endlife crisis voor jou. Een tijd van grote spijt. Je vrijheid! Zolang je kan bewegen moet je ook bewegen. Een kind, dat is verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid is stilstand. Kinderen zouden mijndood zijn, op z%n minst figuurlijk. Wees vrij.%%

– ,,Vrijheid is voor de vogels.%%

– ,,We zijn er.%%

De ontvangst

De ontvangsthal op Schiphol heeft een hoog Endemol-gehalte. Met kerst komt dan ook de kerst er nog eens bovenop. Sentiment volgens het boekje. Er wordt veel gewerkt met tranen en bloemen enzo. Er zit ook een leuk verrassingselement in doordat je de arriverende passagiers niet al ver van te voren ziet aankomen, maar pas op het laatste moment. Dan komen ze heel abrupt uit een opening in een matglazen wand tevoorschijn. Daardoor krijgt het weerzien ook een beetje een dating-show-effect. Je moet elkaar bijna blind in de armen vliegen, zonder dat je even goed kan kijken hoe dat gezicht er nou precies uitziet waarmee je vol op de bek gaat. Om dat te voorkomen ga ik een beetje achteraf staan.

En plotseling staat ze daar. Mooi als altijd en als nooit tevoren, in een zwarte lichaamsjurk. Dat is een jurk in de vorm van het lichaam. Ze heeft net een reis achter de rug, maar ze ziet er helemaal niet uit als een reiziger. Reizigers zijn verwilderd en geslachtsloos, en schommelen onder het gewicht van zo’n rinkelende bochel op hun rug. Marion is strak en vrouwelijk en ze staat doodstil. En ze heeft geen bult op rug, maar op haar buik. Daar heeft ze zo’n buikbuidel met een baby erin.

Ik ben nooit goed geweest in emoties. Ik bedoel ik heb ze wel, maar ze komen nooit echt lekker over. Dat komt doordat ik emoties altijd speel terwijl ik niet zo goed kan spelen. Als ik blij ben, vragen mensen vaak bezorgd wat er aan de hand is. Als ik kwaad ben op iemand denkt die persoon dat ik een grap vertel. En als mijn vriendin plotseling met een kind voor me staat, en ik na een kleine schok een en al inwendige glimlach ben, dan denkt ze dat ik geschrokken ben.

– ,,Maak je geen zorgen%’, zegt ze. ,,Maak je geen zorgen.%%

Ik maak me geen zorgen. Natuurlijk maak ik me geen zorgen. Holy shit. Huist niet. Ongelooflijk, het bestaat dus echt. Mijn toekomst. Zo bij me in de schoot geworpen. Uit haar schoot. Ik zoen haar, ik zoen het kind. Ik neem de baby van haar over. Wat een lekker ding. Ik zoen haar weer, en zie in haar ogen mooi moedersgeluk. We zijn lekker kitscherig zo met z%n drieën. Fantastisch. Dit is de show waar iedereen hier op stond te wachten, en ze kunnen hem krijgen. En het is nog kerst ook. Dan pakt ze het kind weer van me af. ,,Sorry hoor. Ik moest hem wel meenemen. Dat was natuurlijk niet helemaal tactisch, maar het ging me een beetje om de confrontatie. Maar goed, jij hoeft je dus geen zorgen te maken. Het is tenslotte niet van jou.%%

Het is niet van mij. Mijn toekomst is niet van mij. Ik begin een beetje te wankelen en probeer haar blik te pakken, maar krijg geen houvast. Haar ogen glijden langs mijn gezicht, en dan over mijn schouder, en ik weet eigenlijk meteen wie ze daar zoekt. Zonder om te kijken zie ik de grijns op Joosts gezicht verstarren.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.