Campus

De studentenraad wil inspraak

Bij de verkiezingen voor de facultaire studentenraden stellen zich aan de TU in totaal 230 studenten kandidaat. Delta stelde aan een kwart hiervan (66) een aantal zinnige en onzinnige vragen.


Enquête

Bezit je aandelen of opties, bijvoorbeeld, is zo’n onzinnige vraag. Twaalf procent van de ondervraagde kandidaten blijkt actief op de beursvloer. Natuurlijk is dat niet relevant, maar behalve politieke voorkeur en motivatie hoopten we ook een sociaal-economisch profiel van de studentenraadsleden in spé te krijgen.

De familie Doorsnee studeert hier niet, maar gooien we alles op een hoop dan is de gemiddelde leeftijd van het aankomende studentraadslid 21,4 jaar. Hij/zij is gemiddeld 3,3de jaars, drinkt tijdens een gezellige avond ruim tien glazen bier en huurt een kamer van 16,7 vierkante meter. Dat is best veel, als je bedenkt dat enkele van de kandidaten hun anker op zes vierkante meter hebben uitgegooid en slechts een enkeling de show steelt met 42 uitgestrekte vierkante meters.

Is u lid? Het viel te verwachten met zo’n organisatiegraad. Meer dan de helft van de kandidaten is lid. Meest genoemd: Corps en Jansbrug. Niet opvallend, maar het verband bestaat niet voor niets: bijna alle ondervraagde Corps-leden stemden tijdens de landelijke verkiezingen VVD. Sorry jongens, maar de voorkeur voor links blijkt toch sterker. Bekijk de taart nog eens en concludeer samen met ons dat het CDA nauwelijks een rol speelt in Delftse studentenkringen.

Erg sportief overigens van de respondenten om hun politieke voorkeur te geven (een enkeling ‘zegt het liever niet’) en daarbij ook nog eens de eigen inkomenspositie en het beroep van de ouders te noemen. Ja, ja, alles anoniem (de gegevens hebben inmiddels hun weg in de shredder gevonden). Hieruit blijkt dat de meeste studenten een ouderlijke bijdrage (in plaats van een lening) ontvangen als de ouders hoger opgeleid zijn.

Het aantal studenten dat afkomstig is uit een lager opgeleid nest is op één hand te tellen. Opvallend veel ouders zijn werkzaam in de gezondheidszorg (artsen) en het onderwijs. Vaders zijn vaak ingenieur en het beroep van huisvrouw blijft van alle tijden (circa de helft van alle moeders plus één man).


Sociale druk

Gemiddeld heeft het kandidaat-raadslid per maand 1179 gulden te besteden. Dat is veelal opgebouwd uit de basisbeurs (425), een ouderlijke bijdrage (gemiddeld 450, meestal de huur van de kamer) en bijverdiensten. Bijklussende studenten die per maand de tweeduizend ‘raken’, zijn geen zeldzaamheid.

Wat dit voor invloed op het studietempo heeft? Op de vraag ofu op schema ligt, antwoordt slechts een enkeling dat hij of zij nominaal studeert. Het gros van de ondervraagden ligt wat achter (een kwartaal à half jaar). En dan is er nog de niet te verwaarlozen categorie die de studie een jaar stillegt om zich actief te maken in ruil voor een bestuursbeurs van de TU (600 gulden). Dat is wel wat anders dan voor 80.000 gulden per jaar het millennium-probleem oplossen.

Wat lokt in de studentenraad? Inspraak dus. Ruim een derde van de ondervraagden wil invloed uitoefenen. Vaak gehoord: om het onderwijs te verbeteren. Maar betrokkenheid met de faculteit, inhoudelijke interesse en ervaring opdoen – of een combinatie van deze – scoren ook goed. Bijna kwart van de ondervraagden is gevraagd als lijstduwer op te treden; hier regeert de sociale druk.

Wat Der Spiegel en de Hoger Onderwijs Keuze Gids al eerder constateerden, duikt ook hier weer op. Gemiddeld geeft de TU-student de universiteit als rapportcijfer een 6,8. Dat is niet buitensporig hoog en misschien wel reden temeer de studenteninspraak hoog te houden.

,,,,


Enquête

Bezit je aandelen of opties, bijvoorbeeld, is zo’n onzinnige vraag. Twaalf procent van de ondervraagde kandidaten blijkt actief op de beursvloer. Natuurlijk is dat niet relevant, maar behalve politieke voorkeur en motivatie hoopten we ook een sociaal-economisch profiel van de studentenraadsleden in spé te krijgen.

De familie Doorsnee studeert hier niet, maar gooien we alles op een hoop dan is de gemiddelde leeftijd van het aankomende studentraadslid 21,4 jaar. Hij/zij is gemiddeld 3,3de jaars, drinkt tijdens een gezellige avond ruim tien glazen bier en huurt een kamer van 16,7 vierkante meter. Dat is best veel, als je bedenkt dat enkele van de kandidaten hun anker op zes vierkante meter hebben uitgegooid en slechts een enkeling de show steelt met 42 uitgestrekte vierkante meters.

Is u lid? Het viel te verwachten met zo’n organisatiegraad. Meer dan de helft van de kandidaten is lid. Meest genoemd: Corps en Jansbrug. Niet opvallend, maar het verband bestaat niet voor niets: bijna alle ondervraagde Corps-leden stemden tijdens de landelijke verkiezingen VVD. Sorry jongens, maar de voorkeur voor links blijkt toch sterker. Bekijk de taart nog eens en concludeer samen met ons dat het CDA nauwelijks een rol speelt in Delftse studentenkringen.

Erg sportief overigens van de respondenten om hun politieke voorkeur te geven (een enkeling ‘zegt het liever niet’) en daarbij ook nog eens de eigen inkomenspositie en het beroep van de ouders te noemen. Ja, ja, alles anoniem (de gegevens hebben inmiddels hun weg in de shredder gevonden). Hieruit blijkt dat de meeste studenten een ouderlijke bijdrage (in plaats van een lening) ontvangen als de ouders hoger opgeleid zijn.

Het aantal studenten dat afkomstig is uit een lager opgeleid nest is op één hand te tellen. Opvallend veel ouders zijn werkzaam in de gezondheidszorg (artsen) en het onderwijs. Vaders zijn vaak ingenieur en het beroep van huisvrouw blijft van alle tijden (circa de helft van alle moeders plus één man).


Sociale druk

Gemiddeld heeft het kandidaat-raadslid per maand 1179 gulden te besteden. Dat is veelal opgebouwd uit de basisbeurs (425), een ouderlijke bijdrage (gemiddeld 450, meestal de huur van de kamer) en bijverdiensten. Bijklussende studenten die per maand de tweeduizend ‘raken’, zijn geen zeldzaamheid.

Wat dit voor invloed op het studietempo heeft? Op de vraag ofu op schema ligt, antwoordt slechts een enkeling dat hij of zij nominaal studeert. Het gros van de ondervraagden ligt wat achter (een kwartaal à half jaar). En dan is er nog de niet te verwaarlozen categorie die de studie een jaar stillegt om zich actief te maken in ruil voor een bestuursbeurs van de TU (600 gulden). Dat is wel wat anders dan voor 80.000 gulden per jaar het millennium-probleem oplossen.

Wat lokt in de studentenraad? Inspraak dus. Ruim een derde van de ondervraagden wil invloed uitoefenen. Vaak gehoord: om het onderwijs te verbeteren. Maar betrokkenheid met de faculteit, inhoudelijke interesse en ervaring opdoen – of een combinatie van deze – scoren ook goed. Bijna kwart van de ondervraagden is gevraagd als lijstduwer op te treden; hier regeert de sociale druk.

Wat Der Spiegel en de Hoger Onderwijs Keuze Gids al eerder constateerden, duikt ook hier weer op. Gemiddeld geeft de TU-student de universiteit als rapportcijfer een 6,8. Dat is niet buitensporig hoog en misschien wel reden temeer de studenteninspraak hoog te houden.


Enquête

Bezit je aandelen of opties, bijvoorbeeld, is zo’n onzinnige vraag. Twaalf procent van de ondervraagde kandidaten blijkt actief op de beursvloer. Natuurlijk is dat niet relevant, maar behalve politieke voorkeur en motivatie hoopten we ook een sociaal-economisch profiel van de studentenraadsleden in spé te krijgen.

De familie Doorsnee studeert hier niet, maar gooien we alles op een hoop dan is de gemiddelde leeftijd van het aankomende studentraadslid 21,4 jaar. Hij/zij is gemiddeld 3,3de jaars, drinkt tijdens een gezellige avond ruim tien glazen bier en huurt een kamer van 16,7 vierkante meter. Dat is best veel, als je bedenkt dat enkele van de kandidaten hun anker op zes vierkante meter hebben uitgegooid en slechts een enkeling de show steelt met 42 uitgestrekte vierkante meters.

Is u lid? Het viel te verwachten met zo’n organisatiegraad. Meer dan de helft van de kandidaten is lid. Meest genoemd: Corps en Jansbrug. Niet opvallend, maar het verband bestaat niet voor niets: bijna alle ondervraagde Corps-leden stemden tijdens de landelijke verkiezingen VVD. Sorry jongens, maar de voorkeur voor links blijkt toch sterker. Bekijk de taart nog eens en concludeer samen met ons dat het CDA nauwelijks een rol speelt in Delftse studentenkringen.

Erg sportief overigens van de respondenten om hun politieke voorkeur te geven (een enkeling ‘zegt het liever niet’) en daarbij ook nog eens de eigen inkomenspositie en het beroep van de ouders te noemen. Ja, ja, alles anoniem (de gegevens hebben inmiddels hun weg in de shredder gevonden). Hieruit blijkt dat de meeste studenten een ouderlijke bijdrage (in plaats van een lening) ontvangen als de ouders hoger opgeleid zijn.

Het aantal studenten dat afkomstig is uit een lager opgeleid nest is op één hand te tellen. Opvallend veel ouders zijn werkzaam in de gezondheidszorg (artsen) en het onderwijs. Vaders zijn vaak ingenieur en het beroep van huisvrouw blijft van alle tijden (circa de helft van alle moeders plus één man).


Sociale druk

Gemiddeld heeft het kandidaat-raadslid per maand 1179 gulden te besteden. Dat is veelal opgebouwd uit de basisbeurs (425), een ouderlijke bijdrage (gemiddeld 450, meestal de huur van de kamer) en bijverdiensten. Bijklussende studenten die per maand de tweeduizend ‘raken’, zijn geen zeldzaamheid.

Wat dit voor invloed op het studietempo heeft? Op de vraag ofu op schema ligt, antwoordt slechts een enkeling dat hij of zij nominaal studeert. Het gros van de ondervraagden ligt wat achter (een kwartaal à half jaar). En dan is er nog de niet te verwaarlozen categorie die de studie een jaar stillegt om zich actief te maken in ruil voor een bestuursbeurs van de TU (600 gulden). Dat is wel wat anders dan voor 80.000 gulden per jaar het millennium-probleem oplossen.

Wat lokt in de studentenraad? Inspraak dus. Ruim een derde van de ondervraagden wil invloed uitoefenen. Vaak gehoord: om het onderwijs te verbeteren. Maar betrokkenheid met de faculteit, inhoudelijke interesse en ervaring opdoen – of een combinatie van deze – scoren ook goed. Bijna kwart van de ondervraagden is gevraagd als lijstduwer op te treden; hier regeert de sociale druk.

Wat Der Spiegel en de Hoger Onderwijs Keuze Gids al eerder constateerden, duikt ook hier weer op. Gemiddeld geeft de TU-student de universiteit als rapportcijfer een 6,8. Dat is niet buitensporig hoog en misschien wel reden temeer de studenteninspraak hoog te houden.