Onderwijs

De Staat van het Onderwijs: Inspectie is teleurgesteld

Toegenomen uitval, taalproblemen, sociale onveiligheid in het hoger onderwijs; er branden vele rode waarschuwingslampjes in het jaarlijkse rapport van de Onderwijsinspectie.

(Foto: Thijs van Reeuwijk)

“We zijn best wel teleurgesteld”, zegt inspecteur-generaal Alida Oppers tijdens een interview. Voordat zij haar zegje doet, eerst de negen belangrijkste punten uit het rapport op een rij.

  • Uitval neemt toe
    Er beginnen minder studenten aan hogescholen en universiteiten. Bovendien haken meer studenten in het eerste studiejaar af. De coulance van de coronatijd speelt mee: de uitval in het tweede jaar is ook flink gestegen.
  • Blinde vlekken in kwaliteitsbewaking…
    De keuring van opleidingen heeft blinde vlekken. Er is bijvoorbeeld nauwelijks aandacht voor de gevolgen van internationalisering en de taalvaardigheid van studenten. Zulke blinde vlekken kunnen “het maatschappelijk vertrouwen in de kwaliteit van het hoger onderwijs en deze vorm van accreditatie aantasten”.
  • … en gesprekken met keurmeesters vaak niet openbaar
    Opleidingen worden niet alleen gekeurd, maar krijgen ook tips voor verbetering van het onderwijs. Die tips moeten ze openbaar maken, maar dat doen veruit de meeste opleidingen niet.
  • Schrijfvaardigheid moet beter
    Het kabinet moet helder maken hoe opleidingen de taalvaardigheid van hun studenten moeten bevorderen. Vooral in Engelstalige opleidingen krijgen studenten weinig kans om hun Nederlandse taalbeheersing te verbeteren.
  • Meer hulp bij stages verwacht
    Drie op de tien studenten geeft een onvoldoende voor de stagebegeleiding vanuit de opleiding. Veel studenten hebben bovendien moeite met het vinden van een stage en vinden dat ze daarbij te weinig hulp krijgen. Ook stagediscriminatie is een probleem, meldt 8 procent van de studenten.
  • Medezeggenschap moet anders
    Het lukt maar niet om studenten warm te krijgen voor de medezeggenschap. En dat terwijl de politiek zulke hoge verwachtingen heeft van de inspraak. Misschien moet de medezeggenschap fundamenteel anders, “meer passend bij de huidige tijd”.
  • Sociale onveiligheid
    Vooral de kunstopleidingen hebben beleid gemaakt om de sociale veiligheid te verbeteren, maar werkt dat ook in de praktijk? Daar is nog te weinig aandacht voor.
  • Ongelijkheid door inkomen niet vergroot
    Er komen minder kinderen uit arme gezinnen naar het hoger onderwijs – en nóg minder naar opleidingen die aan de poort selecteren – maar het goede nieuws is dat deze kinderen binnen de opleidingen ongeveer net zoveel kans maken als andere studenten.
  • Wet is verouderd
    De Wet op het hoger onderwijs en onderzoek piept en kraakt. Toen hij werd geschreven, was het hoger onderwijs nog lang niet zo geïnternationaliseerd en ook digitaal onderwijs bestond nog niet.

Om met dat laatste te beginnen: al enkele jaren waarschuwt de inspectie dat de Wet op het hoger onderwijs en onderzoek piept en kraakt. De politiek moet in beweging komen, is de boodschap. “We zijn best wel teleurgesteld”, zegt inspecteur-generaal Alida Oppers tijdens een interview. “We schrijven dit al voor de derde of vierde keer.”

‘Maar weinig studenten weten wat een opleidingscommissie is’

“De waarschuwing die boven het rapport hangt, is dat we op onze zaak moeten passen”, zegt Oppers. De problemen met taalvaardigheid van studenten, met het toezicht op de kwaliteit van opleidingen, met het broze draagvlak voor de medezeggenschap… Het is allemaal wel bekend. Maar wanneer gebeurt er iets mee?

Neem bijvoorbeeld die kwaliteitsbewaking. In het verleden klonken in de politiek vaak sussende woorden: alle opleidingen in het hoger onderwijs zijn geaccrediteerd door kwaliteitsbewaker NVAO, dus die zijn allemaal in orde. “Maar als de opleidingen geaccrediteerd zijn, ben je er dan?”, vraagt Oppers zich hardop af.

Hoopvol
Volgens haar begrijpt minister Dijkgraaf de kritiek wel, want die werkt al maanden aan een omvangrijke toekomstverkenning. “Wat wij hoopvol vinden, is dat hij op een fundamenteel niveau wil kijken hoe het hoger onderwijs functioneert. Dat is echt nieuw. We zijn vol verwachting wat het op zal leveren.”

Naast Oppers zit Susanne Rijken, inspecteur hoger onderwijs. Samen onderstrepen ze waarom de Wet op het hoger onderwijs achterhaald raakt. “Die stamt uit een tijd dat er nauwelijks internationale studenten waren en dat digitaal onderwijs niet bestond”, zegt Rijken.

Problemen met internationalisering speelden toen nog niet. Bij accreditaties komt dat onderwerp ook niet echt aan bod, zoals er in de kwaliteitsbewaking wel meer blinde vlekken zijn. Er wordt bijvoorbeeld ook nauwelijks gekeken naar de stages, terwijl daar volgens de inspecteurs nog een wereld te winnen valt.

Politieke keuze
En dan zijn er ook nog plannen om die kwaliteitsbewaking meer aan universiteiten en hogescholen zelf over te laten, via ‘instellingsaccreditatie’. Ze moeten dan zelf de kwaliteit van hun onderwijs keuren, terwijl de overheid alleen nog kijkt of ze dat netjes doen. “Het is een politieke keuze”, zegt Oppers. “Het wordt dan bijvoorbeeld moeilijker om als overheid te zeggen: we willen scherper naar taalbeheersing of internationalisering kijken. Maar als je dat niet zo belangrijk vindt, dan kun je het ook wel aan de instellingen zelf overlaten.”

De politiek schuift sommige onderwerpen – bijvoorbeeld sociale veiligheid en studentenwelzijn – door naar de medezeggenschap. Maar komt het dan in orde? Die medezeggenschap staat óók onder druk, constateert de inspectie. Er zijn maar weinig studenten die weten wat een ‘opleidingscommissie’ is of waar die zich mee bezighoudt. Rijken: “Dat hebben we tien jaar geleden ook al geconstateerd. Er is van alles geprobeerd, er is van alles bedacht: hoe krijgen we studenten warm voor de medezeggenschap? En het blijft hetzelfde.”

‘Wij houden alleen een spiegel voor’

Dus schrijft de inspectie dat er “alternatieve mogelijkheden zijn voor de inrichting van de medezeggenschap, wellicht meer passend bij de huidige tijd”. Misschien moet je denken aan nieuwe vormen van ‘burgerparticipatie’ via digitale oplossingen, speculeert Rijken. Het punt is vooral: het moet eigenlijk fundamenteel anders, want dit werkt niet goed.

Schokkend
Het gaat allemaal niet vanzelf, ziet de inspectie. Instellingen gaan graag verder op de ingeslagen weg. Kijk maar naar selectie in het hoger onderwijs. Die selectieprocedures zijn slecht onderbouwd, meldde de inspectie eerder dit jaar. Eigenlijk doet iedereen maar wat, terwijl opleidingen met selectie wel aan de kansengelijkheid morrelen.

“Wij vinden dat schokkend”, zegt Oppers. “Een van de problemen is dat opleidingen vaak niet nadenken over de gevolgen voor de kansengelijkheid. Wat is de bias in hun procedure? In hoeverre kunnen ze hun keuzes verantwoorden? Dat vinden ze lastige vragen. En ondertussen wordt er steeds meer geselecteerd!”

Moet de inspectie dan niet optreden, als de kwaliteit van het hoger onderwijs onder druk staat? “Met De Staat van het Onderwijs houden wij een spiegel voor”, zegt Oppers. “Maar wij zijn niet degenen die de problemen kunnen oplossen. Dat moeten de instellingen en opleidingen uiteindelijk zelf doen.”

HOP, Bas Belleman

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.