Opinie

De staat van het klimaat

De aarde warmt op, daar is iedereen het wel over eens. Maar hoeveel en of dat door de mens komt is een kwestie van interpretatie, vinden klimaatsceptici als journalist Marcel Crok.

Misschien leidt de CO2-uitstoot vanwege fossiele brandstoffen tot een broeikaseffect, misschien ook niet. Sterker nog, misschien is die uitstoot wel noodzakelijk om de komst van een nieuwe ijstijd uit te stellen. Het klimaat is een niet goed begrepen systeem met talloze parameters. Wiskundigen weten het dan al wel: het kan net zo goed extreem stabiel zijn als bij een kleine fluctuatie ineens ontzettend uit de hand lopen.

Bij gebrek aan mathematische zekerheid moeten we het doen met de consensus van wetenschappers die er verstand van hebben. Die consensus is dat de aarde opwarmt door menselijk toedoen. Of wacht, consensus? Een kleine groep tegendraadse wetenschappers verzet zich tegen die conclusie en tamboereert luidruchtig op fouten in de IPCC-rapporten (IPCC: Intergovernemental panel on climate change) die de tendens van het internationale onderzoek samenvatten.

Als er één journalist in Nederland recht van spreken heeft op dit terrein is het Marcel Crok. Hij heeft zich jaren vastgebeten in het onderwerp, met een reeks van artikelen in het tijdschrift Natuurwetenschap & Techniek. Zijn boek, ‘De staat van het klimaat’, is dan ook een doorwrocht betoog over methodologische fouten in de IPCC-rapporten.

Twee dingen staan daarbij centraal. Ten eerste de zogenoemde hockeystick, een grafiek die aan de hand van boomringen zou aantonen dat de temperatuur op aarde na honderden stabiele jaren de laatste eeuw plotseling sterk gestegen is, maar waar sceptici de nodige gaten in geschoten hebben. Ten tweede ‘climategate’, een reeks gelekte e-mails waaruit blijkt dat klimaatonderzoekers niet alleen duwen en trekken aan de data om die binnen het model te krijgen, maar ook een hekel hebben aan mensen die hen bekritiseren. Daarnaast blijkt regelmatig dat wetenschappers die geloven in een bepaalde hypothese (de aarde warmt op) een neiging hebben om onderzoek te verrichten dat zich specifiek richt op het bevestigen van die hypothese.

Het lukt Crok aardig om twijfel te zaaien over de de IPCC-rapporten. Helaas vereenzelvigt hij zich zo met de klimaatsceptici dat de neutrale lezer zich gaat afvragen of Crok niet zelf in de val getrapt is die hij zijn tegenstanders verwijt: selectief focussen op bewijsmateriaal dat de eigen positie onderbouwt. De vergelijking dringt zich bijvoorbeeld op tussen de hockeystickzaak en de affaire Hendrik Jan Schön, de nanotechnoloog die jaren lang kon knoeien met zijn data, omdat de resultaten voldeden aan de hypotheses van de vakgenoten die zijn artikelen moesten beoordelen. Dat mengsel van dubieus onderzoek en systematische fouten in het systeem van beoordeling eromheen is nooit aangegrepen om de complete nanotechnologie in twijfel te trekken.
Al met al is ‘De staat van het klimaat’ een oerdegelijke weergave van de klimaatsceptische argumenten, maar de boosheid spat her en der zo van de pagina’s dat de overtuigingskracht buiten de eigen parochie beperkt zal zijn.

Marcel Crok, ‘De staat van het klimaat’, Paradigma, pp. 333, 19,95 euro.

Smaakt dit naar meer? De besproken boeken zijn te vinden op de leestafel in de bibliotheek.

Medische radio-isotopen worden door ziekenhuizen gebruikt voor het opsporen en genezen van ziekten als kanker. Ze ontstaan nadat een grondstof, gewoonlijk een metaal of oxide, radioactief is gemaakt, bijvoorbeeld in een nucleaire reactor. Ze worden door de farmaceutische industrie verwerkt tot radioactieve geneesmiddelen, die maar voor korte tijd werkzaam zijn. Vandaar dat er geen voorraden kunnen worden aangelegd en er snel tekorten ontstaan.

De onderzoeksreactor van de TU Delft kan een deel van de Pettense productie overnemen en de levering aan Nederlandse ziekenhuizen veiligstellen. Het belangrijke medische isotoop molybdeen-99, gebruikt voor het opsporen van tumoren, is volgens het Reactor Instituut “vrij simpel en veilig” te produceren.

Omdat het aantal producenten van medische isotopen klein is en de levering kwetsbaar, onderzoekt de TU alternatieve productiemethoden die in kleinere reactoren kunnen plaatsvinden. Ook de Delftse reactor moet na wat aanpassingen breder inzetbaar worden.

De TU Delft heeft met diverse overheden overleg. Een woordvoerder benadrukt dat het Reactor Instituut alleen met de productie begint als daaraan voldoende behoefte bestaat. “Een reactor die medische isotopen produceert, heeft minder onderzoekscapaciteit – dat is de keerzijde van het verhaal.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.