Campus

De nieuwe mens van Guus Berkhout

Berkhout is back. Boos stapte de geofysicus dit voorjaar uit het college van bestuur. Om vervolgens hoogleraar ‘innovatiemanagement’ te worden bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM).

Even eigenwijs als altijd: ,,De wetenschap is toe aan een nieuwe mens.”

Waarom hebben universiteiten moeite om jong talent te interesseren voor een promotie-onderzoek? En hoe kan het dat Nederland, volgens het World Economic Forum, achterblijft met zijn innovatieve vermogen?

Volgens de kersverse innovatiedeskundige prof.dr. Guus Berkhout hebben beide problemen dezelfde oorzaak. Dat is de hokjesgeest die er in het Nederlandse onderzoek, maar ook in veel bedrijven en ministeries, sinds jaar en dag heerst. Op dit moment werken onderzoekers, toepassers en beleidsmakers volgens hem nog op grote schaal langs elkaar heen.

,,Innovatie kun je uitlokken, als je bereid bent om een al te smalle taakopvatting los te laten”, is Berkhouts overtuiging. Zo doet hij dat ook bij Schiphol. Hij overtuigde minister Netelenbos ervan om de luchthaven zelf meer verantwoordelijk te maken voor de manier waarop de geluidshinder beperkt wordt.

,,Dat is een prikkel om geluidsarm én veiliger te vliegen”, betoogt hij. ,,Men kan bepaalde vliegtuigtypen ontmoedigen en andere bevoordelen. Als meer luchthavens dit doen, geef je ook vliegtuigbouwers nieuwe prikkels om te innoveren.”

Met dit enthousiasme blijft Berkhout bruggen bouwen. De ene keer adviseert hij fabrikanten van auto-onderdelen die geconfronteerd worden met steeds veeleisender opdrachtgevers. De andere keer denkt hij mee over de economie van de Randstad die een kennisintensieve Delta-Metropool moet worden. En dan weer denkt hij bij de VVD mee over een efficiëntere overheid.

Tegen interdisciplinaire dwarsverbanden lijkt de Nederlandse samenleving zich nog steeds te verzetten. Berkhout zoekt de oorzaak in de historie: ,,Onze organisatiestructuren dateren van de industrialisatie, rond 1900. Dat was de tijd van de verregaande arbeidsdeling.”

,,Die specialisatie is steeds doorgegaan. In het beleid, en zeker ook in de wetenschap. Dat heeft successen gebracht. Maar nu zitten we met logge organisaties, waar iedereen in zijn eigen hokje gevangen zit. Je kunt aan alles zien dat dit model ongelooflijk gaat crashen.”

,,Eigenlijk zijn we toe aan een nieuwe mens”, verzucht hij, half grappend. ,,We moeten loskomen van dat hardnekkige territoriumgedrag.” Of dat lukt, hangt af van het onderwijs. Berkhout is een groot voorstander van project- of probleemgestuurd onderwijs, waar scholieren en studenten over vakgrenzen heen leren kijken om ‘geïntegreerde’ problemen op te lossen.

Geschokt

Dat brengt hem ook op de jonge onderzoekers, die op deuniversiteiten als kanonnenvlees worden ingezet op een smal taakgebiedje. ,,Dan zijn de universiteiten verbaasd dat ze hun wetenschappelijk talent moeilijk in huis kunnen houden. Maar waarom zou je de specialistische hobby van je hoogleraar gaan uitwerken?”

Bij de gezaghebbende wetenschapsorganisaties is dit besef volgens Berkhout nog niet doorgedrongen. Sinds enige tijd is hij bijvoorbeeld lid van de Akademie van Wetenschappen (Knaw). ,,Daar denkt men nog heel traditioneel. Ik heb er betoogd dat ook de natuurwetenschap steeds vaker maatschappelijk verantwoording zal moeten afleggen. Men was geschokt. Terwijl ik niet voor censuur pleit, maar alleen voor de openheid die zorgt dat wetenschappers veel meer hun tanden zetten in grote maatschappelijke vragen – die misschien complex zijn, maar ook buitengewoon relevant.”

Intussen trapt ook de technologiestimulering van de overheid nog in de valkuilen van overspecialisatie. Berkhout: ,,Er is 600 miljoen gulden aardgasgeld gereserveerd voor Ices-KIS, een investering in onderzoek in de komende jaren. Maar wat doet men? Men plaatst een algemene oproep, en krijgt 130 projectvoorstellen op een groot aantal deelterreinen – ter waarde van zes miljard gulden.”

,,Dat is pure geldverspilling! Men stuurt de wetenschappelijke wereld het bos in, terwijl u en ik in een kwartier zes actuele maatschappelijke thema’s kunnen bedenken waar de overheid top down samenhangende onderzoeksplannen voor kan vragen.”

De landelijke onderzoeksorganisatie NWO doet het volgens Berkhout beter. ,,Daar heeft men na uitgebreide discussie het lef gehad om enkele multidisciplinaire thema’s aan te wijzen die allemaal even actueel zijn, en die aansluiten bij de kennisportfolio van Nederland. Dat kan heel vernieuwend werken. Als men het geld maar niet weer volgens de verdelende rechtvaardigheid over eindeloos veel losse projectjes gaat verdelen.” (HOP)

Berkhout is back. Boos stapte de geofysicus dit voorjaar uit het college van bestuur. Om vervolgens hoogleraar ‘innovatiemanagement’ te worden bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM). Even eigenwijs als altijd: ,,De wetenschap is toe aan een nieuwe mens.”

Waarom hebben universiteiten moeite om jong talent te interesseren voor een promotie-onderzoek? En hoe kan het dat Nederland, volgens het World Economic Forum, achterblijft met zijn innovatieve vermogen?

Volgens de kersverse innovatiedeskundige prof.dr. Guus Berkhout hebben beide problemen dezelfde oorzaak. Dat is de hokjesgeest die er in het Nederlandse onderzoek, maar ook in veel bedrijven en ministeries, sinds jaar en dag heerst. Op dit moment werken onderzoekers, toepassers en beleidsmakers volgens hem nog op grote schaal langs elkaar heen.

,,Innovatie kun je uitlokken, als je bereid bent om een al te smalle taakopvatting los te laten”, is Berkhouts overtuiging. Zo doet hij dat ook bij Schiphol. Hij overtuigde minister Netelenbos ervan om de luchthaven zelf meer verantwoordelijk te maken voor de manier waarop de geluidshinder beperkt wordt.

,,Dat is een prikkel om geluidsarm én veiliger te vliegen”, betoogt hij. ,,Men kan bepaalde vliegtuigtypen ontmoedigen en andere bevoordelen. Als meer luchthavens dit doen, geef je ook vliegtuigbouwers nieuwe prikkels om te innoveren.”

Met dit enthousiasme blijft Berkhout bruggen bouwen. De ene keer adviseert hij fabrikanten van auto-onderdelen die geconfronteerd worden met steeds veeleisender opdrachtgevers. De andere keer denkt hij mee over de economie van de Randstad die een kennisintensieve Delta-Metropool moet worden. En dan weer denkt hij bij de VVD mee over een efficiëntere overheid.

Tegen interdisciplinaire dwarsverbanden lijkt de Nederlandse samenleving zich nog steeds te verzetten. Berkhout zoekt de oorzaak in de historie: ,,Onze organisatiestructuren dateren van de industrialisatie, rond 1900. Dat was de tijd van de verregaande arbeidsdeling.”

,,Die specialisatie is steeds doorgegaan. In het beleid, en zeker ook in de wetenschap. Dat heeft successen gebracht. Maar nu zitten we met logge organisaties, waar iedereen in zijn eigen hokje gevangen zit. Je kunt aan alles zien dat dit model ongelooflijk gaat crashen.”

,,Eigenlijk zijn we toe aan een nieuwe mens”, verzucht hij, half grappend. ,,We moeten loskomen van dat hardnekkige territoriumgedrag.” Of dat lukt, hangt af van het onderwijs. Berkhout is een groot voorstander van project- of probleemgestuurd onderwijs, waar scholieren en studenten over vakgrenzen heen leren kijken om ‘geïntegreerde’ problemen op te lossen.

Geschokt

Dat brengt hem ook op de jonge onderzoekers, die op deuniversiteiten als kanonnenvlees worden ingezet op een smal taakgebiedje. ,,Dan zijn de universiteiten verbaasd dat ze hun wetenschappelijk talent moeilijk in huis kunnen houden. Maar waarom zou je de specialistische hobby van je hoogleraar gaan uitwerken?”

Bij de gezaghebbende wetenschapsorganisaties is dit besef volgens Berkhout nog niet doorgedrongen. Sinds enige tijd is hij bijvoorbeeld lid van de Akademie van Wetenschappen (Knaw). ,,Daar denkt men nog heel traditioneel. Ik heb er betoogd dat ook de natuurwetenschap steeds vaker maatschappelijk verantwoording zal moeten afleggen. Men was geschokt. Terwijl ik niet voor censuur pleit, maar alleen voor de openheid die zorgt dat wetenschappers veel meer hun tanden zetten in grote maatschappelijke vragen – die misschien complex zijn, maar ook buitengewoon relevant.”

Intussen trapt ook de technologiestimulering van de overheid nog in de valkuilen van overspecialisatie. Berkhout: ,,Er is 600 miljoen gulden aardgasgeld gereserveerd voor Ices-KIS, een investering in onderzoek in de komende jaren. Maar wat doet men? Men plaatst een algemene oproep, en krijgt 130 projectvoorstellen op een groot aantal deelterreinen – ter waarde van zes miljard gulden.”

,,Dat is pure geldverspilling! Men stuurt de wetenschappelijke wereld het bos in, terwijl u en ik in een kwartier zes actuele maatschappelijke thema’s kunnen bedenken waar de overheid top down samenhangende onderzoeksplannen voor kan vragen.”

De landelijke onderzoeksorganisatie NWO doet het volgens Berkhout beter. ,,Daar heeft men na uitgebreide discussie het lef gehad om enkele multidisciplinaire thema’s aan te wijzen die allemaal even actueel zijn, en die aansluiten bij de kennisportfolio van Nederland. Dat kan heel vernieuwend werken. Als men het geld maar niet weer volgens de verdelende rechtvaardigheid over eindeloos veel losse projectjes gaat verdelen.” (HOP)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.