Campus

De nieuwe fracties van Aag en Oras

De verkiezingen voor de studentenpartijen in de universiteitsraad staan weer op stapel. Op 21 mei wordt bepaald wie namens Aag en Oras de acht studentenzetels gaan bezetten.

Waarschijnlijk voor het laatste jaar, als tenminste de plannen van Ritzen doorgaan om de raad af te schaffen.

Vooruitlopend op de uitslag – vijf zetels voor Oras en drie voor Aag, zoals dat al jaren gebruikelijk is – stellen de nieuwe fracties zich voor. Beide ploegen profileren zich dit keer met een vrouwelijke lijsttrekker. Studeerbaarheid vinden ze een belangrijk item, de collegeldverhoging een minder geslaagd idee en hoe het verder moet met studenteninspraak als de u-raad verdwijnt – daar willen ze nog even over nadenken.

Anita de Jong / Joyce Ouwerkerk

DE NUMMER ÉÉN VAN AAG:

‘Minder extreem, maar geen laconiek type’

Meinke Schouten (21) voert voor Aag de lijst aan. De derdejaars studente TB zit sinds januari voor deze partij in de commissie voor financiën en planning van de u-raad. Verder is ze actief binnen de VSSD (organiseerde het symposium over het kwaliteitsmanagementplan) en was ze lid van de onderwijscommissie van haar faculteit.


Figuur 1 ,,Door met mensen te praten, heb je veel ‘ondergrondse’ invloed”

,,Waarom mensen Aag moeten stemmen? In de eerste plaats is het belangrijk dát studenten gaan stemmen om voldoende inspraak te houden. En waarom Aag? Een kleine partij kan gemakkelijker vasthouden aan haar principes. Niet dat Oras zo snel omslaat, maar Aag kan ‘schopperiger’ blijven. Dat hoeft niet per definitie links te zijn. Maar Aag sluit niet zo snel compromissen. Een grotere partij heeft meer mensen en dus meer meningen in de fractie. De kans dat in het uiteindelijke standpunt meningen afzwakken, is dan groter.”

,,Er is wel zoiets als een ‘linker- en een rechtervleugel’ binnen de Aag. Je hebt een groep die voornamelijk denkt aan actievoeren of erg gebrand is op emancipatie. Zelf neig ik meer naar de gematigde kant. Ik ben minder extreem, wil niet op alle slakken zout leggen. Maar ik ben wél bewust met allerlei zaken bezig, ik ben geen laconiek type ofzo.”

Op de vraag wat Meinke een goede lijsttrekker voor Aag maakt, is het even stil. ,,Een belangrijke eigenschap van mij is dat ik niet meteen op plannen wil hakken, maar eerst de voors en tegens afweeg. Ik probeer mijn mening te beredeneren. Daarnaast wil ik discreet en integer zijn. Je moet het vertrouwen van anderen niet beschamen.”

Al staat het fenomeen u-raad ter discussie, voor de studentenpartijen geldt dat niet, meent Schouten.

,,De Aag houdt na dit jaar zeker niet op te bestaan”, zegt ze stellig. ,,De partij blijft doorgaan, in welke vorm dan ook. Het is belangrijk dat studenten hun invloed behouden. Echte invloed, en dat is wat anders dan in commissietjes zitten en vrijblijvende adviezen geven. Bij de nieuwe bestuursstructuur is veel aandacht voor inspraak vanuit het personeel, maar aan de studenten wordt niet gedacht. Terwijl studenten méér zijn dan de klanten of produkten van deze universiteit.”

,,Hoe die studenteninspraak eruit moet zien? Daarvoor heb ik nog geen concreet voorstel. Maar in ieder geval moet er contact blijven tussen studenten en personeel. In de huidige u-raad zie je dat de kennisuitwisseling tussen deze groepen belangrijk is. Dat mag niet verloren gaan.”
Onderschatten

,,Er zijn onderwerpen waarbij je je kunt afvragen of studenten erover mee moeten beslissen, maar in het algemeen vind ik het belangrijk dat de studenten meedenken over het personeelsbeleid. Want studenten hebben voortdurend te maken met dat personeel. En doordat je dagelijks rondloopt op een faculteit kun je zeker ideeën vormen hoe het personeelsbeleid verbeterd kan worden.”

Een belangrijk issue voor Aag – naast maatschappelijke betrokkenheid – ziet Schouten volgend jaar in de kwaliteit van het onderwijs en de studeerbaarheid. ,,Er moeten zo min mogelijk belemmeringen over blijven om efficiënt te kunnen studeren. Studenten hoeven niet aan het handje meegenomen worden; je moet ze niet onderschatten. Dat is schoolsheid. Maar de ‘omgevingsfactoren’ – dictaten, roosters, computerfaciliteiten – moeten in orde zijn.”

Schouten meent dat de Aag-fractie op dergelijke kwesties wel degelijk invloed kan uitoefenen. ,,Technisch gezien zitten we met zijn drieën tegenover dertig man. Maar we hebben veel ‘ondergrondse’ invloed. Door met mensen te praten, kun je ze overtuigen van je mening. Daarbij is het een voordeel dat ik al een tijdje ervaring heb in een u-raadscommissie. De eerste keer dat je in zo’n vergadering zit denk je toch: ‘Waar gaat het over en hebben jullie het hier al eerder over gehad?”’

Wat vindt de nieuwe lijsttrekker van de huidige fractie? Wat deden ze goed, en wat wil ze zelf beter doen? ,,Jeetje. Een actueel voorbeeld is Gimme Shelter. Aag heeft erop gewezen dat de nieuwe bieb niet alleen maar leuk is, maar dat er voor de bewoners ook een andere kant aan de medaille zit. En het is nog te vroeg om aan te geven wat ik beter wil doen. Eerst moet ik zelf maar eens de nodige kennis opbouwen.”

Nog even in sneltreinvaart langs enkele onderwerpen die komend jaar zeker op de agenda zullen staan. De verhoging van het collegegeld voor zevendejaars en buitenlandse studenten bijvoorbeeld. Schouten: ,,Ik denk dat het cvb daarbij bedrogen uitkomt. De TU zou hoger collegegeld kunnen vragen omdat het een topinstituut is. Dat vind ik een vreemde logica. Zo perfect loopt alles niet. Bovendien: je stoot er ook mensen mee af die misschien heel goed zijn.”
Topinstituut

,,De TU is geen topinstituut. Ik geef haar wel een voldoende, een zesje ofzo. Je kunt hier redelijk studeren en uiteindelijk word je een goed ingenieur, maar er zijn instituten die beduidend beter zijn. In Nederland? Ik denk dat de kwaliteit van de technische universiteiten hier niet zo veel verschilt.”

Iets anders dan: de grote reorganisatie. ,,Reorganisaties moet je vaker houden om de boel op te schudden, zodat iedereen weer op de punt van zijn tenen staat. Maar daarbij moet wel rekening gehouden worden met het personeel. Er moeten goede regelingen zijn. Uit het conflict tussen de bonden en het cvb blijkt dat het college misschien minder goed geluisterd heeft.”

Wat zou Schouten tenslotte doen als ze plots honderdduizend gulden krijgt ten behoeve van de TU, als presentje van de AAG? ,,Dat geld zou naar verbetering van de opleidingen gaan. Ik denk dan aan een evaluatiesysteem, iets waarbij de resultaten direct teruggekoppeld worden naar de opstellers van het curriculum.”

‘Als hier niets beter kon, zaten we niet bij de Aag’

Nummer twee op de lijst: Carin de Hoog (21) derdejaars Technische Natuurkunde

Nummer drie op de lijst: Olaf Lemmers (21) derdejaars Technische Natuurkunde

Op de vraag waarom de kiezer op Lemmers moet stemmen, reageert hij enigszins verrast. ,,Uhm, omdat de fractievoorzitter sowieso al genoeg stemmen krijgt? Of omdat ik de enige jongen ben? Of omdat drie zo’n mooi getal is? Ik weet het niet. Als je zegt ‘stem op mij’ dan zeg je indirect dus ‘stem niet op anderen’, en dat is niet de bedoeling. Ik kan alleen zeggen dat ik wel wat ervaring heb opgedaan met besturen, onder meer in de onderwijscommissie van de u-raad.”

Ook De Hoog vindt het lastig zichzelf te verkopen. ,,Alhoewel het eigenlijk wel moet hè? Het is tenslotte verkiezingstijd.” Uiteindelijk antwoordt ze: ,,Ik denk dat ik wel genoeg durf te zeggen, en ik vind dit werk erg interessant.”

Beide kandidaten denken geen last te zullen hebben van een kennisachterstand. De Hoog: ,,In het begin had ik dat gevoel wel, maar nu heb ik het idee dat een student als een soort ‘frisse wind’ fungeert. Omdat je soms dingen niet weet en ernaar vraagt, snijdt je onbewust wel eens gevoelige kwesties aan, en het is best goed dat daarover ook gepraat wordt. Bovendien vinden de meeste mensen het juist leuk dat je interesse toont voor de problematiek.”

Persoonlijk vindt Lemmers kwaliteit van het onderwijs in het algemeen belangrijk. ,,Daar staat de Aag ook voor.” Hij wordt nu ingewerkt in de u-raadscommissie voor onderwijs. Lemmers hecht met name veel waarde aan het onder de aandacht brengen van duurzame ontwikkeling in het onderwijs.

Ook De Hoog vindt onderwijs belangrijk en is actief in de werkgroep onderwijs van de Aag. Afstuderen wordt haar paradepaardje. Ze vindt dat studenten daar veel te lang meebezig zijn en wil zich er sterk voor maken om dat te veranderen. ,,Het moet normaal worden dat een student die zegt in acht maanden te willen afstuderen, dat ook kan doen. En daar ook een goed cijfer voor kan halen.” De Hoog zit nu in de raadscommissie voor personeel en organisatie.

Wat zijn paradepaardje gaat worden, daar heeft Lemmers nog geen idee van. ,,Wat ik wel erg belangrijk vind is dat de studenten betrokken blijven bij de politiek. Ik heb het liefst dat de u-raad blijft. Door middel van congressen ofzo zou ik de studenten duidelijk willen maken dat het belangrijk is dat ze wat te zeggen hebben op de universiteit.”

De huidige Aag-fractie is volgens Lemmers goed bezig geweest door de aandacht te blijven vestigen op Gimme Shelter. De Hoog noemt de betrokkenheid van de Aag in het kwaliteitsmanagementsplan van groot belang. ,,Ik denk dat we er goed aan gedaan hebben meer mensen bij deze discussie te betrekken.”

Politieke ambities na de u-raad hebben de nummers twee en drie op de lijst van Aag niet. Lemmers denkt voorlopig niet verder dan tot aan zijn afstuderen.

Een cijfer voor de TU? Beiden voelen wel wat voor een 7,5. ,,Omdat het een goede universiteit is, zeker op gebied van onderzoek”, motiveert Lemmers, ,,anders zat ik hier niet”. ,,Maar geen 10 omdat het zeker nog beter kan”, vult De Hoog aan, ,,anders zaten we niet bij de Aag”.

DE LIJSTTREKKER VAN ORAS:

‘Ik heb er gewoon echt veel zin in’

Voor Oras staat Esther Hoeve (21) op de eerste plaats op de verkiezingslijst. Ze zit voor deze partij twee jaar in de faculteitsraad van Technische Natuurkunde, waar ze nu drie jaar studeert. Hoeve is lid van Virgiel en Krashna en speelde mee in ‘De koopman van Venetië’.


Figuur 3 ,,De universiteit is geen bedrijf en zal dat nooit worden ook”

,,Zelf heb ik voor Oras gekozen vanwege de manier waarop de leden tegen zaken aankijken en hoe ze vervolgens reële, haalbare oplossingen bedenken. Ik weet niet precies hoe ze dat bij Aag doen, maar ik had meteen het idee: zoals het bij Oras gaat, zo doe ik het zelf ook.”

,,Als Orasser zit je in de u-raad niet alleen voor studentenzaken, maar je hebt natuurlijk wel een bepaalde achtergrond. Je moet een lijn trekken tussen de belangen van de hele TU en die van de studenten, zowel aan de universiteit als er buiten. Ik vind het belangrijk dat studenten ook andere dingen meekrijgen dan hun opleiding alleen, dat ze dingen naast hun studie kunnen doen.”

,,Waarom ik een goede lijsttrekker ben? Nou, ik heb al ervaring opgedaan in de faculteitsraad. En als je belang hecht aan het leven van studenten buiten de studie om, is het handig als je zelf ervaring meeneemt uit het verenigingsleven. En verder: ik heb er gewoon echt veel zin in.”

Het komend jaar gaat er veel veranderen, denkt Hoeve. Inhoudelijk staat de studeerbaarheid op het programma. ,,Datis een begrip waarover te discussiëren valt. Voor mij betekent studeerbaarheid dat het programma helder is, en dat het binnen de gestelde tijd haalbaar is. Verspreiding van dictaten, verdeling van vakken over het jaar – dat moet goed zitten. Er moeten instructies zijn en studiebegeleiding, maar het moet wel een universiteit blijven. Met zelfstudie kun je ook een eind komen. Ja, de grens is moeilijk te trekken, maar dat is juist iets om volgend jaar over na te denken en te discussiëren.”
Niveau

De universiteitsraad zelf staat op een keerpunt, maar Hoeve voegt er meteen aan toe ,,dat het nog niet zeker is wat er gaat gebeuren. Laten we dat eerst maar eens afwachten.” Hoe het verder moet met de studenteninspraak als de raad verdwijnt is een vraag waar ze zich concreet nog in moet verdiepen. ,,In ieder geval moeten wij er voor zorgen dat de invloed gewaarborgd blijft en dat studenten op het hoogste niveau kunnen meedenken en -praten.”

,,Ik denk wel dat we nu echt invloed hebben. Acht studenten in de raad, daar kun je moeilijk omheen. Of we wel mee moeten beslissen over bijvoorbeeld het aantal vrije dagen van het personeel, dat is een moeilijke kwestie. Maar je kunt het ook omdraaien: kan het personeel iets zeggen over de studeerbaarheid voor studenten? Zulke kwesties blijf je houden, maar je moet naar het totaalplaatje kijken. Ik denk niet dat het goed is om de inspraak te scheiden. Op een instelling als de TU heeft alles immers met elkaar te maken.”

Na even denken weet Hoeve wel wat ze goed vindt aan de huidige Oras-fractie: ,,Ze hebben zich bijvoorbeeld beziggehouden met een enquête voor studieadviseurs, een beleidsmatige kwestie, maar ze hebben ook gekeken naar het aantal studieplaatsen in de nieuwe bieb. De ‘kleine’ praktische zaken hebben ze dus niet uit het oog verloren. Dat vind ik een goede combinatie.”

Wat zou ze zelf beter doen? ,,Het is altijd makkelijk praten vanaf de kantlijn. Maar ik heb nog niet genoeg inzicht in wat er gaat gebeuren om dat te beoordelen. Ik hoop dat de komende fractie ook de grote lijnen met de praktische zaken kan combineren.”

Hoeve vindt dat de huidige Oras-fractie zich ook ‘goed beziggehouden heeft’ met de reorganisatie van het Bureau van de universiteit. ,,Ik denk dat reorganisaties nodig zijn. Op onze faculteit speelt nu bijvoorbeeld de invoering van integraal management en dat kan heel belangrijk zijn. Maar bij alle reorganisaties mag het doel van de TU als opleidingsinstituut niet uit het oog verloren worden. Ik denk niet dat dat gebeurt, maar het zou wel heel gemakkelijk kunnen.”
Bedrijf

,,Het moet bedrijfsmatiger, maar niet te bedrijfsmatig. De universiteit is geen bedrijf en zal dat nooit worden ook. De grootste groep mensen hier zijn studenten en dat maakt de situatie compleet anders. Dus is er ook een andere organisatiestructuur nodig. Daarom kun je de vergelijking met een ondernemingsraad in het bedrijfsleven ook niet maken. Deu-raad hier heeft een andere functie.”

Een andere actuele kwestie is de collegeldverhoging voor de huidige groep auditoren. Wat vindt Hoeve daarvan? ,,De reden waarom klopt niet. Je moet eerst kwaliteit in je programma inbouwen en laten zien dat je een topinstituut bent en dan pas kun je het collegegeld verhogen. Een topinstituut word je niet door simpelweg het collegegeld te verhogen, zo kan het natuurlijk niet werken.”

,,In zekere zin is de TU al een topinstituut, maar er zijn nog wel dingen die verbeterd moeten worden, zowel in het onderwijs als in de organisatie. Een cijfer geven vind ik moeilijk. Zeker geen tien, maar een één is ook weer overdreven. De TU heeft een goede naam, maar de kunst is om die te behouden en waar te maken.”

Als Hoeve nu een ton zou ontvangen om de TU, namens de Oras, een cadeautje te geven, dan zou ze na enig overwegen wel een bestemming weten: ,,Ik zou misschien geld vrijmaken voor een alternatieve parkeerplaats voor de bieb.”

Oras: ‘Er zit veel kwaliteit in de TU die er niet uitkomt’

Bas van Schelven, tweede op de lijst, was wegens vakantie niet bereikbaar

Bianca Bax (20): derde op de lijst, derdejaars Scheikundige Technologie en Materiaalkunde

Steffen Smit (22), vierde op de lijst, vierdejaars Civiele Techniek

Bjorn de Mönnink (22), vijfde op de lijst, derdejaars Mijnbouwkunde en Petroleumwinning

Politieke ambitie hebben de kandidaten niet echt, alhoewel Bax de mogelijkheid openhoudt dat dat nog komt. ,,Dat hangt ook erg van het komende jaar af”, zegt ze. Bax heeft vooral interesse voor onderwijs, ,,omdat ik daar als student nu de duidelijkste ideeën over heb, maar als ik voor een andere u-raadscommissie gevraagd wordt, is dat ook prima. Ik vind het ook leuk om me in iets nieuws te verdiepen.”

Ook De Mönnink is vooral geïnteresseerd in onderwijszaken. Hij heeft zich daar het laatste jaar al in verdiept. Hij is onderwijscommissaris van de studievereniging Mijnbouwkundige Vereeniging en als zodanig zit hij in de onderwijscommissie van de faculteit. Smit heeft interesse voor financiën en onderwijs.

Bax vindt dat de huidige fractie zich sterk gemaakt heeft voor de bestuursbeurzen. ,,Eigenlijk voor ruimte voor buiten-curriculaire bezigheden in het algemeen. Dat is moeilijk in een prestatiegerichte tijd.” Ook De Mönnink noemt de bestuursbeurzen als belangrijkste achievement. Smit vindt de activiteiten van de Oras op het gebied van de uniforme jaarindeling van belang. ,,De faculteiten werken nog niet mee, maar mede dankzij de Oras wil de u-raad nu wel dat die er komt.”

Bax noemt het een belangrijke taak voor de komende fractie om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst de studentenbelangen behartigd blijven. ,,Ik ga me daar te zijner tijd meer in verdiepen. Maar ik denk: als er een medezeggenschapsraad ofeen ondernemingsraad komt, dan moeten daar op de één of andere wijze studenten bij betrokken worden. Een TU zonder studenten-invloed kan ik me gewoon niet voorstellen. Dat zal volgens mij zo’n vaart niet lopen.”

De Mönnink meent dat de TU in Nederland de beste technische universiteit is, maar geeft haar niet meer dan een 7. ,,Omdat het niet slecht is, maar toch beter kan. Er zit veel kwaliteit die er niet uitkomt, zeker op gebied van onderwijs. Maar mijn faculteit krijgt een vette 8, want bij ons zijn de zaakjes prima voor elkaar.”

De TU krijgt van Smit een 7,5 omdat hij wel tevreden is over de ruimte die de TU laat aan studenten om zelf dingen te organiseren. ,,Maar het moet natuurlijk een 8 worden.” Bax geeft die 8 nu al. ,,Maar dan wel op basis van mijn ervaringen op mijn STM. Voor de hele TU kan ik niet spreken. Ik weet bijvoorbeeld niet hoe goed de Delftse ingenieur het doet in het bedrijfsleven.”

Smit weet nog niet waar hij zich sterk voor wil maken. ,,Ik heb me nog niet zo verdiept in het reilen en zeilen van de TU. Daar ga ik nu mee beginnen. Ik zie het komende jaar vooral als een mooie uitdaging. In augustus worden we ingewerkt door onze voorgangers. Ik ken de oude fractie goed, dus dat zal wel loslopen.”

Op wie nu te stemmen? Op Smit: ,,Ik beslis niet zomaar. Ik weeg alle alternatieven goed af en neem dan een besluit.” Op Bax: ,,Ik ben bereid me goed te verdiepen in de materie. Ik heb een frisse kijk en heb altijd een mening, maar ik dring hem niet op. Ik denk dat ik wel wat kan bereiken voor de studenten.” Of op De Mönnink: ,,Je moet in eerste instantie natuurlijk voor de Oras kiezen en daarna kijken welke ervaring de kandidaat heeft. Ik denk dat ik wel genoeg ervaring heb opgedaan om een goede kandidaat te zijn.” De keus is aan u.

,,,

De verkiezingen voor de studentenpartijen in de universiteitsraad staan weer op stapel. Op 21 mei wordt bepaald wie namens Aag en Oras de acht studentenzetels gaan bezetten. Waarschijnlijk voor het laatste jaar, als tenminste de plannen van Ritzen doorgaan om de raad af te schaffen.

Vooruitlopend op de uitslag – vijf zetels voor Oras en drie voor Aag, zoals dat al jaren gebruikelijk is – stellen de nieuwe fracties zich voor. Beide ploegen profileren zich dit keer met een vrouwelijke lijsttrekker. Studeerbaarheid vinden ze een belangrijk item, de collegeldverhoging een minder geslaagd idee en hoe het verder moet met studenteninspraak als de u-raad verdwijnt – daar willen ze nog even over nadenken.

Anita de Jong / Joyce Ouwerkerk

DE NUMMER ÉÉN VAN AAG:

‘Minder extreem, maar geen laconiek type’

Meinke Schouten (21) voert voor Aag de lijst aan. De derdejaars studente TB zit sinds januari voor deze partij in de commissie voor financiën en planning van de u-raad. Verder is ze actief binnen de VSSD (organiseerde het symposium over het kwaliteitsmanagementplan) en was ze lid van de onderwijscommissie van haar faculteit.


Figuur 1 ,,Door met mensen te praten, heb je veel ‘ondergrondse’ invloed”

,,Waarom mensen Aag moeten stemmen? In de eerste plaats is het belangrijk dát studenten gaan stemmen om voldoende inspraak te houden. En waarom Aag? Een kleine partij kan gemakkelijker vasthouden aan haar principes. Niet dat Oras zo snel omslaat, maar Aag kan ‘schopperiger’ blijven. Dat hoeft niet per definitie links te zijn. Maar Aag sluit niet zo snel compromissen. Een grotere partij heeft meer mensen en dus meer meningen in de fractie. De kans dat in het uiteindelijke standpunt meningen afzwakken, is dan groter.”

,,Er is wel zoiets als een ‘linker- en een rechtervleugel’ binnen de Aag. Je hebt een groep die voornamelijk denkt aan actievoeren of erg gebrand is op emancipatie. Zelf neig ik meer naar de gematigde kant. Ik ben minder extreem, wil niet op alle slakken zout leggen. Maar ik ben wél bewust met allerlei zaken bezig, ik ben geen laconiek type ofzo.”

Op de vraag wat Meinke een goede lijsttrekker voor Aag maakt, is het even stil. ,,Een belangrijke eigenschap van mij is dat ik niet meteen op plannen wil hakken, maar eerst de voors en tegens afweeg. Ik probeer mijn mening te beredeneren. Daarnaast wil ik discreet en integer zijn. Je moet het vertrouwen van anderen niet beschamen.”

Al staat het fenomeen u-raad ter discussie, voor de studentenpartijen geldt dat niet, meent Schouten.

,,De Aag houdt na dit jaar zeker niet op te bestaan”, zegt ze stellig. ,,De partij blijft doorgaan, in welke vorm dan ook. Het is belangrijk dat studenten hun invloed behouden. Echte invloed, en dat is wat anders dan in commissietjes zitten en vrijblijvende adviezen geven. Bij de nieuwe bestuursstructuur is veel aandacht voor inspraak vanuit het personeel, maar aan de studenten wordt niet gedacht. Terwijl studenten méér zijn dan de klanten of produkten van deze universiteit.”

,,Hoe die studenteninspraak eruit moet zien? Daarvoor heb ik nog geen concreet voorstel. Maar in ieder geval moet er contact blijven tussen studenten en personeel. In de huidige u-raad zie je dat de kennisuitwisseling tussen deze groepen belangrijk is. Dat mag niet verloren gaan.”
Onderschatten

,,Er zijn onderwerpen waarbij je je kunt afvragen of studenten erover mee moeten beslissen, maar in het algemeen vind ik het belangrijk dat de studenten meedenken over het personeelsbeleid. Want studenten hebben voortdurend te maken met dat personeel. En doordat je dagelijks rondloopt op een faculteit kun je zeker ideeën vormen hoe het personeelsbeleid verbeterd kan worden.”

Een belangrijk issue voor Aag – naast maatschappelijke betrokkenheid – ziet Schouten volgend jaar in de kwaliteit van het onderwijs en de studeerbaarheid. ,,Er moeten zo min mogelijk belemmeringen over blijven om efficiënt te kunnen studeren. Studenten hoeven niet aan het handje meegenomen worden; je moet ze niet onderschatten. Dat is schoolsheid. Maar de ‘omgevingsfactoren’ – dictaten, roosters, computerfaciliteiten – moeten in orde zijn.”

Schouten meent dat de Aag-fractie op dergelijke kwesties wel degelijk invloed kan uitoefenen. ,,Technisch gezien zitten we met zijn drieën tegenover dertig man. Maar we hebben veel ‘ondergrondse’ invloed. Door met mensen te praten, kun je ze overtuigen van je mening. Daarbij is het een voordeel dat ik al een tijdje ervaring heb in een u-raadscommissie. De eerste keer dat je in zo’n vergadering zit denk je toch: ‘Waar gaat het over en hebben jullie het hier al eerder over gehad?”’

Wat vindt de nieuwe lijsttrekker van de huidige fractie? Wat deden ze goed, en wat wil ze zelf beter doen? ,,Jeetje. Een actueel voorbeeld is Gimme Shelter. Aag heeft erop gewezen dat de nieuwe bieb niet alleen maar leuk is, maar dat er voor de bewoners ook een andere kant aan de medaille zit. En het is nog te vroeg om aan te geven wat ik beter wil doen. Eerst moet ik zelf maar eens de nodige kennis opbouwen.”

Nog even in sneltreinvaart langs enkele onderwerpen die komend jaar zeker op de agenda zullen staan. De verhoging van het collegegeld voor zevendejaars en buitenlandse studenten bijvoorbeeld. Schouten: ,,Ik denk dat het cvb daarbij bedrogen uitkomt. De TU zou hoger collegegeld kunnen vragen omdat het een topinstituut is. Dat vind ik een vreemde logica. Zo perfect loopt alles niet. Bovendien: je stoot er ook mensen mee af die misschien heel goed zijn.”
Topinstituut

,,De TU is geen topinstituut. Ik geef haar wel een voldoende, een zesje ofzo. Je kunt hier redelijk studeren en uiteindelijk word je een goed ingenieur, maar er zijn instituten die beduidend beter zijn. In Nederland? Ik denk dat de kwaliteit van de technische universiteiten hier niet zo veel verschilt.”

Iets anders dan: de grote reorganisatie. ,,Reorganisaties moet je vaker houden om de boel op te schudden, zodat iedereen weer op de punt van zijn tenen staat. Maar daarbij moet wel rekening gehouden worden met het personeel. Er moeten goede regelingen zijn. Uit het conflict tussen de bonden en het cvb blijkt dat het college misschien minder goed geluisterd heeft.”

Wat zou Schouten tenslotte doen als ze plots honderdduizend gulden krijgt ten behoeve van de TU, als presentje van de AAG? ,,Dat geld zou naar verbetering van de opleidingen gaan. Ik denk dan aan een evaluatiesysteem, iets waarbij de resultaten direct teruggekoppeld worden naar de opstellers van het curriculum.”

‘Als hier niets beter kon, zaten we niet bij de Aag’

Nummer twee op de lijst: Carin de Hoog (21) derdejaars Technische Natuurkunde

Nummer drie op de lijst: Olaf Lemmers (21) derdejaars Technische Natuurkunde

Op de vraag waarom de kiezer op Lemmers moet stemmen, reageert hij enigszins verrast. ,,Uhm, omdat de fractievoorzitter sowieso al genoeg stemmen krijgt? Of omdat ik de enige jongen ben? Of omdat drie zo’n mooi getal is? Ik weet het niet. Als je zegt ‘stem op mij’ dan zeg je indirect dus ‘stem niet op anderen’, en dat is niet de bedoeling. Ik kan alleen zeggen dat ik wel wat ervaring heb opgedaan met besturen, onder meer in de onderwijscommissie van de u-raad.”

Ook De Hoog vindt het lastig zichzelf te verkopen. ,,Alhoewel het eigenlijk wel moet hè? Het is tenslotte verkiezingstijd.” Uiteindelijk antwoordt ze: ,,Ik denk dat ik wel genoeg durf te zeggen, en ik vind dit werk erg interessant.”

Beide kandidaten denken geen last te zullen hebben van een kennisachterstand. De Hoog: ,,In het begin had ik dat gevoel wel, maar nu heb ik het idee dat een student als een soort ‘frisse wind’ fungeert. Omdat je soms dingen niet weet en ernaar vraagt, snijdt je onbewust wel eens gevoelige kwesties aan, en het is best goed dat daarover ook gepraat wordt. Bovendien vinden de meeste mensen het juist leuk dat je interesse toont voor de problematiek.”

Persoonlijk vindt Lemmers kwaliteit van het onderwijs in het algemeen belangrijk. ,,Daar staat de Aag ook voor.” Hij wordt nu ingewerkt in de u-raadscommissie voor onderwijs. Lemmers hecht met name veel waarde aan het onder de aandacht brengen van duurzame ontwikkeling in het onderwijs.

Ook De Hoog vindt onderwijs belangrijk en is actief in de werkgroep onderwijs van de Aag. Afstuderen wordt haar paradepaardje. Ze vindt dat studenten daar veel te lang meebezig zijn en wil zich er sterk voor maken om dat te veranderen. ,,Het moet normaal worden dat een student die zegt in acht maanden te willen afstuderen, dat ook kan doen. En daar ook een goed cijfer voor kan halen.” De Hoog zit nu in de raadscommissie voor personeel en organisatie.

Wat zijn paradepaardje gaat worden, daar heeft Lemmers nog geen idee van. ,,Wat ik wel erg belangrijk vind is dat de studenten betrokken blijven bij de politiek. Ik heb het liefst dat de u-raad blijft. Door middel van congressen ofzo zou ik de studenten duidelijk willen maken dat het belangrijk is dat ze wat te zeggen hebben op de universiteit.”

De huidige Aag-fractie is volgens Lemmers goed bezig geweest door de aandacht te blijven vestigen op Gimme Shelter. De Hoog noemt de betrokkenheid van de Aag in het kwaliteitsmanagementsplan van groot belang. ,,Ik denk dat we er goed aan gedaan hebben meer mensen bij deze discussie te betrekken.”

Politieke ambities na de u-raad hebben de nummers twee en drie op de lijst van Aag niet. Lemmers denkt voorlopig niet verder dan tot aan zijn afstuderen.

Een cijfer voor de TU? Beiden voelen wel wat voor een 7,5. ,,Omdat het een goede universiteit is, zeker op gebied van onderzoek”, motiveert Lemmers, ,,anders zat ik hier niet”. ,,Maar geen 10 omdat het zeker nog beter kan”, vult De Hoog aan, ,,anders zaten we niet bij de Aag”.

DE LIJSTTREKKER VAN ORAS:

‘Ik heb er gewoon echt veel zin in’

Voor Oras staat Esther Hoeve (21) op de eerste plaats op de verkiezingslijst. Ze zit voor deze partij twee jaar in de faculteitsraad van Technische Natuurkunde, waar ze nu drie jaar studeert. Hoeve is lid van Virgiel en Krashna en speelde mee in ‘De koopman van Venetië’.


Figuur 3 ,,De universiteit is geen bedrijf en zal dat nooit worden ook”

,,Zelf heb ik voor Oras gekozen vanwege de manier waarop de leden tegen zaken aankijken en hoe ze vervolgens reële, haalbare oplossingen bedenken. Ik weet niet precies hoe ze dat bij Aag doen, maar ik had meteen het idee: zoals het bij Oras gaat, zo doe ik het zelf ook.”

,,Als Orasser zit je in de u-raad niet alleen voor studentenzaken, maar je hebt natuurlijk wel een bepaalde achtergrond. Je moet een lijn trekken tussen de belangen van de hele TU en die van de studenten, zowel aan de universiteit als er buiten. Ik vind het belangrijk dat studenten ook andere dingen meekrijgen dan hun opleiding alleen, dat ze dingen naast hun studie kunnen doen.”

,,Waarom ik een goede lijsttrekker ben? Nou, ik heb al ervaring opgedaan in de faculteitsraad. En als je belang hecht aan het leven van studenten buiten de studie om, is het handig als je zelf ervaring meeneemt uit het verenigingsleven. En verder: ik heb er gewoon echt veel zin in.”

Het komend jaar gaat er veel veranderen, denkt Hoeve. Inhoudelijk staat de studeerbaarheid op het programma. ,,Datis een begrip waarover te discussiëren valt. Voor mij betekent studeerbaarheid dat het programma helder is, en dat het binnen de gestelde tijd haalbaar is. Verspreiding van dictaten, verdeling van vakken over het jaar – dat moet goed zitten. Er moeten instructies zijn en studiebegeleiding, maar het moet wel een universiteit blijven. Met zelfstudie kun je ook een eind komen. Ja, de grens is moeilijk te trekken, maar dat is juist iets om volgend jaar over na te denken en te discussiëren.”
Niveau

De universiteitsraad zelf staat op een keerpunt, maar Hoeve voegt er meteen aan toe ,,dat het nog niet zeker is wat er gaat gebeuren. Laten we dat eerst maar eens afwachten.” Hoe het verder moet met de studenteninspraak als de raad verdwijnt is een vraag waar ze zich concreet nog in moet verdiepen. ,,In ieder geval moeten wij er voor zorgen dat de invloed gewaarborgd blijft en dat studenten op het hoogste niveau kunnen meedenken en -praten.”

,,Ik denk wel dat we nu echt invloed hebben. Acht studenten in de raad, daar kun je moeilijk omheen. Of we wel mee moeten beslissen over bijvoorbeeld het aantal vrije dagen van het personeel, dat is een moeilijke kwestie. Maar je kunt het ook omdraaien: kan het personeel iets zeggen over de studeerbaarheid voor studenten? Zulke kwesties blijf je houden, maar je moet naar het totaalplaatje kijken. Ik denk niet dat het goed is om de inspraak te scheiden. Op een instelling als de TU heeft alles immers met elkaar te maken.”

Na even denken weet Hoeve wel wat ze goed vindt aan de huidige Oras-fractie: ,,Ze hebben zich bijvoorbeeld beziggehouden met een enquête voor studieadviseurs, een beleidsmatige kwestie, maar ze hebben ook gekeken naar het aantal studieplaatsen in de nieuwe bieb. De ‘kleine’ praktische zaken hebben ze dus niet uit het oog verloren. Dat vind ik een goede combinatie.”

Wat zou ze zelf beter doen? ,,Het is altijd makkelijk praten vanaf de kantlijn. Maar ik heb nog niet genoeg inzicht in wat er gaat gebeuren om dat te beoordelen. Ik hoop dat de komende fractie ook de grote lijnen met de praktische zaken kan combineren.”

Hoeve vindt dat de huidige Oras-fractie zich ook ‘goed beziggehouden heeft’ met de reorganisatie van het Bureau van de universiteit. ,,Ik denk dat reorganisaties nodig zijn. Op onze faculteit speelt nu bijvoorbeeld de invoering van integraal management en dat kan heel belangrijk zijn. Maar bij alle reorganisaties mag het doel van de TU als opleidingsinstituut niet uit het oog verloren worden. Ik denk niet dat dat gebeurt, maar het zou wel heel gemakkelijk kunnen.”
Bedrijf

,,Het moet bedrijfsmatiger, maar niet te bedrijfsmatig. De universiteit is geen bedrijf en zal dat nooit worden ook. De grootste groep mensen hier zijn studenten en dat maakt de situatie compleet anders. Dus is er ook een andere organisatiestructuur nodig. Daarom kun je de vergelijking met een ondernemingsraad in het bedrijfsleven ook niet maken. Deu-raad hier heeft een andere functie.”

Een andere actuele kwestie is de collegeldverhoging voor de huidige groep auditoren. Wat vindt Hoeve daarvan? ,,De reden waarom klopt niet. Je moet eerst kwaliteit in je programma inbouwen en laten zien dat je een topinstituut bent en dan pas kun je het collegegeld verhogen. Een topinstituut word je niet door simpelweg het collegegeld te verhogen, zo kan het natuurlijk niet werken.”

,,In zekere zin is de TU al een topinstituut, maar er zijn nog wel dingen die verbeterd moeten worden, zowel in het onderwijs als in de organisatie. Een cijfer geven vind ik moeilijk. Zeker geen tien, maar een één is ook weer overdreven. De TU heeft een goede naam, maar de kunst is om die te behouden en waar te maken.”

Als Hoeve nu een ton zou ontvangen om de TU, namens de Oras, een cadeautje te geven, dan zou ze na enig overwegen wel een bestemming weten: ,,Ik zou misschien geld vrijmaken voor een alternatieve parkeerplaats voor de bieb.”

Oras: ‘Er zit veel kwaliteit in de TU die er niet uitkomt’

Bas van Schelven, tweede op de lijst, was wegens vakantie niet bereikbaar

Bianca Bax (20): derde op de lijst, derdejaars Scheikundige Technologie en Materiaalkunde

Steffen Smit (22), vierde op de lijst, vierdejaars Civiele Techniek

Bjorn de Mönnink (22), vijfde op de lijst, derdejaars Mijnbouwkunde en Petroleumwinning

Politieke ambitie hebben de kandidaten niet echt, alhoewel Bax de mogelijkheid openhoudt dat dat nog komt. ,,Dat hangt ook erg van het komende jaar af”, zegt ze. Bax heeft vooral interesse voor onderwijs, ,,omdat ik daar als student nu de duidelijkste ideeën over heb, maar als ik voor een andere u-raadscommissie gevraagd wordt, is dat ook prima. Ik vind het ook leuk om me in iets nieuws te verdiepen.”

Ook De Mönnink is vooral geïnteresseerd in onderwijszaken. Hij heeft zich daar het laatste jaar al in verdiept. Hij is onderwijscommissaris van de studievereniging Mijnbouwkundige Vereeniging en als zodanig zit hij in de onderwijscommissie van de faculteit. Smit heeft interesse voor financiën en onderwijs.

Bax vindt dat de huidige fractie zich sterk gemaakt heeft voor de bestuursbeurzen. ,,Eigenlijk voor ruimte voor buiten-curriculaire bezigheden in het algemeen. Dat is moeilijk in een prestatiegerichte tijd.” Ook De Mönnink noemt de bestuursbeurzen als belangrijkste achievement. Smit vindt de activiteiten van de Oras op het gebied van de uniforme jaarindeling van belang. ,,De faculteiten werken nog niet mee, maar mede dankzij de Oras wil de u-raad nu wel dat die er komt.”

Bax noemt het een belangrijke taak voor de komende fractie om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst de studentenbelangen behartigd blijven. ,,Ik ga me daar te zijner tijd meer in verdiepen. Maar ik denk: als er een medezeggenschapsraad ofeen ondernemingsraad komt, dan moeten daar op de één of andere wijze studenten bij betrokken worden. Een TU zonder studenten-invloed kan ik me gewoon niet voorstellen. Dat zal volgens mij zo’n vaart niet lopen.”

De Mönnink meent dat de TU in Nederland de beste technische universiteit is, maar geeft haar niet meer dan een 7. ,,Omdat het niet slecht is, maar toch beter kan. Er zit veel kwaliteit die er niet uitkomt, zeker op gebied van onderwijs. Maar mijn faculteit krijgt een vette 8, want bij ons zijn de zaakjes prima voor elkaar.”

De TU krijgt van Smit een 7,5 omdat hij wel tevreden is over de ruimte die de TU laat aan studenten om zelf dingen te organiseren. ,,Maar het moet natuurlijk een 8 worden.” Bax geeft die 8 nu al. ,,Maar dan wel op basis van mijn ervaringen op mijn STM. Voor de hele TU kan ik niet spreken. Ik weet bijvoorbeeld niet hoe goed de Delftse ingenieur het doet in het bedrijfsleven.”

Smit weet nog niet waar hij zich sterk voor wil maken. ,,Ik heb me nog niet zo verdiept in het reilen en zeilen van de TU. Daar ga ik nu mee beginnen. Ik zie het komende jaar vooral als een mooie uitdaging. In augustus worden we ingewerkt door onze voorgangers. Ik ken de oude fractie goed, dus dat zal wel loslopen.”

Op wie nu te stemmen? Op Smit: ,,Ik beslis niet zomaar. Ik weeg alle alternatieven goed af en neem dan een besluit.” Op Bax: ,,Ik ben bereid me goed te verdiepen in de materie. Ik heb een frisse kijk en heb altijd een mening, maar ik dring hem niet op. Ik denk dat ik wel wat kan bereiken voor de studenten.” Of op De Mönnink: ,,Je moet in eerste instantie natuurlijk voor de Oras kiezen en daarna kijken welke ervaring de kandidaat heeft. Ik denk dat ik wel genoeg ervaring heb opgedaan om een goede kandidaat te zijn.” De keus is aan u.

De verkiezingen voor de studentenpartijen in de universiteitsraad staan weer op stapel. Op 21 mei wordt bepaald wie namens Aag en Oras de acht studentenzetels gaan bezetten. Waarschijnlijk voor het laatste jaar, als tenminste de plannen van Ritzen doorgaan om de raad af te schaffen.

Vooruitlopend op de uitslag – vijf zetels voor Oras en drie voor Aag, zoals dat al jaren gebruikelijk is – stellen de nieuwe fracties zich voor. Beide ploegen profileren zich dit keer met een vrouwelijke lijsttrekker. Studeerbaarheid vinden ze een belangrijk item, de collegeldverhoging een minder geslaagd idee en hoe het verder moet met studenteninspraak als de u-raad verdwijnt – daar willen ze nog even over nadenken.

Anita de Jong / Joyce Ouwerkerk

DE NUMMER ÉÉN VAN AAG:

‘Minder extreem, maar geen laconiek type’

Meinke Schouten (21) voert voor Aag de lijst aan. De derdejaars studente TB zit sinds januari voor deze partij in de commissie voor financiën en planning van de u-raad. Verder is ze actief binnen de VSSD (organiseerde het symposium over het kwaliteitsmanagementplan) en was ze lid van de onderwijscommissie van haar faculteit.


Figuur 1 ,,Door met mensen te praten, heb je veel ‘ondergrondse’ invloed”

,,Waarom mensen Aag moeten stemmen? In de eerste plaats is het belangrijk dát studenten gaan stemmen om voldoende inspraak te houden. En waarom Aag? Een kleine partij kan gemakkelijker vasthouden aan haar principes. Niet dat Oras zo snel omslaat, maar Aag kan ‘schopperiger’ blijven. Dat hoeft niet per definitie links te zijn. Maar Aag sluit niet zo snel compromissen. Een grotere partij heeft meer mensen en dus meer meningen in de fractie. De kans dat in het uiteindelijke standpunt meningen afzwakken, is dan groter.”

,,Er is wel zoiets als een ‘linker- en een rechtervleugel’ binnen de Aag. Je hebt een groep die voornamelijk denkt aan actievoeren of erg gebrand is op emancipatie. Zelf neig ik meer naar de gematigde kant. Ik ben minder extreem, wil niet op alle slakken zout leggen. Maar ik ben wél bewust met allerlei zaken bezig, ik ben geen laconiek type ofzo.”

Op de vraag wat Meinke een goede lijsttrekker voor Aag maakt, is het even stil. ,,Een belangrijke eigenschap van mij is dat ik niet meteen op plannen wil hakken, maar eerst de voors en tegens afweeg. Ik probeer mijn mening te beredeneren. Daarnaast wil ik discreet en integer zijn. Je moet het vertrouwen van anderen niet beschamen.”

Al staat het fenomeen u-raad ter discussie, voor de studentenpartijen geldt dat niet, meent Schouten.

,,De Aag houdt na dit jaar zeker niet op te bestaan”, zegt ze stellig. ,,De partij blijft doorgaan, in welke vorm dan ook. Het is belangrijk dat studenten hun invloed behouden. Echte invloed, en dat is wat anders dan in commissietjes zitten en vrijblijvende adviezen geven. Bij de nieuwe bestuursstructuur is veel aandacht voor inspraak vanuit het personeel, maar aan de studenten wordt niet gedacht. Terwijl studenten méér zijn dan de klanten of produkten van deze universiteit.”

,,Hoe die studenteninspraak eruit moet zien? Daarvoor heb ik nog geen concreet voorstel. Maar in ieder geval moet er contact blijven tussen studenten en personeel. In de huidige u-raad zie je dat de kennisuitwisseling tussen deze groepen belangrijk is. Dat mag niet verloren gaan.”
Onderschatten

,,Er zijn onderwerpen waarbij je je kunt afvragen of studenten erover mee moeten beslissen, maar in het algemeen vind ik het belangrijk dat de studenten meedenken over het personeelsbeleid. Want studenten hebben voortdurend te maken met dat personeel. En doordat je dagelijks rondloopt op een faculteit kun je zeker ideeën vormen hoe het personeelsbeleid verbeterd kan worden.”

Een belangrijk issue voor Aag – naast maatschappelijke betrokkenheid – ziet Schouten volgend jaar in de kwaliteit van het onderwijs en de studeerbaarheid. ,,Er moeten zo min mogelijk belemmeringen over blijven om efficiënt te kunnen studeren. Studenten hoeven niet aan het handje meegenomen worden; je moet ze niet onderschatten. Dat is schoolsheid. Maar de ‘omgevingsfactoren’ – dictaten, roosters, computerfaciliteiten – moeten in orde zijn.”

Schouten meent dat de Aag-fractie op dergelijke kwesties wel degelijk invloed kan uitoefenen. ,,Technisch gezien zitten we met zijn drieën tegenover dertig man. Maar we hebben veel ‘ondergrondse’ invloed. Door met mensen te praten, kun je ze overtuigen van je mening. Daarbij is het een voordeel dat ik al een tijdje ervaring heb in een u-raadscommissie. De eerste keer dat je in zo’n vergadering zit denk je toch: ‘Waar gaat het over en hebben jullie het hier al eerder over gehad?”’

Wat vindt de nieuwe lijsttrekker van de huidige fractie? Wat deden ze goed, en wat wil ze zelf beter doen? ,,Jeetje. Een actueel voorbeeld is Gimme Shelter. Aag heeft erop gewezen dat de nieuwe bieb niet alleen maar leuk is, maar dat er voor de bewoners ook een andere kant aan de medaille zit. En het is nog te vroeg om aan te geven wat ik beter wil doen. Eerst moet ik zelf maar eens de nodige kennis opbouwen.”

Nog even in sneltreinvaart langs enkele onderwerpen die komend jaar zeker op de agenda zullen staan. De verhoging van het collegegeld voor zevendejaars en buitenlandse studenten bijvoorbeeld. Schouten: ,,Ik denk dat het cvb daarbij bedrogen uitkomt. De TU zou hoger collegegeld kunnen vragen omdat het een topinstituut is. Dat vind ik een vreemde logica. Zo perfect loopt alles niet. Bovendien: je stoot er ook mensen mee af die misschien heel goed zijn.”
Topinstituut

,,De TU is geen topinstituut. Ik geef haar wel een voldoende, een zesje ofzo. Je kunt hier redelijk studeren en uiteindelijk word je een goed ingenieur, maar er zijn instituten die beduidend beter zijn. In Nederland? Ik denk dat de kwaliteit van de technische universiteiten hier niet zo veel verschilt.”

Iets anders dan: de grote reorganisatie. ,,Reorganisaties moet je vaker houden om de boel op te schudden, zodat iedereen weer op de punt van zijn tenen staat. Maar daarbij moet wel rekening gehouden worden met het personeel. Er moeten goede regelingen zijn. Uit het conflict tussen de bonden en het cvb blijkt dat het college misschien minder goed geluisterd heeft.”

Wat zou Schouten tenslotte doen als ze plots honderdduizend gulden krijgt ten behoeve van de TU, als presentje van de AAG? ,,Dat geld zou naar verbetering van de opleidingen gaan. Ik denk dan aan een evaluatiesysteem, iets waarbij de resultaten direct teruggekoppeld worden naar de opstellers van het curriculum.”

‘Als hier niets beter kon, zaten we niet bij de Aag’

Nummer twee op de lijst: Carin de Hoog (21) derdejaars Technische Natuurkunde

Nummer drie op de lijst: Olaf Lemmers (21) derdejaars Technische Natuurkunde

Op de vraag waarom de kiezer op Lemmers moet stemmen, reageert hij enigszins verrast. ,,Uhm, omdat de fractievoorzitter sowieso al genoeg stemmen krijgt? Of omdat ik de enige jongen ben? Of omdat drie zo’n mooi getal is? Ik weet het niet. Als je zegt ‘stem op mij’ dan zeg je indirect dus ‘stem niet op anderen’, en dat is niet de bedoeling. Ik kan alleen zeggen dat ik wel wat ervaring heb opgedaan met besturen, onder meer in de onderwijscommissie van de u-raad.”

Ook De Hoog vindt het lastig zichzelf te verkopen. ,,Alhoewel het eigenlijk wel moet hè? Het is tenslotte verkiezingstijd.” Uiteindelijk antwoordt ze: ,,Ik denk dat ik wel genoeg durf te zeggen, en ik vind dit werk erg interessant.”

Beide kandidaten denken geen last te zullen hebben van een kennisachterstand. De Hoog: ,,In het begin had ik dat gevoel wel, maar nu heb ik het idee dat een student als een soort ‘frisse wind’ fungeert. Omdat je soms dingen niet weet en ernaar vraagt, snijdt je onbewust wel eens gevoelige kwesties aan, en het is best goed dat daarover ook gepraat wordt. Bovendien vinden de meeste mensen het juist leuk dat je interesse toont voor de problematiek.”

Persoonlijk vindt Lemmers kwaliteit van het onderwijs in het algemeen belangrijk. ,,Daar staat de Aag ook voor.” Hij wordt nu ingewerkt in de u-raadscommissie voor onderwijs. Lemmers hecht met name veel waarde aan het onder de aandacht brengen van duurzame ontwikkeling in het onderwijs.

Ook De Hoog vindt onderwijs belangrijk en is actief in de werkgroep onderwijs van de Aag. Afstuderen wordt haar paradepaardje. Ze vindt dat studenten daar veel te lang meebezig zijn en wil zich er sterk voor maken om dat te veranderen. ,,Het moet normaal worden dat een student die zegt in acht maanden te willen afstuderen, dat ook kan doen. En daar ook een goed cijfer voor kan halen.” De Hoog zit nu in de raadscommissie voor personeel en organisatie.

Wat zijn paradepaardje gaat worden, daar heeft Lemmers nog geen idee van. ,,Wat ik wel erg belangrijk vind is dat de studenten betrokken blijven bij de politiek. Ik heb het liefst dat de u-raad blijft. Door middel van congressen ofzo zou ik de studenten duidelijk willen maken dat het belangrijk is dat ze wat te zeggen hebben op de universiteit.”

De huidige Aag-fractie is volgens Lemmers goed bezig geweest door de aandacht te blijven vestigen op Gimme Shelter. De Hoog noemt de betrokkenheid van de Aag in het kwaliteitsmanagementsplan van groot belang. ,,Ik denk dat we er goed aan gedaan hebben meer mensen bij deze discussie te betrekken.”

Politieke ambities na de u-raad hebben de nummers twee en drie op de lijst van Aag niet. Lemmers denkt voorlopig niet verder dan tot aan zijn afstuderen.

Een cijfer voor de TU? Beiden voelen wel wat voor een 7,5. ,,Omdat het een goede universiteit is, zeker op gebied van onderzoek”, motiveert Lemmers, ,,anders zat ik hier niet”. ,,Maar geen 10 omdat het zeker nog beter kan”, vult De Hoog aan, ,,anders zaten we niet bij de Aag”.

DE LIJSTTREKKER VAN ORAS:

‘Ik heb er gewoon echt veel zin in’

Voor Oras staat Esther Hoeve (21) op de eerste plaats op de verkiezingslijst. Ze zit voor deze partij twee jaar in de faculteitsraad van Technische Natuurkunde, waar ze nu drie jaar studeert. Hoeve is lid van Virgiel en Krashna en speelde mee in ‘De koopman van Venetië’.


Figuur 3 ,,De universiteit is geen bedrijf en zal dat nooit worden ook”

,,Zelf heb ik voor Oras gekozen vanwege de manier waarop de leden tegen zaken aankijken en hoe ze vervolgens reële, haalbare oplossingen bedenken. Ik weet niet precies hoe ze dat bij Aag doen, maar ik had meteen het idee: zoals het bij Oras gaat, zo doe ik het zelf ook.”

,,Als Orasser zit je in de u-raad niet alleen voor studentenzaken, maar je hebt natuurlijk wel een bepaalde achtergrond. Je moet een lijn trekken tussen de belangen van de hele TU en die van de studenten, zowel aan de universiteit als er buiten. Ik vind het belangrijk dat studenten ook andere dingen meekrijgen dan hun opleiding alleen, dat ze dingen naast hun studie kunnen doen.”

,,Waarom ik een goede lijsttrekker ben? Nou, ik heb al ervaring opgedaan in de faculteitsraad. En als je belang hecht aan het leven van studenten buiten de studie om, is het handig als je zelf ervaring meeneemt uit het verenigingsleven. En verder: ik heb er gewoon echt veel zin in.”

Het komend jaar gaat er veel veranderen, denkt Hoeve. Inhoudelijk staat de studeerbaarheid op het programma. ,,Datis een begrip waarover te discussiëren valt. Voor mij betekent studeerbaarheid dat het programma helder is, en dat het binnen de gestelde tijd haalbaar is. Verspreiding van dictaten, verdeling van vakken over het jaar – dat moet goed zitten. Er moeten instructies zijn en studiebegeleiding, maar het moet wel een universiteit blijven. Met zelfstudie kun je ook een eind komen. Ja, de grens is moeilijk te trekken, maar dat is juist iets om volgend jaar over na te denken en te discussiëren.”
Niveau

De universiteitsraad zelf staat op een keerpunt, maar Hoeve voegt er meteen aan toe ,,dat het nog niet zeker is wat er gaat gebeuren. Laten we dat eerst maar eens afwachten.” Hoe het verder moet met de studenteninspraak als de raad verdwijnt is een vraag waar ze zich concreet nog in moet verdiepen. ,,In ieder geval moeten wij er voor zorgen dat de invloed gewaarborgd blijft en dat studenten op het hoogste niveau kunnen meedenken en -praten.”

,,Ik denk wel dat we nu echt invloed hebben. Acht studenten in de raad, daar kun je moeilijk omheen. Of we wel mee moeten beslissen over bijvoorbeeld het aantal vrije dagen van het personeel, dat is een moeilijke kwestie. Maar je kunt het ook omdraaien: kan het personeel iets zeggen over de studeerbaarheid voor studenten? Zulke kwesties blijf je houden, maar je moet naar het totaalplaatje kijken. Ik denk niet dat het goed is om de inspraak te scheiden. Op een instelling als de TU heeft alles immers met elkaar te maken.”

Na even denken weet Hoeve wel wat ze goed vindt aan de huidige Oras-fractie: ,,Ze hebben zich bijvoorbeeld beziggehouden met een enquête voor studieadviseurs, een beleidsmatige kwestie, maar ze hebben ook gekeken naar het aantal studieplaatsen in de nieuwe bieb. De ‘kleine’ praktische zaken hebben ze dus niet uit het oog verloren. Dat vind ik een goede combinatie.”

Wat zou ze zelf beter doen? ,,Het is altijd makkelijk praten vanaf de kantlijn. Maar ik heb nog niet genoeg inzicht in wat er gaat gebeuren om dat te beoordelen. Ik hoop dat de komende fractie ook de grote lijnen met de praktische zaken kan combineren.”

Hoeve vindt dat de huidige Oras-fractie zich ook ‘goed beziggehouden heeft’ met de reorganisatie van het Bureau van de universiteit. ,,Ik denk dat reorganisaties nodig zijn. Op onze faculteit speelt nu bijvoorbeeld de invoering van integraal management en dat kan heel belangrijk zijn. Maar bij alle reorganisaties mag het doel van de TU als opleidingsinstituut niet uit het oog verloren worden. Ik denk niet dat dat gebeurt, maar het zou wel heel gemakkelijk kunnen.”
Bedrijf

,,Het moet bedrijfsmatiger, maar niet te bedrijfsmatig. De universiteit is geen bedrijf en zal dat nooit worden ook. De grootste groep mensen hier zijn studenten en dat maakt de situatie compleet anders. Dus is er ook een andere organisatiestructuur nodig. Daarom kun je de vergelijking met een ondernemingsraad in het bedrijfsleven ook niet maken. Deu-raad hier heeft een andere functie.”

Een andere actuele kwestie is de collegeldverhoging voor de huidige groep auditoren. Wat vindt Hoeve daarvan? ,,De reden waarom klopt niet. Je moet eerst kwaliteit in je programma inbouwen en laten zien dat je een topinstituut bent en dan pas kun je het collegegeld verhogen. Een topinstituut word je niet door simpelweg het collegegeld te verhogen, zo kan het natuurlijk niet werken.”

,,In zekere zin is de TU al een topinstituut, maar er zijn nog wel dingen die verbeterd moeten worden, zowel in het onderwijs als in de organisatie. Een cijfer geven vind ik moeilijk. Zeker geen tien, maar een één is ook weer overdreven. De TU heeft een goede naam, maar de kunst is om die te behouden en waar te maken.”

Als Hoeve nu een ton zou ontvangen om de TU, namens de Oras, een cadeautje te geven, dan zou ze na enig overwegen wel een bestemming weten: ,,Ik zou misschien geld vrijmaken voor een alternatieve parkeerplaats voor de bieb.”

Oras: ‘Er zit veel kwaliteit in de TU die er niet uitkomt’

Bas van Schelven, tweede op de lijst, was wegens vakantie niet bereikbaar

Bianca Bax (20): derde op de lijst, derdejaars Scheikundige Technologie en Materiaalkunde

Steffen Smit (22), vierde op de lijst, vierdejaars Civiele Techniek

Bjorn de Mönnink (22), vijfde op de lijst, derdejaars Mijnbouwkunde en Petroleumwinning

Politieke ambitie hebben de kandidaten niet echt, alhoewel Bax de mogelijkheid openhoudt dat dat nog komt. ,,Dat hangt ook erg van het komende jaar af”, zegt ze. Bax heeft vooral interesse voor onderwijs, ,,omdat ik daar als student nu de duidelijkste ideeën over heb, maar als ik voor een andere u-raadscommissie gevraagd wordt, is dat ook prima. Ik vind het ook leuk om me in iets nieuws te verdiepen.”

Ook De Mönnink is vooral geïnteresseerd in onderwijszaken. Hij heeft zich daar het laatste jaar al in verdiept. Hij is onderwijscommissaris van de studievereniging Mijnbouwkundige Vereeniging en als zodanig zit hij in de onderwijscommissie van de faculteit. Smit heeft interesse voor financiën en onderwijs.

Bax vindt dat de huidige fractie zich sterk gemaakt heeft voor de bestuursbeurzen. ,,Eigenlijk voor ruimte voor buiten-curriculaire bezigheden in het algemeen. Dat is moeilijk in een prestatiegerichte tijd.” Ook De Mönnink noemt de bestuursbeurzen als belangrijkste achievement. Smit vindt de activiteiten van de Oras op het gebied van de uniforme jaarindeling van belang. ,,De faculteiten werken nog niet mee, maar mede dankzij de Oras wil de u-raad nu wel dat die er komt.”

Bax noemt het een belangrijke taak voor de komende fractie om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst de studentenbelangen behartigd blijven. ,,Ik ga me daar te zijner tijd meer in verdiepen. Maar ik denk: als er een medezeggenschapsraad ofeen ondernemingsraad komt, dan moeten daar op de één of andere wijze studenten bij betrokken worden. Een TU zonder studenten-invloed kan ik me gewoon niet voorstellen. Dat zal volgens mij zo’n vaart niet lopen.”

De Mönnink meent dat de TU in Nederland de beste technische universiteit is, maar geeft haar niet meer dan een 7. ,,Omdat het niet slecht is, maar toch beter kan. Er zit veel kwaliteit die er niet uitkomt, zeker op gebied van onderwijs. Maar mijn faculteit krijgt een vette 8, want bij ons zijn de zaakjes prima voor elkaar.”

De TU krijgt van Smit een 7,5 omdat hij wel tevreden is over de ruimte die de TU laat aan studenten om zelf dingen te organiseren. ,,Maar het moet natuurlijk een 8 worden.” Bax geeft die 8 nu al. ,,Maar dan wel op basis van mijn ervaringen op mijn STM. Voor de hele TU kan ik niet spreken. Ik weet bijvoorbeeld niet hoe goed de Delftse ingenieur het doet in het bedrijfsleven.”

Smit weet nog niet waar hij zich sterk voor wil maken. ,,Ik heb me nog niet zo verdiept in het reilen en zeilen van de TU. Daar ga ik nu mee beginnen. Ik zie het komende jaar vooral als een mooie uitdaging. In augustus worden we ingewerkt door onze voorgangers. Ik ken de oude fractie goed, dus dat zal wel loslopen.”

Op wie nu te stemmen? Op Smit: ,,Ik beslis niet zomaar. Ik weeg alle alternatieven goed af en neem dan een besluit.” Op Bax: ,,Ik ben bereid me goed te verdiepen in de materie. Ik heb een frisse kijk en heb altijd een mening, maar ik dring hem niet op. Ik denk dat ik wel wat kan bereiken voor de studenten.” Of op De Mönnink: ,,Je moet in eerste instantie natuurlijk voor de Oras kiezen en daarna kijken welke ervaring de kandidaat heeft. Ik denk dat ik wel genoeg ervaring heb opgedaan om een goede kandidaat te zijn.” De keus is aan u.