Opinie

De morele plicht tot kritisch consuminderen

Voor Studium Generale hield Dr. Winnie Gerbens-Leenes (TU Twente) op 3 december een voordracht over kritisch consumeren. Floris van den Bergh sluit zich aan bij haar oproep tot kritische reflectie en gedragsverandering.

Wat is de gedragspsychologische verklaring dat mensen wel weten dat er veel morele bezwaren kleven aan hun overvloedig, onethisch, ongezond en verspillend consumptiepatroon en zelfs zeggen dat de problemen hun aangaan, maar desalniettemin zelden hun handelen daaraan aanpassen, op een paar excuusmaatregelen na (oud papier bewaren, glas in de glasbak)?

Gerbens is milieuonderzoeker aan de TU Twente en houdt zich bezig met de invloed van (Nederlandse) consumptie op het gebied van energie- en waterverbruik en landgebruik. Zij gaf een fijnmaziger uiteenzetting van kennis die met enige regelmaat in de betere media verschijnt: de consumptie van vlees is veel verspillender dan de consumptie van groenten doordat de dieren gevoed moeten worden. Bovendien zijn schadelijke bijproducten van de intensieve veehouderij (de bio-industrie) mest en ammoniak. Twintig procent van het energieverbruik van een huishouden gaat op aan voeding. Hoewel besparing binnen deze twintig procent een ethische plicht is (vind ik), is er meer rendement haalbaar in de andere tachtig procent. Die bestaat uit directe energie (elektra, gas, transport) en indirecte energie (alle producten die mensen in huis hebben). De overheidscampagnes hebben de nadruk gelegd op besparen op directe energie (huis isoleren, fietsen stimuleren e.d.). Toch is het verstandig om ook aandacht te besteden aan het indirecte energieverbruik door minder te kopen en spullen zo lang mogelijk te gebruiken en veel te hergebruiken.

Gerbens doet onderzoek naar de ecologische waterafdruk . de equivalent van de ecologische voetafdruk. De ecologische voetafdruk wordt berekend in het aantal hectaren dat nodig is voor de consumptie van een consument. De ecologische voetafdruk in westerse landen is veel groter dan in arme landen. Dat zal niemand verbazen, maar bijna niemand doet er iets aan om de eigen ecologische voetafdruk te verkleinen of terug te brengen tot duurzame proporties. De waterafdruk wordt berekend in het aantal liter water dat nodig is voor het produceren van een bepaald product. Zo is er voor één kopje koffie 140 liter water nodig. En voor een kilo suiker maar liefst 1500 liter.

Wat te doen? Gerbens focust op de voedselconsumptie. Er zijn vier basisregels: 1) consuminderen 2) alles opeten 3) boerenverstand gebruiken: geen aardbeien uit Egypte, zo min mogelijk uit kassen; lokaal en met de seizoenen mee-eten en 4) substitueren. Dat laatste vereist een hoop onderzoek en uitzoekwerk. Er moet uitgerekend worden hoe duurzaam producten zijn op verschillende gebieden (landbeslag, energieverbruik, waterverbruik). Dus, drink bier in plaats van wijn. Drink thee in plaats van koffie. Eet aardappels in plaats van rijst en pasta. Eet geen (of in ieder geval minder) vlees.

Als het om voeding gaat is duurzaamheid slechts één aspect. Gezondheid is een ander aspect. Het is echter een aangename meevaller dat gezond en duurzaam heel goed samen gaan. Vegetariërs en veganisten consumeren geen vlees, en meestal wel meer groenten en peulvruchten. Mensen met overgewicht consumeren veel producten die verspillend zijn. Het derde aspect is het ethische aspect: ethisch consumeren betekent dat je geen producten wilt consumeren waaraan leed is verbonden of producten die op een onrechtvaardige wijze zijn geproduceerd. De bio-industrie is een martelindustrie en toch zit de grote meerderheid van de consumenten daar niet mee. Dat leed kan ook mensenleed zijn, zoals producten die in Aziatische sweatshops vervaardigd zijn. Als consument zul je er haast niet aan kunnen ontkomen om onethisch, niet-duurzame en ongezonde producten te kopen. Maar een kritische consument streeft ernaar om op basis van de kennis die zij/hij heeft een zo verantwoordelijk (= duurzaam + gezonde + ethisch) consumptiepatroon te ontwikkelen.

Omdat ik hoop dat ook deze bijdrage aanzet tot gedragsverandering vat ik de moraal van het verhaal samen: iedereen kan kritischer en verantwoordelijker consumeren. Ja, er zullen altijd verspillers blijven. Maar om de wereld te veranderen moet je op kleine schaal bij jezelf beginnen met consuminderen en verantwoorderlijker consumeren. Spreek ook anderen aan op hun consumptiegedrag: ‘Ga je met het vliegtuig naar Berlijn!?’. Consumenten hebben invloed door het koopgedrag. Neem eigen verantwoordelijkheid: vlieg zo min mogelijk, gebruik het openbaar vervoer, eet zo min mogelijk vlees en zuivelproducten, koop minder voedsel en spullen, geef meer.

Dr. Winnie Gerbens-Leenes is werkzaam aan de Universiteit Twente en publiceerde het ‘Groene kookboek’. Zij deed onderzoek naar duurzaamheidsaspecten van voedsel. Op dit moment is zij bezig met de zogenaamde ‘water footprint’ van energie (vooral biomassa). Haar proefschrift is getiteld: Natural Resource Use for Food: Land, Water and Energy in Production and Consumption Systems.

Floris van den Berg is filosoof en werkzaam bij Studium Generale aan de TUD. florisvandenberg@dds.nl

De bio-industrie is een martelindustrie. De meeste consumenten zitten daar niet mee. (Foto: ANP)

Wat is de gedragspsychologische verklaring dat mensen wel weten dat er veel morele bezwaren kleven aan hun overvloedig, onethisch, ongezond en verspillend consumptiepatroon en zelfs zeggen dat de problemen hun aangaan, maar desalniettemin zelden hun handelen daaraan aanpassen, op een paar excuusmaatregelen na (oud papier bewaren, glas in de glasbak)?

Gerbens is milieuonderzoeker aan de TU Twente en houdt zich bezig met de invloed van (Nederlandse) consumptie op het gebied van energie- en waterverbruik en landgebruik. Zij gaf een fijnmaziger uiteenzetting van kennis die met enige regelmaat in de betere media verschijnt: de consumptie van vlees is veel verspillender dan de consumptie van groenten doordat de dieren gevoed moeten worden. Bovendien zijn schadelijke bijproducten van de intensieve veehouderij (de bio-industrie) mest en ammoniak. Twintig procent van het energieverbruik van een huishouden gaat op aan voeding. Hoewel besparing binnen deze twintig procent een ethische plicht is (vind ik), is er meer rendement haalbaar in de andere tachtig procent. Die bestaat uit directe energie (elektra, gas, transport) en indirecte energie (alle producten die mensen in huis hebben). De overheidscampagnes hebben de nadruk gelegd op besparen op directe energie (huis isoleren, fietsen stimuleren e.d.). Toch is het verstandig om ook aandacht te besteden aan het indirecte energieverbruik door minder te kopen en spullen zo lang mogelijk te gebruiken en veel te hergebruiken.

Gerbens doet onderzoek naar de ecologische waterafdruk . de equivalent van de ecologische voetafdruk. De ecologische voetafdruk wordt berekend in het aantal hectaren dat nodig is voor de consumptie van een consument. De ecologische voetafdruk in westerse landen is veel groter dan in arme landen. Dat zal niemand verbazen, maar bijna niemand doet er iets aan om de eigen ecologische voetafdruk te verkleinen of terug te brengen tot duurzame proporties. De waterafdruk wordt berekend in het aantal liter water dat nodig is voor het produceren van een bepaald product. Zo is er voor één kopje koffie 140 liter water nodig. En voor een kilo suiker maar liefst 1500 liter.

Wat te doen? Gerbens focust op de voedselconsumptie. Er zijn vier basisregels: 1) consuminderen 2) alles opeten 3) boerenverstand gebruiken: geen aardbeien uit Egypte, zo min mogelijk uit kassen; lokaal en met de seizoenen mee-eten en 4) substitueren. Dat laatste vereist een hoop onderzoek en uitzoekwerk. Er moet uitgerekend worden hoe duurzaam producten zijn op verschillende gebieden (landbeslag, energieverbruik, waterverbruik). Dus, drink bier in plaats van wijn. Drink thee in plaats van koffie. Eet aardappels in plaats van rijst en pasta. Eet geen (of in ieder geval minder) vlees.

Als het om voeding gaat is duurzaamheid slechts één aspect. Gezondheid is een ander aspect. Het is echter een aangename meevaller dat gezond en duurzaam heel goed samen gaan. Vegetariërs en veganisten consumeren geen vlees, en meestal wel meer groenten en peulvruchten. Mensen met overgewicht consumeren veel producten die verspillend zijn. Het derde aspect is het ethische aspect: ethisch consumeren betekent dat je geen producten wilt consumeren waaraan leed is verbonden of producten die op een onrechtvaardige wijze zijn geproduceerd. De bio-industrie is een martelindustrie en toch zit de grote meerderheid van de consumenten daar niet mee. Dat leed kan ook mensenleed zijn, zoals producten die in Aziatische sweatshops vervaardigd zijn. Als consument zul je er haast niet aan kunnen ontkomen om onethisch, niet-duurzame en ongezonde producten te kopen. Maar een kritische consument streeft ernaar om op basis van de kennis die zij/hij heeft een zo verantwoordelijk (= duurzaam + gezonde + ethisch) consumptiepatroon te ontwikkelen.

Omdat ik hoop dat ook deze bijdrage aanzet tot gedragsverandering vat ik de moraal van het verhaal samen: iedereen kan kritischer en verantwoordelijker consumeren. Ja, er zullen altijd verspillers blijven. Maar om de wereld te veranderen moet je op kleine schaal bij jezelf beginnen met consuminderen en verantwoorderlijker consumeren. Spreek ook anderen aan op hun consumptiegedrag: ‘Ga je met het vliegtuig naar Berlijn!?’. Consumenten hebben invloed door het koopgedrag. Neem eigen verantwoordelijkheid: vlieg zo min mogelijk, gebruik het openbaar vervoer, eet zo min mogelijk vlees en zuivelproducten, koop minder voedsel en spullen, geef meer.

Dr. Winnie Gerbens-Leenes is werkzaam aan de Universiteit Twente en publiceerde het ‘Groene kookboek’. Zij deed onderzoek naar duurzaamheidsaspecten van voedsel. Op dit moment is zij bezig met de zogenaamde ‘water footprint’ van energie (vooral biomassa). Haar proefschrift is getiteld: Natural Resource Use for Food: Land, Water and Energy in Production and Consumption Systems.

Floris van den Berg is filosoof en werkzaam bij Studium Generale aan de TUD. florisvandenberg@dds.nl

De bio-industrie is een martelindustrie. De meeste consumenten zitten daar niet mee. (Foto: ANP)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.