Opinie

De ‘moord van Delft’ in detail uitgeplozen

Van de studenten die in de oorlog in het verzet omkwamen, was ruim een kwart afkomstig uit Delft. Het boek ‘De vervolgden’ vertelt aan de hand van veel speurwerk het verhaal van twee van hen.

Delftse studenten waren van 1940 tot 1945 bepaald niet populair bij de bezetter. Dat begon al in 1940. Na het ontslag van Joodse hoogleraren, braken aan de Technische Hogeschool stakingen uit. De studenten gingen zelfs op missies naar Leiden, Amsterdam en Utrecht om hun collega’s daar tot staken te bewegen, overigens zonder succes. In Leiden kwam het er later alsnog van, na een rede van de hoogleraar Cleveringa.

Daarmee was de toon gezet. Delft en dan vooral het Corps stond te boek als een verzetshaard, zeker na het oprollen van de verzetsgroepen rond de hoogleraren Schoemaker en Mekel. Toen later in meerdere studentensteden razzia’s werden gehouden, waren het alleen de Delftse studenten die lang vastzaten. Van de ongeveer drieduizend TH-studenten overleefden 179 de oorlog niet.

Over twee van die studenten schreef Annie Huisman-Van Bergen het boek ‘De vervolgden’, een bewonderenswaardig staaltje spitwerk waar veel archieven en interviews aan te pas zijn gekomen. Huisman-Van Bergen is in staat aan de al bekende grote lijnen veel nieuwe details toe te voegen. De schrijfster put ook uit haar eigen herinneringen, want ze was een bekende van Jan van Blerkom, die samen met zijn vriend Charley Hugenholtz de beruchte ‘moord van Delft’ pleegde.

Het slachtoffer van die liquidatie was de negentienjarige Hugo de Man. Hij was portier van De Bolk, dat toen nog een opvanghuis was voor vluchtelingen uit het platgegooide Rotterdam. De Man was een vertrouweling van de hoogleraar Mekel en had deelgenomen aan de liquidatie van een verrader. De Man was ook een kleine crimineel en het was voor diefstal dat hij op 9 mei 1941 gearresteerd werd, een week na het oprollen van de verzetsgroep rond Schoemaker.


2 Jan van Blerkom in 1935 als eerstejaarsstudent Foto: coll. TH-archief in Algemeen Rijksarchief
Scheveningen

De labiele De Man sloeg niet alleen door, hij begon ook actief mee te werken met de bezetter. Ondanks waarschuwingen van Schoemaker, die briefjes uit de gevangenis smokkelde, hield de jongeman het vertrouwen van Mekel. Deze hoogleraar was door een wonderbaarlijk toeval in het bezit gekomen van een aktetas met Hitlers plannen voor de invasie van Engeland. Mekels verzetsgroep werd opgerold.

Jan van Blerkom en Charley Hugenholtz waren leden van de verzetsgroep Schoemaker, die de dans ontsprongen waren. Van Blerkom, namens Laga winnaar van de skiff op de Varsity van 1939, ging voortaan door het leven als Jan Verhagen. Hugenholtz hield zijn eigen naam en bleef gewoon thuis wonen. Hij dook pas onder toen het arrestatieteam op de stoep stond.

Toen De Man werd vrijgelaten, namen Van Blerkom en Hugenholtz het initiatief tot een standgericht dat De Man ter dood veroordeelde wegens verraad. Het tweetal nam zelf de executie op zich. Op 14 augustus 1941 nodigden ze De Man uit op het onderduikadres van Van Blerkom, gaven hem een klap op het hoofd en smoorden hem met een kussen. Het lijk dumpten ze in het Agnetapark, het huidige terrein van Gist Brocades.

Omdat Van Blerkom en Hugenholtz niet echt professioneel te werk waren gegaan bij de liquidatie, werd de jacht op hen al snel geopend. Een van de eersten die dat wist, was Telegraaf-journalist G.B.J. Hilterman. Hij was een goede vriend van Hugenholtz’ verloofde en tipte haar. Hilterman schreef in zijn autobiografie zelfs op dat hij Hugenholtz onderdak verleende. Dat laatste was niet waar, gaf hij tegenover Huisman-Van Bergen toe.


3 Charley Hugenholtz in 1933 als eerstejaarsstudent Foto: coll. TH-archief in Algemeen Rijksarchief
Naspeuringen

Nadat een exorbitante beloning van 5000 gulden was uitgeloofd, werd het voortvluchtige tweetal in het hele land gesignaleerd. Huisman-Van Bergen heeft alle politiedossiers nagetrokken en komt zo tot nauwkeurige reconstructies. Juist daardoor is het boek een waardevolle aanvulling op de toch al uitgebreide hoeveelheid onderzoek die naar de oorlogsperiode gedaan is. Er wordt weinig herkauwd, het grootste deel van het materiaal is nieuw.

Bij de naspeuringen van de politie vielen veel slachtoffers onder mensen die toevallig met het tweetal in aanraking waren geweest, zoals Frans van Hasselt, de voorzitter van Praktische Studie. Van Hasselt had, op instigatie van Hugenholtz, een korte speech gehouden bij de eerste studentenstaking en zou in een concentratiekamp om het leven komen. Van Blerkom en Hugenholtz bleven echter uit handen van de Duitsers. Cynisch genoeg is het juist daardoor dat een groot deel van hun vlucht in nevelen gehuld is gebleven.

Charley Hugenholtz bereikte Barcelona, waar hij een schip naar Brazilië nam met de bedoeling in Gibraltar van boord te gaan en zich bij het Britse leger te melden. Uit diplomatieke overwegingen moest hij, net als een aantal lotgenoten, aan boord blijven. Sommigen besloten van boord te springen, waarop de Britse marine hen redde. Hugenholtz ging eerst nog wat spullen halen en sprong toen. Het Britse schip was op dat moment al te ver weg en Hugenholtz verdronk. Zijn lichaam werd nooit gevonden.

Jan van Blerkom bleef in Nederland. Hij had het plan opgevat om met mede-Lagaaier Dik van Swaay in een Duitse vouwkano de Noordzee over te roeien. De kans dat dat goed ging, was gering. Toch was het gelukt bij Lagaaier Jaap van Hamel, die samen met De Man de eerste liquidatie voor zijn rekening had genomen. Op 14 november 1941 kozen Van Blerkom en Van Swaay zee. Van Swaay werd in mei van het jaar erop met een strop om zijn nek gevonden op het strand bij Noordwijk. Het kan haast niet anders of de vluchters zijn onderschept door een Duitse patrouilleboot, constateert Huisman-Van Bergen. De laatste paragraaf van haar boek bestaat uit één zin: ,,Van Jan van Blerkom is nooit meer iets vernomen.”

Annie Huisman-Van Bergen, De vervolgden – jacht op twee Delftse studenten in 1941, ISBN 90-535-2520-3, Uitgeverij Boom, f. 39,50.

Delftse studenten waren van 1940 tot 1945 bepaald niet populair bij de bezetter. Dat begon al in 1940. Na het ontslag van Joodse hoogleraren, braken aan de Technische Hogeschool stakingen uit. De studenten gingen zelfs op missies naar Leiden, Amsterdam en Utrecht om hun collega’s daar tot staken te bewegen, overigens zonder succes. In Leiden kwam het er later alsnog van, na een rede van de hoogleraar Cleveringa.

Daarmee was de toon gezet. Delft en dan vooral het Corps stond te boek als een verzetshaard, zeker na het oprollen van de verzetsgroepen rond de hoogleraren Schoemaker en Mekel. Toen later in meerdere studentensteden razzia’s werden gehouden, waren het alleen de Delftse studenten die lang vastzaten. Van de ongeveer drieduizend TH-studenten overleefden 179 de oorlog niet.

Over twee van die studenten schreef Annie Huisman-Van Bergen het boek ‘De vervolgden’, een bewonderenswaardig staaltje spitwerk waar veel archieven en interviews aan te pas zijn gekomen. Huisman-Van Bergen is in staat aan de al bekende grote lijnen veel nieuwe details toe te voegen. De schrijfster put ook uit haar eigen herinneringen, want ze was een bekende van Jan van Blerkom, die samen met zijn vriend Charley Hugenholtz de beruchte ‘moord van Delft’ pleegde.

Het slachtoffer van die liquidatie was de negentienjarige Hugo de Man. Hij was portier van De Bolk, dat toen nog een opvanghuis was voor vluchtelingen uit het platgegooide Rotterdam. De Man was een vertrouweling van de hoogleraar Mekel en had deelgenomen aan de liquidatie van een verrader. De Man was ook een kleine crimineel en het was voor diefstal dat hij op 9 mei 1941 gearresteerd werd, een week na het oprollen van de verzetsgroep rond Schoemaker.


2 Jan van Blerkom in 1935 als eerstejaarsstudent Foto: coll. TH-archief in Algemeen Rijksarchief
Scheveningen

De labiele De Man sloeg niet alleen door, hij begon ook actief mee te werken met de bezetter. Ondanks waarschuwingen van Schoemaker, die briefjes uit de gevangenis smokkelde, hield de jongeman het vertrouwen van Mekel. Deze hoogleraar was door een wonderbaarlijk toeval in het bezit gekomen van een aktetas met Hitlers plannen voor de invasie van Engeland. Mekels verzetsgroep werd opgerold.

Jan van Blerkom en Charley Hugenholtz waren leden van de verzetsgroep Schoemaker, die de dans ontsprongen waren. Van Blerkom, namens Laga winnaar van de skiff op de Varsity van 1939, ging voortaan door het leven als Jan Verhagen. Hugenholtz hield zijn eigen naam en bleef gewoon thuis wonen. Hij dook pas onder toen het arrestatieteam op de stoep stond.

Toen De Man werd vrijgelaten, namen Van Blerkom en Hugenholtz het initiatief tot een standgericht dat De Man ter dood veroordeelde wegens verraad. Het tweetal nam zelf de executie op zich. Op 14 augustus 1941 nodigden ze De Man uit op het onderduikadres van Van Blerkom, gaven hem een klap op het hoofd en smoorden hem met een kussen. Het lijk dumpten ze in het Agnetapark, het huidige terrein van Gist Brocades.

Omdat Van Blerkom en Hugenholtz niet echt professioneel te werk waren gegaan bij de liquidatie, werd de jacht op hen al snel geopend. Een van de eersten die dat wist, was Telegraaf-journalist G.B.J. Hilterman. Hij was een goede vriend van Hugenholtz’ verloofde en tipte haar. Hilterman schreef in zijn autobiografie zelfs op dat hij Hugenholtz onderdak verleende. Dat laatste was niet waar, gaf hij tegenover Huisman-Van Bergen toe.


3 Charley Hugenholtz in 1933 als eerstejaarsstudent Foto: coll. TH-archief in Algemeen Rijksarchief
Naspeuringen

Nadat een exorbitante beloning van 5000 gulden was uitgeloofd, werd het voortvluchtige tweetal in het hele land gesignaleerd. Huisman-Van Bergen heeft alle politiedossiers nagetrokken en komt zo tot nauwkeurige reconstructies. Juist daardoor is het boek een waardevolle aanvulling op de toch al uitgebreide hoeveelheid onderzoek die naar de oorlogsperiode gedaan is. Er wordt weinig herkauwd, het grootste deel van het materiaal is nieuw.

Bij de naspeuringen van de politie vielen veel slachtoffers onder mensen die toevallig met het tweetal in aanraking waren geweest, zoals Frans van Hasselt, de voorzitter van Praktische Studie. Van Hasselt had, op instigatie van Hugenholtz, een korte speech gehouden bij de eerste studentenstaking en zou in een concentratiekamp om het leven komen. Van Blerkom en Hugenholtz bleven echter uit handen van de Duitsers. Cynisch genoeg is het juist daardoor dat een groot deel van hun vlucht in nevelen gehuld is gebleven.

Charley Hugenholtz bereikte Barcelona, waar hij een schip naar Brazilië nam met de bedoeling in Gibraltar van boord te gaan en zich bij het Britse leger te melden. Uit diplomatieke overwegingen moest hij, net als een aantal lotgenoten, aan boord blijven. Sommigen besloten van boord te springen, waarop de Britse marine hen redde. Hugenholtz ging eerst nog wat spullen halen en sprong toen. Het Britse schip was op dat moment al te ver weg en Hugenholtz verdronk. Zijn lichaam werd nooit gevonden.

Jan van Blerkom bleef in Nederland. Hij had het plan opgevat om met mede-Lagaaier Dik van Swaay in een Duitse vouwkano de Noordzee over te roeien. De kans dat dat goed ging, was gering. Toch was het gelukt bij Lagaaier Jaap van Hamel, die samen met De Man de eerste liquidatie voor zijn rekening had genomen. Op 14 november 1941 kozen Van Blerkom en Van Swaay zee. Van Swaay werd in mei van het jaar erop met een strop om zijn nek gevonden op het strand bij Noordwijk. Het kan haast niet anders of de vluchters zijn onderschept door een Duitse patrouilleboot, constateert Huisman-Van Bergen. De laatste paragraaf van haar boek bestaat uit één zin: ,,Van Jan van Blerkom is nooit meer iets vernomen.”

Annie Huisman-Van Bergen, De vervolgden – jacht op twee Delftse studenten in 1941, ISBN 90-535-2520-3, Uitgeverij Boom, f. 39,50.




Delftse studenten waren van 1940 tot 1945 bepaald niet populair bij de bezetter. Dat begon al in 1940. Na het ontslag van Joodse hoogleraren, braken aan de Technische Hogeschool stakingen uit. De studenten gingen zelfs op missies naar Leiden, Amsterdam en Utrecht om hun collega’s daar tot staken te bewegen, overigens zonder succes. In Leiden kwam het er later alsnog van, na een rede van de hoogleraar Cleveringa.



Daarmee was de toon gezet. Delft en dan vooral het Corps stond te boek als een verzetshaard, zeker na het oprollen van de verzetsgroepen rond de hoogleraren Schoemaker en Mekel. Toen later in meerdere studentensteden razzia’s werden gehouden, waren het alleen de Delftse studenten die lang vastzaten. Van de ongeveer drieduizend TH-studenten overleefden 179 de oorlog niet.



Over twee van die studenten schreef Annie Huisman-Van Bergen het boek ‘De vervolgden’, een bewonderenswaardig staaltje spitwerk waar veel archieven en interviews aan te pas zijn gekomen. Huisman-Van Bergen is in staat aan de al bekende grote lijnen veel nieuwe details toe te voegen. De schrijfster put ook uit haar eigen herinneringen, want ze was een bekende van Jan van Blerkom, die samen met zijn vriend Charley Hugenholtz de beruchte ‘moord van Delft’ pleegde.



Het slachtoffer van die liquidatie was de negentienjarige Hugo de Man. Hij was portier van De Bolk, dat toen nog een opvanghuis was voor vluchtelingen uit het platgegooide Rotterdam. De Man was een vertrouweling van de hoogleraar Mekel en had deelgenomen aan de liquidatie van een verrader. De Man was ook een kleine crimineel en het was voor diefstal dat hij op 9 mei 1941 gearresteerd werd, een week na het oprollen van de verzetsgroep rond Schoemaker.





2 Jan van Blerkom in 1935 als eerstejaarsstudent Foto: coll. TH-archief in Algemeen Rijksarchief


Scheveningen



De labiele De Man sloeg niet alleen door, hij begon ook actief mee te werken met de bezetter. Ondanks waarschuwingen van Schoemaker, die briefjes uit de gevangenis smokkelde, hield de jongeman het vertrouwen van Mekel. Deze hoogleraar was door een wonderbaarlijk toeval in het bezit gekomen van een aktetas met Hitlers plannen voor de invasie van Engeland. Mekels verzetsgroep werd opgerold.



Jan van Blerkom en Charley Hugenholtz waren leden van de verzetsgroep Schoemaker, die de dans ontsprongen waren. Van Blerkom, namens Laga winnaar van de skiff op de Varsity van 1939, ging voortaan door het leven als Jan Verhagen. Hugenholtz hield zijn eigen naam en bleef gewoon thuis wonen. Hij dook pas onder toen het arrestatieteam op de stoep stond.



Toen De Man werd vrijgelaten, namen Van Blerkom en Hugenholtz het initiatief tot een standgericht dat De Man ter dood veroordeelde wegens verraad. Het tweetal nam zelf de executie op zich. Op 14 augustus 1941 nodigden ze De Man uit op het onderduikadres van Van Blerkom, gaven hem een klap op het hoofd en smoorden hem met een kussen. Het lijk dumpten ze in het Agnetapark, het huidige terrein van Gist Brocades.



Omdat Van Blerkom en Hugenholtz niet echt professioneel te werk waren gegaan bij de liquidatie, werd de jacht op hen al snel geopend. Een van de eersten die dat wist, was Telegraaf-journalist G.B.J. Hilterman. Hij was een goede vriend van Hugenholtz’ verloofde en tipte haar. Hilterman schreef in zijn autobiografie zelfs op dat hij Hugenholtz onderdak verleende. Dat laatste was niet waar, gaf hij tegenover Huisman-Van Bergen toe.





3 Charley Hugenholtz in 1933 als eerstejaarsstudent Foto: coll. TH-archief in Algemeen Rijksarchief


Naspeuringen



Nadat een exorbitante beloning van 5000 gulden was uitgeloofd, werd het voortvluchtige tweetal in het hele land gesignaleerd. Huisman-Van Bergen heeft alle politiedossiers nagetrokken en komt zo tot nauwkeurige reconstructies. Juist daardoor is het boek een waardevolle aanvulling op de toch al uitgebreide hoeveelheid onderzoek die naar de oorlogsperiode gedaan is. Er wordt weinig herkauwd, het grootste deel van het materiaal is nieuw.



Bij de naspeuringen van de politie vielen veel slachtoffers onder mensen die toevallig met het tweetal in aanraking waren geweest, zoals Frans van Hasselt, de voorzitter van Praktische Studie. Van Hasselt had, op instigatie van Hugenholtz, een korte speech gehouden bij de eerste studentenstaking en zou in een concentratiekamp om het leven komen. Van Blerkom en Hugenholtz bleven echter uit handen van de Duitsers. Cynisch genoeg is het juist daardoor dat een groot deel van hun vlucht in nevelen gehuld is gebleven.



Charley Hugenholtz bereikte Barcelona, waar hij een schip naar Brazilië nam met de bedoeling in Gibraltar van boord te gaan en zich bij het Britse leger te melden. Uit diplomatieke overwegingen moest hij, net als een aantal lotgenoten, aan boord blijven. Sommigen besloten van boord te springen, waarop de Britse marine hen redde. Hugenholtz ging eerst nog wat spullen halen en sprong toen. Het Britse schip was op dat moment al te ver weg en Hugenholtz verdronk. Zijn lichaam werd nooit gevonden.



Jan van Blerkom bleef in Nederland. Hij had het plan opgevat om met mede-Lagaaier Dik van Swaay in een Duitse vouwkano de Noordzee over te roeien. De kans dat dat goed ging, was gering. Toch was het gelukt bij Lagaaier Jaap van Hamel, die samen met De Man de eerste liquidatie voor zijn rekening had genomen. Op 14 november 1941 kozen Van Blerkom en Van Swaay zee. Van Swaay werd in mei van het jaar erop met een strop om zijn nek gevonden op het strand bij Noordwijk. Het kan haast niet anders of de vluchters zijn onderschept door een Duitse patrouilleboot, constateert Huisman-Van Bergen. De laatste paragraaf van haar boek bestaat uit één zin: ,,Van Jan van Blerkom is nooit meer iets vernomen.”



Annie Huisman-Van Bergen, De vervolgden – jacht op twee Delftse studenten in 1941, ISBN 90-535-2520-3, Uitgeverij Boom, f. 39,50.


,,

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.